Onze stressvolle levens in een 24 uurseconomie eisen hun tol. Een op de twintig Nederlanders kampt met depressieve gevoelens. Maar critici wijzen ook op overdiagnostisering door de ‘tirannie van het gelukkig zijn’
Entertainmentondernemer Joop van der Ende kampte er jarenlang mee en ook prins Claus, radiopresentator Ruud de Wild, cabaretier Mike Boddé, oud-topschaatser Stefan Groothuis en oud-voetballer René van der Gijp gingen korte of langere tijd gebukt onder depressies.
Deze beroemdheden zijn bepaald de enigen niet. Volgens het ministerie van Volksgezondheid worstelt jaarlijks een op de twintig Nederlanders met een depressie. Die is dan ook een van de belangrijkste veroorzakers van ziekteverzuim. Depressies kosten de maatschappij zeker €1,5 mrd per jaar vanwege de oplopende zorgkosten en de afname van de arbeidsproductiviteit.
Ook wereldwijd grijpt depressiviteit om zich heen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), zijn naar schatting 350 miljoen mensen depressief. Het aantal mensen met een depressie of angststoornis is tussen 1990 en 2013 met 50% gestegen: van 416 miljoen naar 615 miljoen. De gezondheidsorganisatie voorspelt dat depressiviteit in 2030 volksziekte nummer een zal zijn.
Westers probleem
Opvallend genoeg komen depressies vaker voor in de westerse landen dan in andere delen van de wereld. Dat roept vragen op, want het leven in het rijke Europa en de Verenigde Staten lijkt toch veel zorgelozer dan in bijvoorbeeld Afrika. Een wetenschappelijke verklaring is niet voorhanden, maar volgens de Utrechtse hoogleraar chronische depressie en psychiater Jan Spijker kan het aan de aard van het onderzoek liggen.
’De grote bevolkingsonderzoeken naar depressie worden meestal in het westen verricht. Er zijn gewoonweg niet veel goede studies gedaan in Azië en Afrika’, zegt Spijker. Daarnaast vertaalt de westerling zijn ongenoegen volgens hem gemakkelijker in psychische termen. ’Wij benoemen eerder een geestelijk probleem, terwijl een Afrikaan eerder zal zeggen: ik voel me vandaag lichamelijk zwak.’
Maar los hiervan vermoedt Spijker dat de hoog ontwikkelde, geïndividualiseerde samenlevingen die het Westen kenmerken, wel degelijk een stressfactor zijn die depressies in de hand werken. Westerse samenlevingen bieden weliswaar veel kansen en het geluksgevoel is hier dan ook doorgaans hoog.
Maar de andere kant van die medaille is volgens Spijker dat sommige mensen juist hierdoor klachten ervaren. ’Voldoe ik aan de verwachtingen? Ben ik wel goed genoeg? Je wordt hier als individu afgerekend op je prestaties, terwijl mensen in andere delen van de wereld meer in familieverbanden leven en steun van de groep ervaren.’
Geen rust voor de hersenen
Ook psychiater Bram Bakker zoekt de verklaring voor het tamelijk grote aantal depressies in de moderne westerse leefstijl. Volgens hem zijn Nederlanders allemaal ’hoofdwerkers’ geworden. ’Stratenmakers krijgen last van hun knieën en rug en hoofdwerkers van hun hoofd. We gunnen onze hersenen nooit meer rust. Als we eens pauze nemen, kijken we meteen op ons mobieltje. We staan voortdurend in de alarmstand, bang dat we iets missen.’
Bakker durft dan ook ’met 100%’ de verwachting uit te spreken dat het aantal depressies en aanverwante aandoeningen als burn-outs alleen maar verder stijgt de komende jaren. Alle ingrediënten zijn aanwezig: de werkloosheid is in Nederland nog altijd relatief hoog, het aantal echtscheidingen stijgt en ondanks alle overheidsmaatregelen neemt het alcoholgebruik en rookgedrag niet navenant af. Tel daarbij op dat Nederlanders steeds minder slapen — inmiddels bijna een uur minder dan een paar decennia geleden — en ook minder sporten en de conclusie kan volgens Bakker alleen maar zijn dat het ziekteverzuim door depressiviteit omhoog blijft schieten.
