Bij inzet gespecialiseerde ambulance is acht op de tien keer geen politie niet meer nodig
De psycholance bestaat nog maar kort, maar is niet meer weg te denken. Op kabinetsniveau wordt eraan gewerkt om deze speciale ambulance voor ‘verwarde personen’ tot een instituut te maken. Er wordt in het hele land volop met allerlei vormen geëxperimenteerd. Over het nut ervan bestaat geen twijfel. Alleen over de bekostiging van de psycholance moet nog een robbertje worden gevochten. Iedereen is voor de psycholance, maar niemand wil deze vrij dure voorziening betalen.
De oprichting van de psycholance is een indirect gevolg van het akkoord dat toenmalig gezondheidsminister Edith Schippers in 2012 met de sector sloot tot ambulantisering van de GGZ. De 30.000 bedden in de GGZ-klinieken moesten worden teruggebracht tot 20.000 bedden. Einddatum: 2020.
De bedden verdwenen, de GGZ liep leeg en het akkoord werd dus nageleefd. Dit leidde echter al vrij snel tot aanpassingsproblemen bij zowel de GGZ als bij naar huis gestuurde cliënten, die hier niet op toegerust waren. Het aantal meldingen bij de politie over ‘verwarde personen’ schoot omhoog, en stijgt nog steeds. Het gaat om tienduizenden meldingen per jaar.
Boeien
Dit ging door totdat de politie het zat was om GGZ-patiënten steeds maar weer in de boeien te slaan en mee te nemen naar het politiebureau, en vervolgens vaak nog een tweede rit naar een GGZ-instelling moest maken. Deze mensen zijn geen criminelen en de politie stopt met het vervoeren van verwarde personen, meldde de Amsterdamse korpschef Aalbersberg in september 2016. De politiek kreeg van hem drie maanden de tijd om een alternatief te bedenken, want de politie zou er per 1 januari 2017 mee kappen. Natuurlijk met de nodige mitsen en maren, want als een verward persoon de wet overtreedt of zichzelf of anderen in gevaar brengt, ligt daar uiteraard wel een taak voor de politie om in te grijpen. Maar in alle andere gevallen was de boodschap van Aalbersberg: zoek het even uit, overheid. Dit is niet de taak van de politie.
Daarmee zat de overheid ineens met een probleem. Aan de ene kant moesten er GGZ-klinieken worden gesloten, waardoor patiënten met een milde problematiek naar huis moesten en daar aangewezen waren op ambulante begeleiding. En op dat laatste werd ook nog eens via de gemeenten stevig bezuinigd. Aan de andere kant was er de politie die weer achter echte boeven aan wilde, in plaats van zich bezig te houden met oneigenlijke zorgtaken. Er werd gekeken naar de regionale ambulancediensten. En niet vergeefs.
Ziekenhuisje op wielen
De ambulancediensten wilden de taak graag op zich nemen, maar ook zij zaten met een probleem. Ambulances zijn er voor mensen die lichamelijk in nood verkeren. Een ambulance is een complete rijdende eerste-hulppost, een klein ziekenhuisje op wielen. Bedoeld voor spoedvervoer van mensen die een hartaanval krijgen, slachtoffers van verkeersongelukken, mensen die ongelukkig van de trap vallen enzovoorts. Ze zijn er niet voor psychiatrisch patiënten die fysiek verder niets mankeren. Niet alleen zijn ambulances hier niet voor bedoeld, er was nog een groter probleem: de regionale ambulancediensten werden hier noch door de overheid, noch door de zorgverzekeraars voor betaald.
De overheid onderkende dit probleem, en richtte een subsidiepot op voor ambulancediensten en regio’s om met ‘passend vervoer voor personen met verward gedrag’ te experimenteren. Dit heeft in het hele land tot de oprichting van diverse vormen van ‘psycholances’ geleid. In ongeveer driekwart van het land rijden die nu. In sommige gevallen zijn het gewone ambulances, met in plaats van ambulancebroeders sociaal psychiatrisch verpleegkundigen aan boord. De inrichting is wit, en er is minder apparatuur. In andere gevallen is de psycholance een anonieme witte bus met eveneens een rustige inrichting en op GGZ-gebied geschoold personeel aan boord. De gedachte achter die laatste vorm is dat psychiatrisch patiënten niet gestigmatiseerd mogen worden. Ze zouden ook onnodig schrikken van een ambulance die voorzien van toeters en bellen arriveren om ze mee te nemen.
