Het FD heeft vandaag, 12 januari 2017, onderstaande reactie van GGZ Nederland op het opinieartikel van Jeroen Suijs en Harrie Verbon geplaatst.
Knap dat in geestelijke gezondheidszorg nog zwarte cijfers worden geschreven
Jacobine Geel
Het opinieartikel van de hoogleraren Jeroen Suijs en Harrie Verbon — ‘Slechte prestaties geestelijke gezondheidszorg niet te wijten aan geldgebrek van instellingen’ — van vrijdag 6 januari is slecht gefundeerd. De aannames en berekeningen van de hoogleraren zijn gebaseerd op selectief winkelen in gegevens over de sector. Op die manier draagt het artikel bij aan negatieve beeldvorming over de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg, terwijl dat zorg is die internationaal bij de top behoort en waar we trots op kunnen zijn.
De eerste aanname, gebaseerd op een handvol incidenten is dat de geestelijke gezondheidszorg (ggz) slecht presteert. Daar kunnen we kort over zijn; ieder incident is er één te veel, maar alle statistieken laten zien dat we goede zorg leveren, wereldleider zijn op het gebied van e-health, goede resultaten op het gebied van kosten en baten in de verslavingszorg behalen, grote afname van dwang en drang hebben gerealiseerd en dat de sector zelf een toetsbaar kwaliteitsstatuut heeft opgesteld.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) complimenteert Nederland daarnaast met het systeem van diagnose-behandelcombinaties (dbc’s) en prestatie-indicatoren.
De auteurs claimen dat ggz-aanbieders een gemiddelde winstmarge van rond de 4% hebben. Was het maar waar: de gemiddelde winstmarge in de ggz is 1,8% (volgens cijfers over 2016 van Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg). Dit verschil kan worden verklaard uit het feit dat niet alle aanbieders in de berekening meegenomen zijn. Jeugdaanbieders zijn helemaal buiten beschouwing gelaten, terwijl juist zij het meeste te lijden hebben onder de gevolgen van de stelselwijzigingen.
Door tijdrovende zelfonderzoeken bij de verantwoording aan zorgverzekeraars moeten aanbieders forse terugbetalingen doen terwijl de zorg wel geleverd is. Hierdoor zakt het bedrijfsresultaat voor veel aanbieders in het rood.
Kwalijk is echter vooral dat de auteurs voorbij gaan aan het feit dat de zorg voor mensen met psychiatrische aandoeningen zich uitstrekt over meerdere domeinen, dat wil zeggen de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de forensische zorg. De ggz is bij de organisatie van de zorg afhankelijk van meerdere financiers, respectievelijk verzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en het ministerie van Justitie. En dan hebben we het alleen nog maar over behandeling, begeleiding en ondersteuning.
Daar komen andere belangrijke voorwaarden voor herstel nog bij: huisvesting, re-integratie naar werk, uitkeringen en schuldhulpverlening via andere wet- en regelgeving. Het resultaat van deze versnippering is dat ggz-aanbieders vaak met tientallen partijen afspraken moeten maken over aantallen cliënten en omzetplafonds. Torenhoge administratieve lasten, druk op de omzet en een verantwoordingssysteem gebaseerd op wantrouwen in plaats van vertrouwen, geven nog weinig perspectief.
Dat het sommige aanbieders lukt om zwarte cijfers te schrijven is, gegeven deze omstandigheden, bijzonder knap te noemen. Dat hebben zij vooral bereikt door te reorganiseren en de kosten van hun bedrijfsvoering successievelijk omlaag te brengen.
We hebben de ambitie om zorg en ondersteuning voor psychisch kwetsbare mensen verder te verbeteren. De hoogste prioriteit ligt bij het leveren van zorg op de juiste plek en op het juiste moment. Dat betekent stevig investeren in ambulante teams en het beschikbaar krijgen van woningen en investeren in beschikbaarheid van crisis-ggz en -opvang voor personen met verward gedrag. Als het geld dat beschikbaar is juist wordt besteed en de zorgketen goed wordt georganiseerd, dan zullen we zien dat wachtlijsten verminderen en dat meer mensen geholpen kunnen worden. Aan die ambitie werken we graag samen met onze partners.
Het verhaal van de ggz is veel genuanceerder dan de analyse van Suijs en Verbon doet vermoeden. Alleen kijken naar de winstcijfers doet de complexiteit van de ggz te kort. Wij nodigen Suijs en Verbon van harte uit om een dagje in een ggz-instelling mee te lopen en dan opnieuw een artikel te schrijven.
(zie hier het eerder gepubliceerde artikel)
Bron: GGZnederland