Mensen met een slechte nierfunctie lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van geheugenproblemen en zelfs dementie. Dat blijkt uit een analytische studie van onderzoekers Kay Deckers en Sebastian Köhler. Beide onderzoekers zijn werkzaam bij het Alzheimer Centrum Limburg (ACL) van de Universiteit Maastricht. Hun bevindingen zijn deze week gepubliceerd in het gezaghebbende wetenschappelijk tijdschrift Neurology. Het herkennen van deze risicofactor vormt een volgende stap in het onderzoek naar de preventie van dementie.
Gemeenschappelijke risicofactoren
De Maastrichtse wetenschappers keken voor hun onderzoek naar het probleem van eiwit in de urine, een belangrijke indicator van een slechte nierfunctie. Uit hun analyse bleek dat mensen met eiwit in de urine een verhoogd risico van 35 procent hebben op het ontwikkelen van geheugenproblemen of dementie ten opzichte van mensen zonder die verslechterde nierfunctie. “Nierziekten en dementie hebben veel risicofactoren gemeen,” aldus Kay Deckers. “Denk bijvoorbeeld aan hoge bloeddruk, suikerziekte en cholesterol. De relatie tussen een slechte nierfunctie en dementie zou te maken kunnen hebben met een vergelijkbare vatenstructuur van de nieren en het brein, maar misschien ook wel met een direct effect van nierproblemen op de hersenen.” Vervolgonderzoek moet een antwoord zien te vinden op de vraag of een slechte nierfunctie aan de basis staat van geheugenproblemen, dan wel dat beide aandoeningen worden veroorzaakt door dezelfde mechanismen.
Meta-analyse
Het onderzoek van Deckers en Köhler betrof een zogenoemde meta-analyse. Daartoe keken de onderzoekers naar alle beschikbare studies rond nierproblemen en de ontwikkeling van dementie. Van al die onderzoeken kwamen 22 uitgebreide studies in aanmerking voor een systematische review. Uiteindelijk onderwierpen Deckers en Köhler vijf van die uitgebreide studies - een totaal van 27.805 mensen - aan een meta-analyse. “Uit onze studie is nu duidelijk gebleken dat een slechte nierfunctie een risicofactor is voor het krijgen van dementie”, aldus Deckers. “Zorgprofessionals zouden mensen met een verslechterde nierfunctie daarop moeten wijzen en vervolgens een passend leefstijladvies kunnen aanbieden.”
Gezonde hersenen
Het Maastrichtse onderzoek werd gesteund door het Europese In-MINDD project, dat zich richt op het bevorderen van de hersengezondheid bij mensen, voornamelijk door een verandering van leefstijl. De resultaten van hun studie naar de relatie tussen een slechte nierfunctie en dementie kunnen de Maastrichtse onderzoekers goed gebruiken bij de ontwikkeling van een eenvoudige test waarmee iedereen zijn of haar eigen hersengezondheid kan bepalen. Naast nierziekte spelen daarbij ook een gezond dieet, laag cholesterol, voldoende beweging, niet roken, weinig tot matig alcoholgebruik en voldoende mentale uitdaging een belangrijke rol. Datzelfde geldt voor het vermijden van overgewicht, hoge bloeddruk, suikerziekte, depressie en hart- en vaatziekten. Uiteindelijk moet deze test de basis vormen voor een app die mensen helpt hun hersenen gezond te houden en zo een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van dementie.