We kunnen iets leren van de corona-crisis. Maar wat?
Toen we via Twitter, Facebook en onze nieuwsbrief vroegen naar wat de Corona-crisis voor de ggz betekent, verwachtten we een lawine aan negatieve ervaringen. Dat bleek een misvatting. Natuurlijk zijn er problemen, natuurlijk kunnen er mensen niet geholpen worden terwijl ze wel hulp nodig hebben, en natuurlijk heeft de opgelegde ‘sociale onthouding’ voor een aantal mensen vreselijke gevolgen. Geen misverstand: voor een fors aantal mensen die - als cliënt of als hulpverlener – met de ggz te maken hebben is de Corona crisis een ramp.
Maar opmerkelijker was dat veel ervaringen helemaal niet zo negatief waren als wij hadden verwacht. Sommigen reacties gaven zelfs blijk van een positief effect. Dat is best bijzonder.
Vier reacties waren zo typerend dat we besloten ze onverkort te publiceren. We dachten daarmee meer recht aan de ervaringen te doen dan wanneer we ze in een overzichtsartikel zouden verwerken, wat aanvankelijk de bedoeling was.
‘Een ode aan de patiënt’, noemt psychiater Roland Hoven zijn verhaal waarbij hij signaleert hoe één van zijn cliënten, ondanks al zijn problemen, zich toch vooral zorgen maakt om iemand anders.
Odile Schmidt legt in ‘Corona en doordraaien’ uit wat het voor haar betekent dat het contact met haar hulpverlener opeens verloopt via telefoon en beeldschermen. ‘Je wordt niet gek van incest en oorlog’, citeert ze de dichter Charles Bukowski, ‘maar van het afvoerputje dat verstopt is en van gebroken veters.’
‘Ik handhaaf een skelet-structuur’, schrijft Ilse van Dam in ‘Brinta’. Ze vervolgt met een lijst met activiteiten die ze onderneemt en eigenschappen die ze inzet om de problemen van het moment het hoofd te bieden. Vooralsnog werkt het: pluk de dag!
Anne-Roos van Kesteren, tenslotte, hoort van één van haar cliënten hoe hij plotseling dingen durft die hij nooit dorst. De oorzaak? “Nou, het is zo rustig op straat, bijna geen mensen, ik heb ruime baan, niemand die naar me kijkt of op me let, dat is zo fijn!!” Er gebeuren ook mooie dingen.
De vele reacties, een belrondje, facebook-berichten en andere informatie bundelden we tot een overzichtsartikel over de gevolgen die de corona-crisis heeft voor de ggz. De inspanningen van hulpverleners en instellingen, de overlevingsstrategieën van cliënten en wat de sociale distantie betekent voor veel van hen. Volledig zal het niet zijn, een beeld geven doet het wel. Centraal staat, dat de zorg zo goed als mogelijk moet doorgaan.
Al eerder gepubliceerd, maar erg passend bij dit thema-magazine, is het artikel van Dinah Miller over de problemen die corona kan opleveren bij een intramurale setting . Het is weliswaar geschreven voor de situatie in de Verenigde Staten, maar zonder veel wijzigingen toepasbaar voor Nederlandse situatie.
Positieve kanten
Nog even over de positieve kanten van de crisis. Ook op Twitter kwamen meldingen binnen dat cliënten het opvallend goed deden. Remke van Staveren, psychiater bij BuurtzorgT, twitterde dat veel van haar patiënten plotseling opknapten en vroeg zich af wat daar de verklaring voor zou zijn.
Haar collega Witte Hoogendijk geeft in de Volkskrant een mogelijk antwoord. Op de vraag ‘Belanden mensen tijdens crises als deze sneller in een depressie of psychose dan normaal?’ zegt hij: ‘Nee, eerder het tegenovergestelde. Ik heb het idee dat bij veel patiënten nu vooral een gezond deel van hun psyche wordt aangesproken, doordat er opeens concreet iets aan de hand is.’ Wel met een kanttekening: ‘Maar als de ambulante zorgverlening komt stil te vallen, zouden patiënten kunnen terugvallen of ontregelen.’
Het is een interessante vraag die, als het stof is neergedaald, zeker verder onderzocht moet worden. Zelf werkzaam als poh-ggz, merk ik dat veel cliënten voorzichtig zijn met het uiten van hun klachten: ’Want jullie hebben het al zo druk’. Dat zou betekenen dat het helemaal niet beter gaat met die cliënten, maar dat ze doen alsof, slechts bedoeld om de hulpverleners te ontzien.
Het kan ook zijn dat, nu iedereen opeens in hetzelfde schuitje zit, een isolement veel minder voelt als een isolement. Je bent opeens één met de wereld, een wereld waarvan je voorheen het gevoel had er niet bij te horen. Of misschien loopt de ggz nu opeens een stuk harder dan normaal, of wordt dat in ieder geval zo gevoeld.
Misschien ontstaat er ook plotseling meer begrip voor mensen die wat ‘anders’ zijn. Iemand (zonder psychiatrische klachten) zei me: “Opeens merk je hoe vervelend dat is, als iedereen met een boog om je heen loopt”.
En nog een ander: ”Voor de meeste mensen is dit nieuw. Als ik depressief ben zit ik elke keer in een isolement. Ik heb mijn copingstrategieën wel ontwikkeld.”
Linksom of rechtsom, er valt iets te leren van deze crisis. We weten alleen nog niet wát.