Het is bepaald geen nieuw inzicht: opnieuw is aangetoond dat een goede therapeutische relatie en een resultaatgerichte samenwerking tussen therapeut en patiënt essentieel zijn voor de succesvolle behandeling van psychische aandoeningen. En het loont om vroeg in de therapie te beginnen. Dat blijkt uit een reeks metastudies die door een taskforce van de American Psychological Association (APA) onder leiding van hoogleraar psychologie Christoph Flueckiger is uitgevoerd.Het artikel is onlangs gepubliceerd in Journal of Consulting and Clinical Psychology.
Depressie, angst, verslaving - 30 procent van de wereldbevolking ervaart minstens één keer in zijn leven een psychische aandoening. Vooral in tijden van onzekerheid en isolement, zoals de huidige pandemie van het coronavirus, lopen we een risico. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn psychische aandoeningen één van de grootste en meest gestigmatiseerde problemen van de moderne samenleving. De gezondheidszorg spant zich buitengewoon in om behandelingen te verbeteren en zo kostenefficiënt mogelijk te maken. Psychotherapie heeft zich in de loop van de jaren tot een flexibele en laagdrempelige behandelingsmogelijkheid ontwikkeld.
Internationale meta-analyses van 400 onderzoeken
De relatie tussen therapeut en patiënt en hoe deze het behandelingssucces beïnvloedt, is in de geneeskunde lange tijd verwaarloosd. De laatste jaren krijgt dit onderwerp echter steeds meer aandacht. ”De relatie tussen therapeut en patiënt is vooral belangrijk als het gaat om de behandeling van psychische stoornissen”, zegt Christoph Flueckiger, hoogleraar psychologische interventies en psychotherapie aan de Universiteit van Zürich. ”Het therapeutische proces kan onaangename emoties opwekken en vereist dat patiënten bewust hun ervaringen en gedrag onder ogen zien.”
Onder leiding van Flueckiger en met onderzoekers uit 17 landen, heeft een taskforce van de American Psychological Association (APA) nu een reeks meta-analyses uitgevoerd. Ze onderzochten bijna 400 empirische studies met betrekking tot de invloed van de therapeutische relatie op het behandelresultaat. Hun analyses laten zien dat het in praktisch alle opgenomen onderzoeken mogelijk was om de uitkomst van de therapie te voorspellen op basis van de kwaliteit van de therapeutische relatie. Dat gold voor alle vormen van behandeling, uitkomstmetingen, patiëntkenmerken en landen.
‘Een vertrouwensvolle, resultaatgerichte relatie’
”Behandelingen voor psychische stoornissen zijn vooral succesvol wanneer de therapeut en de patiënt samenwerken in een vertrouwensvolle, resultaatgerichte relatie”, vat Flueckiger de analyses samen. Binnen deze zogenaamde werkalliantie zijn beide partijen het eens over de taken, aanpak en doelen van de therapie, en werken ze samen om deze te bereiken.
Sommige stemmen in het wetenschappelijke discours vermoedden dat de werkalliantie tussen therapeut en patiënt en het daarmee gepaard gaande behandelsucces slechts een bijwerking waren die door andere factoren werd veroorzaakt. Enkele van de factoren waarvan wordt aangenomen dat ze een rol spelen, zijn onder meer eerdere behandelervaring, ernst van de symptomen, therapeutische benadering of vooruitgang die tijdens het therapeutische proces is geboekt. De werkgroep van Christoph Flueckiger vond echter geen enkel bewijs dat deze factoren afbreuk deden aan de betekenis van de werkalliantie voor het resultaat van de therapie.
Een vroege alliantie is cruciaal
De uitkomsten van de analyses benadrukken het belang van de vroege behandelingsfase voor het resultaat. Flueckiger: ”In het begin van de behandeling is er een positief wederzijds verband tussen de ernst van de symptomen en het samenwerkingsverband, en dit resulteert vaak in een positieve opwaartse spiraal”. Met andere woorden, een goede onderlinge relatie tussen een therapeut en een patiënt helpt de symptomen te verminderen, wat op zijn beurt de therapeutische relatie versterkt.
”Onze studies bewijzen dat het de moeite waard is om te investeren in een respectvolle, vertrouwensvolle therapeutische samenwerking, vooral als het gaat om de behandeling van psychische aandoeningen”, zegt Flueckiger. “Hoewel dit idee ook op andere medische gebieden wordt gevraagd, is implementatie en training vaak onvoldoende”.
Bron: Journal of Consulting and Clinical Psychology.
--------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, Opgeven van je mailadres is voldoende.
Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.