Richt je op
Ik heb geschreven over verschrikkelijk boos en verontwaardigd zijn, de noodzaak van klagen, over glimlachen, schaterlachen en huilen. En over het woord, het benoemen van wat je bezighoudt, van je gevoelens,
De buitenwereld gaat weer een stukje open. Ik ben nog vóór de officiële datum van 1 juni met het openbaar vervoer gegaan, met de trein, een ov fiets gehuurd. “Reizen alleen als het nodig is”: het was heel erg nodig, ik moest mijn dochter, schoonzoon en kleinkinderen zien. Gewoon, omdat dat verschrikkelijk nodig was en alleen ik kan dat beoordelen (ik was nog net geen 70, dus besloot dat ik niet tot de risicogroep behoorde).
Ik heb net als Renate Wennemars, die ik aanhaalde in mijn vorige stukje, op de trampoline, nou ja, niet gesprongen, maar gewiebeld, met mijn kleinkindertjes. Feest. Lachen. Het openen van binnenuit, dat moet weer opnieuw geoefend worden. Ik schreef in mijn eerste stukje over ‘ongevraagd advies’. Hoe snel dat vaak naar je toekomt, als je je vragend, of wat onzeker opstelt.
Daarover een vervolg: Het overkwam mij weer, terwijl ik me nog niet eens vragend of onzeker opstelde: ik was begonnen een contact, dat lange tijd ‘stilgelegen’ had, weer nieuw leven in te blazen. We hadden over en weer een leuke uitwisseling. Ik mailde over hoe belangrijk mijn therapeut voor me was, en dat ik hem miste tijdens zijn ziekte en in de coronatijd. En over het feit dat ik contact zoek met meer mensen met PTSS, om herkenning en bemoediging bij elkaar te vinden.
Daarop kreeg ik het ‘advies’ om met mijn therapie te stoppen, omdat ‘afhankelijkheid van een therapeut’ niet goed is; en uit te kijken met contacten met mensen met PTSS, omdat het gevaar bestond dat ik ging ‘leunen op aangedaan leed’. Baff! Hierbij past de foto met bokshandschoenen, die bij mijn eerste stukje stond.
Ik heb heel wat boksbewegingen gemaakt.
Ik ben zo ontzettend verontwaardigd geweest. Wat bezielt iemand die denkt me te kennen, maar uiteindelijk alleen maar een door eigen opvattingen gekleurd beeld van me heeft, menen te moeten zeggen over mijn leven, een oordeel te vellen, juist over dingen die me goed doen. Ik heb kort geschreven dat ik goed in staat ben mijn eigen route te volgen en mijn keuzes te maken. Maar: natuurlijk moet ik er ook weer iets van leren (dat houdt maar niet op!!).
En dat is dit: ga rechtop staan, en steek je licht niet onder de korenmaat, wat wil zeggen: doe je niet minder wijs voor dan je bent. Ik heb zoveel levenservaring, zoveel kennis vergaard in het hele lange proces van vechten, proberen verder te komen, ondanks de enorme impact van agressie en ontkenning in mijn basisgezin. Ik val om en sta weer op, elke keer opnieuw. Nu wil ik ook leren te zeggen wat ik te zeggen heb, als dat aan de orde is, mijn mening geven, (zonder ook in de valkuil van ongevraagd advies te stappen).
En dat begint met zeggenschap over mijn eigen leven, mijn eigen beslissingen, en daar voor te staan. Ik heb zolang het gevoel gehad dat ‘ik er niet toe deed’, dat daarmee ook het idee ontstaan is, dat wat ik te zeggen heb er niet toe doet. Ik praat te veel met vraagtekens. Leven met PTSS, je angsten en onzekerheden onder ogen zien, zonder slachtoffer te zijn: dat is sterk, daar is elke dag moed voor nodig.
En: ik ben ook wijs geworden. (en 70 dus). Ik heb heel wat therapie achter de rug, ik heb iets te vertellen. Ik heb een mening over wat er in het nieuws voorbij komt. Ik ben geneigd die voor me te houden in discussies, maar dat wil ik niet meer. Ik wil van me laten horen. Ik heb inzicht in menselijke verhoudingen. Ik heb een sterke intuïtie. Ik ben hooggevoelig, wat enerzijds veel beperkingen oplevert, maar wat me wel in staat stelt scherp waar te nemen, wat er bij een ander omgaat. Welnu, dit gezegd hebbende, betekent het niet dat ik nu ineens volop mijn zegje zeg. Het zit in kleine stapjes, in gesprekjes met mijn kinderen, met die van mijn vriend, contacten op de sportschool die binnenkort weer open gaat, of gewoon, even een praatje maken bij het boodschappen doen.
De deuren zwaaien niet in één keer wijd open, maar voorzichtig, kiertje voor kiertje.