Dwangbuis
Er zijn dus vele vormen, maar er is één opvallende overeenkomst tussen alle psycholances: het meenemen van cliënten geschiedt altijd op vrijwillige basis. Voor de psycholance is alleen een rol weggelegd als een patiënt niet agressief is, en na overreding door de verpleegkundigen zonder toepassing van dwang meegaan. Geen injectiespuit met een kalmerend middel, geen dwangbuis, laat staan handboeien of ander geweld. Daar leggen de psycholances, net als ‘gewoon’ ambulancepersoneel, de grens. De psycholance-medewerkers gaan nooit in ‘gevecht’ met cliënten. Ze zijn er om mensen te helpen, niet om ze eerst buiten gevecht te stellen. In dat soort gevallen wordt toch de politie erbij geroepen.
Dit schrijft Veiligheidsregio Noord-Holland Noord bijvoorbeeld over de ‘Diligence’, een psycholance in de vorm van anonieme witte busjes: “De GGZ bepaalt in overleg met de meldkamer het best passende vervoersmiddel voor de cliënt. Is er geen spoed? Geen fysiek medisch probleem en dreigt er geen gevaar? Dan vervoeren de medewerkers van GGZ de cliënt in de Diligence, eventueel samen met de familie. Ook de arts en psychiatrisch verpleegkundige rijden mee in de GGZ auto. De veiligheid van het vervoer is geborgd met een noodknop in de auto. Daarmee kan de politie snel worden opgeroepen als dat nodig is.’’
Er is inmiddels vrij uitgebreid ervaring opgedaan in sommige regio’s, en de eerste evaluatierapporten zijn er ook al. In Drenthe ging de psycholance in augustus 2017 van start. Na een half jaar werd een eerste balans opgemaakt. De resultaten zijn erg positief.
Ontlast
Belangrijkste resultaat van de invoering van de psycholance was dat zowel de politie als de ‘gewone’ ambulances sterk werden ontlast doordat het vervoer van verwarde personen voortaan via de psycholance ging. Wel is de psycholance iets langer bezig dan een gewone ambulance, die gemiddeld iets langer dan een uur met een patiënt bezig is, vanaf de eerste oproep tot de aflevering in het ziekenhuis.
Bij een psycholance verschilt het sterk. De inzetduur varieerde in Drenthe van 19 tot 248 minuten. Gemiddeld is de Drentse psycholance tachtig minuten bezig met een ‘inzet’. Bij vrijwel alle ritten ging het om zogeheten A2-vervoer, waarbij er wat minder prioriteit wordt gegeven dan bij de spoedeisende hulp waarbij elke seconde telt.
Drenthe
‘A2’ houdt in dat de psycholance in Drenthe er in veruit de meeste gevallen een half uur over mocht doen om ‘ter plaatse’ te verschijnen, tegen een kwartier bij een gewone ambulance. Slechts in een enkel geval ging een agent mee in de psycholance, als de situatie kennelijk als te gevaarlijk werd beschouwd om het aan het psycholance-personeel over te laten. Aanbevelingen van GGZ Drenthe: er moest wat (beperkt) personeel bij, om aanrijdtijden en inzetmogelijkheden te verbeteren. En de uren waarop de psycholance reed, werden aangepast. Bij de start stond de psycholance klaar van 15.00 tot 23.00 uur, maar aangezien er na 22.00 uur nauwelijks ritten werden geregistreerd, is dat later aangepast naar 13.00 tot 22.00 uur. Gemiddeld is de psycholance twee keer per dag ingezet in de provincie. De resultaten in Drenthe zijn zo bemoedigend, dat staatssecretaris Paul Blokhuis er in april persoonlijk een kijkje kwam nemen. Hij vond de Drentse opzet ‘een mooi concept’.