Publiekscampagne
Om aandacht te vragen voor de problematiek, organiseerde Bakker vorig jaar het eerste Depressiegala. Dit jaar vindt de tweede editie op ’Blue Monday 23 januari’ plaats. De derde maandag van januari wordt traditioneel gezien als de meest deprimerende dag van het jaar. Dit najaar heeft het ministerie van Volksgezondheid bovendien een publiekscampagne gelanceerd om depressies beter bespreekbaar te maken, de signalen te herkennen en naasten te leren hoe zij moeten reageren. Ook heeft het kabinet extra geld vrijgemaakt voor onderzoek naar onder meer depressiviteit onder jongeren en vrouwen, twee risicogroepen.
Overdiagnosticering
De Maastrichtse hoogleraar psychiatrie Jim van Os en de Utrechtse emeritus hoogleraar psychiatrie en psychotherapie Frank Koerselman hopen dat hierbij ook wordt gekeken naar de overdiagnosticering in Nederland. Zij wijzen erop dat depressieve gevoelens een normaal onderdeel zijn van de menselijke natuur. Ze zijn een ’nuttige alarmfunctie’ die mensen in staat stelt bij zichzelf te rade te gaan. ‘Hé, ik voel me slecht. Ik moet wat veranderen: heb ik een rotbaan, een rotrelatie?,’ legt Van Os uit.
Vroeger was er volgens hem veel meer begrip als mensen zich een tijdje somber voelden, maar er lijkt tegenwoordig een ’tirannie op gelukkig zijn’ te heersen. ’Die druk op geluk maakt dat er veel minder tolerantie is in de westerse wereld voor kwetsbaarheid in menselijk gedrag. Drukke kinderen krijgen veel sneller het ADHD-medicijn ritalin en ook het gebruik van antidepressiva is sinds de jaren negentig enorm gestegen. Een miljoen Nederlanders slikt die inmiddels.’
Koerselman beaamt dat Nederlanders op bijvoorbeeld Facebook zien hoe heerlijk hun ruim honderd ’vrienden’ eten en hoe geweldig hun gezinnen zijn. ’Genieten, genieten, genieten is een breed gedragen visie, maar volstrekt irreëel. Rouw, teleurstelling, ontslag en liefdesverdriet horen bij het leven. Het hoeft geen ramp te zijn als je even in de put zit.’
Zware gevallen onderbehandeld
Om mensen door zo’n zware dip te helpen, verwijzen huisartsen nu vrij gemakkelijk door naar de geestelijke gezondheidszorg, vindt hij. De ggz mag vervolgens pas declareren zodra er een diagnose is gesteld en er wordt behandeld met bijvoorbeeld medicijnen of psychotherapie. ’Zo krijg je overbehandeling bij vrij lichte depressies en gaat er jaarlijks liefst € 6 mrd naar de ggz. De zware gevallen worden juist onderbehandeld,’ zegt ook Van Os. Volgens Koerselman hebben die zwaar depressieve mensen vaak een genetisch aanleg voor die ’rotziekte die we met alles wat we hebben moeten helpen’.
Digitale therapie
Voor het merendeel van de mensen volstaat echter een therapie om weer zelf de regie te leren nemen: je kwetsbaarheden leren herkennen en accepteren en ermee om leren gaan. Ook moet worden gewerkt aan de levensstijl en lichamelijke conditie, vindt Van Os, en moet er veel meer ingezet worden op e-health en online lotgenotenprogramma’s.
’Probleem is dat de zorgverzekeraars deze relatief goedkope internetplatformen niet vergoeden omdat het anonieme zorg is. En Volksgezondheid werkt niet mee, want die verwijst weer naar de zorgverzekeraars.’ Het aantal mensen dat echt in een depressie vervalt, zou volgens Van Os substantieel afnemen als juist meer wordt ingezet op online. ’Vooral de kennis van lotgenoten kan enorm helpen.’
Psychiater Bakker is het hiermee eens. Per 1 februari stopt hij vanwege alle onbegrip bij de zorgverzekeraars als behandelaar en begint hij zijn eigen bedrijf. Hij wil andere ondernemers bijstaan die kampen met depressief personeel en voor de hoge verzuimkosten opdraaien. ’Aan mijn oplossingen is een gierende behoefte want er zijn wachtlijsten voor de ggz en wat ik doe, is veel goedkoper. Het draait bijna altijd om gedoseerd leren leven en mensen willen pas luisteren als ze het niet langer volhouden.’
Bron: FD