Door: Ron Weber
Zorg aan cliënten staat onder druk. Veel cliënten zijn gewend dat ze thuis behandeling of ondersteuning krijgen door een Sociaal Psychiatrische Verpleegkundige (SPV). Denk hierbij aan mensen die lijden aan angststoornissen, verslavingsproblemen, psychose maar ook aan de landelijk vooruit geschoven acute dienst. Met de huidige verandering in de zorg en budget-onderhandelingen met verzekeraars valt die SPV buiten de boot. Uiteindelijk betaalt de cliënt hiervoor de rekening met minder zorg. Deze zorg is niet op te vangen met de veranderingen in de WMO of de uitgestelde bezuiniging en hervormingen in de AWBZ.
Huisartsen trokken eerder al aan de bel omdat mensen met schulden of een laag inkomen opzien tegen het wettelijk eigen risico van 360 euro dat ze moeten betalen bij doorverwijzing en zo onbedoeld blijven hangen in de ‘nuldelijn’. Nu ondergraaft de minister ook de sociaalpsychiatrische zorg.
De SPV staat op de tocht….
Onlangs besloot minister Schippers van VWS dat Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (SPV) geen hoofdbehandelaar meer mogen zijn. Hierdoor en door nieuwe budgetregels van de zorgverzekeraars, zie je een ontslaggolf onder de SPV, of een beperking van hun inhoudelijke taken. De SPV wordt zo in wezen onevenredig hard getroffen en deze bijzondere beroepsgroep staat hierdoor flink op de tocht.
Minder tijd en zorg voor de cliënt
Veel cliënten krijgen noodgedwongen tweedelijns ambulante zorg thuis. GGZ instellingen hebben al jaren geen budget meer om deze zorg als zodanig aan te bieden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de vergoeding van de reiskosten voor de huisbezoeken aan cliënten. Die zijn al langer weggevallen en worden in feite opgevangen door minder contacttijd te bieden.
Het wordt nog gekker, de ‘nieuwe hoofdbehandelaar’ waar de SPV onder gaat vallen, moet de cliënt minimaal twee keer per jaar gaan zien. Gaat hij mee op huisbezoek of nodigt hij de cliënt uit? Door de nieuwe afspraken met zorgverzekeraars zijn er budgets vastgesteld voor de zorg. De zorgverzekeraars willen dat hierin alle contacttijd plaatsvindt. Contact met een extra hoofdbehandelaar leidt impliciet tot hogere kosten en dus tot minder contacttijd met de cliënt. De overheid stuurt aan op een zuinige en efficiënte GGZ, de paradox is dat de zorg eerder duurder wordt en ontoegankelijker voor de cliënt.
Mag straks bijvoorbeeld de fysiotherapeut, in de basis ook HBO opgeleid, alleen werken met boven zich een medische specialist als hoofdbehandelaar? Geldt datzelfde voor de wijkverpleegkundige? De Sociaal Psychiatrische Verpleegkundigen zijn van oudsher specialist in de sociale psychiatrie en hebben inmiddels hun strepen verdiend met hun ‘body of knowledge’. Waarom moet daar een hoofdbehandelaar boven staan? Hun domein dient eerder te worden versterkt dan afgezwakt. Als de minister en de politiek dit zou inzien, dan wordt de zorg goedkoper en toegankelijker voor cliënten.
Betekent de regelgeving dat de nieuwe hoofdbehandelaars, zoals de GGZ-psycholoog, klinisch psycholoog en verpleegkundig specialist naar school gaan om les te krijgen in de sociale psychiatrie? Of krijgen we hier een goedkopere variant van die de cliënt ook thuis kan bezoeken?
Inmiddels speelt het probleem dat er landelijk onvoldoende capaciteit is aan hoofdbehandelaars en dat zal de komende jaren niet minder worden. Het plan van de minister is dus, behalve onwenselijk, ook niet uitvoerbaar.
De zorg voor de cliënt wordt in de nieuwe structuur minder toegankelijk, er komen minder contacturen en er komen meer hoofdbehandelaars. Dat de GGZ goedkoper en anders ingericht moet worden is bekend, maar met deze maatregelen is de cliënt de dupe. Behalve de cliënt die het kan betalen: die zoekt zijn heil bij het groeiende aantal particuliere initiatieven. Dat is het verschuiven van het probleem. Wordt er iemand in de politiek wakker?