Soms wordt er voor gekozen om mensen met anorexia onder dwang sondevoeding te geven. Dat heeft veel impact, niet alleen voor de patiënt maar ook voor de zorgverlener. Karakter samen met VIGO-Pactum en de Duitse LVR-klinieken onderzoek gedaan naar de impact op professionals. Daaruit blijkt dat er meer tijd, aandacht en ondersteuning nodig is voor verwerking door behandelaars en teams, zo vertellen onderzoekers Katrin Bringmann en Bas de Veen.
Bij dwangsondevoeding wordt een slangetje door de neus ingebracht om vloeibare voeding naar de maag te leiden. Als een anorexiapatiënt zich verzet, dan kan die worden vastgehouden. Soms is dat nodig, om een kind te redden uit een kritieke fysieke situatie of om therapie effectief te kunnen toepassen. Maar zo’n situatie levert hele heftige ervaringen op, voor zowel de patiënt als de behandelaar of verpleegkundige. De professionals krijgen daarbovenop soms kritiek van de omgeving, naasten of zelfs vakgenoten. Zij voelen zich soms eenzaam. Het wordt tijd dat er aandacht voor de impact op personeel komt, betogen Bringmann en De Veen.
Onderzoek
Dat was de reden voor dit grensoverstijgend onderzoeksproject door het Euregional Netwerk for Child and Adolescent Psychiatry (ENCAP). Binnen ENCAP delen Karakter, VIGO-Pactum en de Duitse LVR-klinieken (uit Bedburg-Hau, Düsseldorf, Essen en Viersen) hun kennis en expertise. Katrin Bringmann is psycholoog en onderzoeksassistent bij Karakter en houdt zich onder andere bezig met cross-culturele psychiatrie. Bas de Veen is programmaleider en onderzoeker bij Karakter en kijkt naar de toegevoegde waarde van internationale kennisuitwisseling voor de klinische praktijk in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door het Interreg-programma Deutschland-Nederland en zijn programmapartners en is medegefinancierd door de Europese Unie. Katrin Bringmann: “We hebben tussen april en juni 2024 gesprekken gevoerd met artsen, psychologen, sociotherapeuten en verpleegkundigen in Nederland en Duitsland. We hebben ze gevraagd naar hun ervaringen, maar ook naar wat voor ondersteuning ze nodig hebben.” De resultaten werden begin dit jaar gepresenteerd tijdens een ENCAP-symposium in Kleve.
Verschillen
De basishouding over eetstoornissen is overal gelijk. Katrin Bringmann: “Iedereen wil de stoornis scheiden van het kind. Dus, het kind ís niet de eetstoornis maar het kind hééft een eetstoornis. Daarnaast moet je kijken naar het gezonde gedeelte. Dat kwam overeen.” Uiteraard waren er wel verschillen in aanpak tussen Nederland en Duitsland, zo leggen de onderzoekers uit. “In Duitsland vindt de behandeling van anorexia nervosa vooral in grote klinieken plaats”, zegt Bas de Veen. “In Nederland werken we met ‘stepped care’ en outreachende zorg voordat iemand in de psychiatrie terechtkomt. Er wordt veel gedaan in een ambulante setting. Daarin houdt de patiënt of het gezin automatisch wat meer regie.” De richtlijnen in Duitsland en Nederland komen erg overeen, dat is logisch want die worden vanuit de internationale literatuur beschreven. Maar er zijn wel accentverschillen tussen beide landen. Katrin Bringmann: “In Nederland en binnen Karakter is FBT de meest aangewezen behandeling: Family Based Treatment. Onze Duitse collega’s zijn daar nog wat minder bekend mee of hebben minder mogelijkheden om dat in te zetten.”
Eenzaamheid
“Ondanks de verschillen in aanpak en zorgsystemen, zijn de ervaringen met dwangvoeding en de impact ervan vergelijkbaar”, vervolgt Katrin Bringmann. “Dat leverde waardevolle gesprekken op tussen Duitse en Nederlandse professionals, maar ook emotionele. We zagen boosheid. Verdriet. De impact is heel groot.” De zorgverleners gaven bijvoorbeeld aan dat ze continu in dilemma zitten over de vraag: wat is ethisch en wat niet. Katrin Bringmann: “Kies je voor verbinding en autonomie of voor dwang en raak je de verbinding mogelijk kwijt? Die keuzes hebben significante effecten op de therapeutische relatie. Helaas bestaan hier geen handleidingen voor. Iedere keer moet je individuele keuzes maken en experimenteren wat het beste werkt.” Dat legt veel druk op verpleegkundigen en sociotherapeuten, vult Bas de Veen aan. “Een aantal professionals gaven aan dat ze soms eenzaamheid voelen. Er is niet veel personeel dat gedwongen voeding kan toedienen. Het komt vaak op dezelfde mensen neer. Dat vergroot de druk nog extra.” Ze doen iets waar ze soms niet achter staan of vraagtekens bij hebben. En toch moeten ze zich keer op keer verantwoorden, tegenover collega’s, artsen en beleidsmakers. Zo kan er ook frictie in teams ontstaan, legt Katrin Bringmann uit.
Cultuuromslag
De onderzoekers merkten dat daar weinig aandacht voor is en weinig ruimte om erover te praten met elkaar en samen emoties te verwerken. “Dat vraagt om een cultuuromslag binnen organisaties”, vindt Bas de Veen. “Er zou meer supervisie en meer intervisie moeten komen. Dat moet je inbouwen in de dagelijkse praktijk van de zorg. Bijvoorbeeld tijdens teambesprekingen. Ik denk niet dat het onwil is, maar men wordt volledig opgeslokt door de drukte van de dag.” De problematiek vraagt ook om een blik van buitenaf, vindt Katrin Bringmann. “Tijdens het symposium hebben we bijvoorbeeld gesproken over leertherapie, trainingen en de inzet van ervaringsdeskundigen of ervaringsprofessionals. Dat zijn allemaal mooie dingen om verder te onderzoeken.”
Awareness
De conclusies uit het onderzoek en het symposium gaan de basis vormen voor een paper dat voor de zomer verschijnt. Bas de Veen: “Daarnaast gaan we gesprekken houden met het management van organisaties. Er zijn duidelijke en concrete aanbevelingen voor verbetering. Daar kunnen ze iets mee gaan doen.” Het begint met awareness, vinden de beide onderzoekers: Neem de mentale gezondheid en duurzame inzetbaarheid van je professionals mee in je dienstverlening. Dat betekent dat psychologische ondersteuning structureel onderdeel moet zijn van de zorg – zodat het niet alleen aankomt op individuele zorgverleners of teams.
Illustratie: Hester van de Grift
Lees ook andere artikelen over hulp bij anorexia
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.