Amsterdam
Een evaluatie in Amsterdam, waar de eerste psycholances van het land sinds 2014 rijden, laat eveneens gunstige resultaten zien. Hier werd de psycholance mogelijk gemaakt door zorgverzekeraar Achmea, die de kosten op zich nam. Het scheelt de politie enorm veel werk, de patiënten enorm veel stress en er nauwelijks nog sprake van het gebruik van dwangmiddelen. Patiënten worden steeds vaker gewoon in een stoel vervoerd, in plaats van liggend op een brancard, en komen niet meer onder de stress binnen. Dit betekent dat ook de behandeling meteen van start kan gaan.
Om de psycholance betaalbaar te houden, wordt hij her en der in het land ook ingezet voor ander vervoer. Bijvoorbeeld geplande ritten om patiënten van de ene naar de andere GGZ-instelling te brengen. Subsidiegever ZonMW, de namens de overheid de psycholance-experimenten van geld voorziet, adviseert om psycholance-personeel ook als gewoon ambulancebroeder op te leiden. Zo kunnen zij ook worden ingezet voor planbare ambulanceritten.
Personeelsgebrek
Knelpunt in diverse regio’s is het gebrek aan personeel dat de psycholances kan bemensen. Wat geen wonder is, want psycholancebroeder is een compleet nieuw beroep. Er moeten opleidingen voor komen. Die zijn er nu niet. De psycholance moet bovendien onder nog op te stellen protocollen gaan vallen. Er is nog een hoop te doen voordat de nieuwe zorgdienst landelijk kan worden uitgerold.
Bekostiging
Niet het minste probleem hierbij is de bekostiging. In een brief aan de Tweede Kamer erkent staatssecretaris Paul Blokhuis dit volmondig. Er is geen ‘betaaltitel’ voor dit bijzondere ambulancevervoer. Nu in vrijwel het hele land pilots lopen met psycholances, vindt Blokhuis de tijd gekomen om de Nederlandse Zorgautoriteit te vragen om volgend jaar structurele bekostiging te ontwikkelen die dan in 2020 kan ingaan. In dat jaar wil Blokhuis deze vorm van patiëntenvervoer ook vrijgeven voor andere aanbieders, naast de reguliere ambulancediensten. Dat kan echter alleen als zeker is dat er in alle regio’s voldoende ritten kunnen worden gemaakt, merkt de staatssecretaris op in zijn brief aan de Tweede Kamer. Aangezien er dagelijks nog altijd honderden meldingen worden gedaan over verwarde personen, lijkt dit laatste wel verzekerd. De teller stond eind vorig jaar op ruim 85.000 meldingen.
-----------------------------------------------------------------------
Feiten en cijfers
Het aantal verwarde personen waar de politie bij is gehaald, is de afgelopen jaren gestegen van 44.000 in 2012 tot meer dan 83.000 eind 2017. Zo’n zevenduizend verwarde personen per jaar werden door de politie opgehaald, totdat die er in 2017 mee stopte. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat de E33-code, waaronder de politie ‘verwarde personen’ registreert, niet eenduidig is.
In 2012 sloot minister Edith Schippers met de GGZ een akkoord om tienduizend van de dertigduizend bedden te schrappen tot 2020. Veel psychiatrische patiënten wonen sindsdien thuis, en worden ambulant begeleid.
Begin dit jaar was in 31 procent van de regio’s in Nederland een psycholance actief. Inmiddels is dat gestegen naar 72 procent. Uit onderzoek is gebleken dat bij tachtig procent van de meldingen de aanwezigheid van de politie niet meer nodig is, als de psycholance wordt gestuurd. Gestreefd wordt naar een landelijk dekkend netwerk van psycholances. Er lopen momenteel twintig pilots in het hele land.
Ambulance Amsterdam heeft de kosten van de psycholance becijferd. Een dagdienst van 8.00 tot 24.00 uur kost 808 euro. In Amsterdam wordt de psycholance op dezelfde wijze bekostigd als de reguliere ambulance. De Amsterdamse psycholance is 300 keer per maand in touw. ’s Nachts moet in de hoofdstad echter nog altijd een gewone ambulance verschijnen bij een melding. In totaal zijn er in Amsterdam 450 ritten per maand met de indicatie psychiatrie.
---------------------------------------------------------------------