De Rechtspraak blijft zich zorgen maken over de manier waarop gedwongen behandeling in het wetsvoorstel voor verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) wordt geregeld. Rechters vrezen dat er onwerkbare situaties ontstaan doordat strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures door elkaar kunnen gaan lopen. In een wetgevingsadvies in december 2015 en tijdens een rondetafelgesprek in oktober vorig jaar is deze zorg al eerder geuit, maar het wetsvoorstel is op dit punt niet aangepast. Andere wijzigingsvoorstellen zijn wel overgenomen.
De Tweede Kamer praat vanavond (24 januari 2017) tijdens een Algemeen Overleg over GGZ en verwarde personen. Volgens een nieuw voorstel dat op dit moment in het parlement ligt, krijgt de strafrechter de mogelijkheid een zogenoemde zorgmachtiging af te geven. Veroordeelden worden dan verplicht zich te laten behandelen voor een psychische stoornis. De Rechtspraak vindt het een goede zaak dat strafrechters dit instrument er in hun gereedschapskist bij krijgen. Dit verruimt hun mogelijkheden om zo effectief mogelijk te vonnissen.
Procedureregels
Volgens het wetsvoorstel zijn op de zorgmachtiging niet de strafrechtelijke, maar civielrechtelijke procedureregels van toepassing. Als een veroordeelde of het OM tegen zowel de strafrechtelijke beslissingen als tegen de zorgmachtiging in beroep gaat, ontstaat het probleem dat er procedures door elkaar heen kunnen gaan lopen. De strafzaak wordt dan in hoger beroep behandeld door het gerechtshof, de dwangbehandeling in cassatie door de Hoge Raad.
Sneller en eenvoudiger
De Rechtspraak vreest in zo’n geval voor praktische complicaties en nodeloze vertragingen. Ook staat dit de, juist met dit wetsvoorstel beoogde, verbeterde aansluiting tussen gedwongen zorg en strafvordering in de weg.
De Rechtspraak pleit ervoor de hele procedure rond de zorgmachtiging in de strafrechtelijke procedure op te nemen voor die gevallen waarin de zorgmachtiging in een strafzaak aan de orde komt. Dit leidt tot een snellere en eenvoudiger procedure bij de verlening en tenuitvoerlegging van de zorgmachtiging. Volgens de Rechtspraak zijn de persoon in kwestie, de samenleving en professionals die de zorg moeten verlenen, hierbij gebaat.
Bron: De Rechtspraak