Bescheiden vooruitgang in de bestrijding van wachtlijsten
Zorgelijk fenomeen: de wachtlijsten in de ggz. Er valt veel te zeggen over de oorzaken, de gevolgen en de mogelijke oplossingen van die wachtlijsten en dat hebben we in ons thema-magazine in januari ook gedaan. Ook in ons vorige jaaroverzicht kwam de wachtlijst voor als één van de belangrijkste onderwerpen van 2018. Om niet in herhalingen te vervallen: lees dat thema-magazine en dat jaaroverzicht voor de achtergronden.
Het probleem was in 2019 niet voorbij, maar er werden wel stappen gezet. Héél bescheiden kwamen enkele belangenorganisaties in februari naar buiten met het bericht dat er in sommige regio’s ‘een voorzichtige progressie’ was in de aanpak van de wachtlijsten.
De bescheidenheid was niet voor niets: een paar weken eerder kwam de NZa met een rapport uit, waaruit bleek dat vooral voor aandachtstoornissen, autisme en persoonlijkheidsstoornissen de wachttijden (te) lang zijn, oplopend tot wel 19 weken voor persoonlijkheidsstoornissen. Dat in sommige regio’s de wachttijden kunnen oplopen tot wel anderhalf jaar, vermeldde de NZa overigens niet.
MIND, één van de opstellers van het bescheiden positieve bericht, zag zich in oktober genoodzaakt te melden dat ‘de nieuwe cijfers van wachttijden in de volwassenen-ggz een onthutsend beeld geven’. Volgens MIND was er ruim twee jaar na de start van de landelijke aanpak van de wachtlijsten nog geen enkele verbetering te zien.
Op zoek naar oplossingen
De wachtlijsten zijn lang. Te lang. Daarover bestaat weinig twijfel. Maar wat er aan te doen? De NZa verwijt de zorgverzekeraars in maart dat ze er wel wat harder aan mogen trekken. Dat verwijt betreft overigens de hele zorg, maar zeker ook de ggz. Helemaal terecht is dat verwijt niet, maar er liggen wel uitdagingen die wat meer aandacht zouden mogen krijgen.
CZ ontwikkelt, samen met de GGZ instellingen Mindfit, Centiv en Indigo Midden-Nederland, een oplossing die de wachtlijsten met de helft zou kunnen verkorten. De gedachte is, dat (vooral) patiënten met persoonlijkheids- en ontwikkelingsstoornissen een lange wachtlijst kennen. Door de bestaande regelgeving kunnen zij alleen terecht in de gespecialiseerde GGZ. Maar, aldus CZ, uit onderzoek en ervaring van behandelaars blijkt dat voor een groot aantal patiënten een behandeling in de generalistische basis GGZ (waar de wachtlijsten over het algemeen minder groot zijn) een goed alternatief is.
Zorgverzekeraars Nederland zoekt het, op het spoor gezet door een onderzoek van HHM, in een betere triage bij de huisartsen. Een betere doorverwijzing zou een hoop heen-en-weer sturen van patiënten kunnen voorkomen, zeker bij de ingewikkelde diagnoses met veel co-morbiditeit.
Langzamerhand neemt ook het personeelstekort iets af. Bovendien neemt in december de Tweede Kamer een voorstel aan om ruim 7 miljoen euro vrij te maken om 100 extra GZ-psychologen op te leiden.
Online!!
Om de wachtlijsten terug te dringen wordt er ook massaal ingezet op online-behandeling. Volgens velen kan dat in plaats komen van de traditionele behandeling. Bovendien scheelt het reistijd of wachttijd in de behandelkamer.
Zo wordt in januari wordt ook bekend dat een in India woonachtige psychiater via Skype patiënten van Dimence behandelt. Het leidt tot Kamervragen, maar Staassecretaris Blokhuis heeft er geen enkele moeite mee.
Een combinatie van online en ’offline’ behandeling is ook mogelijk. Onder andere het Zilveren Kruis en CZ proberen het. Ook de anonieme e-health krijgt er geld bij, al is de wachtlijst daar niet de belangrijkste overweging.
De Luisterlijn, voorheen Sensoor, meldt dat er meer mensen gebruik maken van de lijn, als een vorm van zelfhulp-plus, maar ook vanwege de lange wachttijden.
Een heel andere benadering, al is het ook online, is de De Tijd-Lijn App. De app geeft de patiënt tijdens het wachten realtime informatie over de wachttijd en over wat hem of haar te wachten staat ná het wachten. Die informatie verkort volgens de makers de negatieve beleving van wachttijd. Een lachspiegel-effect: je bent niet kleiner, maar het lijkt van wel.
Het inkopen van zorg
De makkelijkste, maar ook duurste, oplossing is natuurlijk als de zorgverzekeraars eenvoudigweg meer zorg in kopen. Al zal het capaciteitsprobleem niet in drie tellen zijn opgelost met meer geld, het is wel iets waar de verschillende belangengroepen en zorgaanbieders op aandringen.
“Zorgverzekeraars moeten ervoor zorgen dat hun verzekerden op tijd de zorg krijgen die ze nodig hebben,” zegt de NZa in juni. Vaak wordt er gewerkt met omzetplafonds: de zorgaanbieder mag jaarlijks niet meer declareren dan een vooraf bepaald bedrag. Als een zorgaanbieder het plafond bereikt, kan de zorgverzekeraar verzekerden verwijzen naar een andere zorgaanbieder, of het plafond verhogen. De NZa constateert dat de bijcontractering niet altijd soepel verloopt en dat zorgverzekeraars vaak lang doen over de beoordeling van zo’n verzoek. Dat moet beter, vindt de autoriteit.
Dat de inkoop niet naar tevredenheid verloopt, blijkt uit minstens twee patiëntenstops dit jaar, die gerust gezien mogen worden als protestdaad. In oktober zijn nieuwe cliënten niet meer welkom bij GGNet als ze verzekerd zijn bij het Zilveren Kruis of de dochtermaatschappijen. In december doet de Parnassiagroep hetzelfde voor cliënten van VGZ en haar merken. Parnassia claimt nog 18 miljoen euro tegoed te hebben voor geleverde, maar niet vergoede, zorg. In beide gevallen valt GGZ Nederland de aanbieders bij, bij Parnassia wordt de stop na één dag opgeheven na bemiddeling van de NZa.
“Blijf niet praten!”
Om de wachttijden in de GGZ regionaal aan te pakken, zijn al eerder Regionale Taskforces opgericht waarin betrokken partijen, zoals GGZ-aanbieders, huisartsen, zorgverzekeraars, gemeenten, cliëntvertegenwoordigers én ervaringsdeskundigen, samen werken aan oplossingen. Adviesbureau KPMG Health begeleidde het opzetten van deze taskforces. Sinds februari gaan de taskforces zonder die begeleiding zelfstandig verder.”Blijf niet praten, maar kom snel én samen in actie,” is een belangrijke aanbeveling van KPMG bij het afscheid.