Een trauma door emotionele mishandeling binnen een relatie
Emotioneel en psychisch huiselijk geweld komt veel voor en veroorzaakt ernstige traumaklachten. Het herkennen van deze vorm van mishandeling is echter moeilijk. Hierdoor blijft adequate behandeling vaak uit. Het kan ook anders, zo laten Tako Engelfriet en Iris Koops in dit artikel zien.
Emotionele en psychische mishandeling bestaat uit het dagelijks intimideren, lastigvallen, denigreren, verwarren, controleren, manipuleren, isoleren, bedreigen, kleineren en corrumperen van een partner of kind. Wetenschappers noemen dit patroon ook wel dwingende controle of intieme terreur. Slachtoffers zoeken vaak wel hulp, maar komen niet met een duidelijk verhaal. Hoe kun je als professional dan vaststellen wat er gaande is? Aan de hand van de casus van Anna* laten we zien hoe een therapeut de puzzel legt.
Anna’s leven
Anna is 43 jaar en moeder van een tweeling. Ze neemt contact op met een therapeut vanwege een burn-out. Ze heeft een universitaire opleiding en werkt parttime in een administratieve functie. Bij de eerste kennismaking komt ze over als vriendelijk, intelligent en professioneel. De therapeut merkt echter al snel op hoe wankel ze is. Anna lijkt af en toe afwezig tijdens de sessies, soms praat ze juist veel en snel. Haar lichaamshouding is verkrampt en ze is schrikachtig. Ze heeft last van spanning in haar rug, maagproblemen en slaapt slecht.
Anna piekert veel en twijfelt vaak aan zichzelf en aan kleine, alledaagse dingen. Ze heeft vaker therapie voor angstgevoelens en depressie gehad, maar haar klachten keren telkens terug. Ze zegt dat het thuis niet altijd goed gaat, maar is terughoudend met praten over haar partner. Ze legt de oorzaak van haar relatieproblemen bij zichzelf en ze is bang dat ze haar kinderen ook niet goed opvoedt.
Nooit boos
Anna voelt teveel schaamte om over haar problemen te praten met de weinige vrienden en familieleden waar ze nog contact mee heeft. Volgens haar vorige therapeut heeft ze trekken van een afhankelijkheidsstoornis. Ze zegt dat ze een doorsnee jeugd heeft gehad, haar ouders hadden altijd alles voor haar over. Op aandringen van haar werkgever en haar man is Anna weer hulp gaan zoeken.
Anna richt zich steevast op de behoeftes van anderen en zegt vaak sorry. Ze neemt voor elke miscommunicatie de schuld op zich: ‘ik had ook niet moeten zeggen dat…’, ‘ik ben ook niet zo’n gemakkelijk type’ of ‘als ik me anders had gedragen, dan was hij niet geïrriteerd geworden’. Ze noemt zich overgevoelig als ze geraakt wordt. Ze mag van zichzelf niet boos zijn (‘ik ben eigenlijk nooit boos’).
Bekende tactieken
Haar burn-out is de aanleiding om in therapie te gaan, maar de therapeut denkt dat er meer aan de hand is. Haar continue stress, piekeren, hyperalertheid en lage zelfbeeld zijn bekende traumasymptomen, net als haar depressie- en angstklachten. Anna’s maag-, rug- en slaapproblemen kunnen, net als andere somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten (SOLK), ook wijzen op trauma.
Anna lijkt niet vanuit zichzelf naar therapie te komen en ze start haar zinnen vaak met ‘Mijn man zegt dat ik…’ Misschien is ze te afhankelijk van haar partner? Liggen haar klachten echt bij haarzelf? De therapeut overweegt ook of ze niet een sturende partner heeft die het bezoek heeft afgedwongen.
Opbouw en dynamiek
Anna is geïsoleerd geraakt en de paar kennissen en familieleden die nog over zijn, herkennen het destructieve patroon in haar relatie niet. Anna leeft onder continue psychische chaos en emotionele druk en is volledig gericht op overleven. De dreiging van emotionele mishandeling maakt Anna hyperalert en angstig. Haar overweldigende thuissituatie ervaart ze onbewust als een soort Russisch roulette. Omdat ze niet ziet in welke situatie ze zit, kan ze dit niet concreet aan haar therapeut vertellen.
Anna’s therapeut houdt er een onbestemd gevoel aan over en besluit de signalen te bespreken met een collega met kennis van emotionele en psychische mishandeling. De collega herkent verschillende signalen van huiselijk geweld en raad aan goed door te vragen op de thuissituatie. De therapeut begint de verschillende puzzelstukjes bijeen te leggen en vraagt Anna in de volgende sessies voorzichtig naar de dynamiek in de relatie met haar man en de chronologische opbouw ervan.
Haar best doen
In eerste instantie omzeilt Anna zoveel mogelijk de vragen van haar therapeut naar haar relatie; ze schaamt zich. Wat de therapeut opvalt, is de toename van spanning in haar lichaam. Ze lijkt bang, nerveus. Ze zegt: ‘Ik wil niet negatief zijn over mijn man.’ De therapeut geeft aan dat het niet gaat om negatief zijn, maar om inzicht krijgen in de realiteit. Met als doel Anna beter te begrijpen en verder te helpen. De therapeut moet haar eerst verzekeren dat alles binnenskamers blijft, voordat ze iets durft te vertellen.
Op basis van wat Anna vertelt openbaart zich een patroon. Haar partner was in het begin helemaal op haar gericht. Ze voelde zich voor het eerst in haar leven echt gezien en begrepen. Ze was intens verliefd en stapte vol vertrouwen in de relatie. Maar alles veranderde toen ze zwanger raakte van de tweeling. Ze had een gecompliceerde zwangerschap en was vaak misselijk. Haar man reageerde er meestal geïrriteerd op. Hij begon kritiek te hebben op alles wat ze deed. Anna ging twijfelen aan zichzelf en probeerde nog meer haar best te doen.
Ogenschijnlijke tegenstelling
Sinds de baby’s geboren zijn, lijkt het alsof haar man jaloers is op de sterke moederband met hen. Hij is steeds hogere eisen gaan stellen. Sinds een paar maanden wil hij bijvoorbeeld opeens eten op een vast tijdstip, als hij thuiskomt van werk. Wijkt ze hier ook maar een minuut van af, dan ervaart hij dit als een afwijzing. Hij brengt het als grapje, of met een glimlach, maar onderhuids voelt ze dreiging. Dit is één van de vele voorbeelden die Anna druppelsgewijs geeft van het controlerende gedrag van haar man. Zijn woorden zitten telkens verpakt in tegenstrijdige boodschappen, waardoor Anna steeds meer aan zichzelf is gaan twijfelen. Nu begrijpt de therapeut waarom Anna zichzelf in het begin steeds verontschuldigde: ze is zichzelf als de bron van alle problemen gaan zien.
Kennis van het gedrag van daders is onontbeerlijk voor professionals die de dynamiek van destructieve relaties, zoals die waar Anna in zit, willen onthullen. Daders van huiselijk geweld hebben vaak trekken van narcisme of psychopathie: vijandig, weinig empathie en geweten, misbruik maken van anderen, snel gekrenkt zijn en een opgeblazen zelfbeeld. Anna beschrijft haar partner als een rustige, normale man, zeker geen opschepper, maar achter die façade lijkt ook iets destructiefs verborgen te liggen. Van deze ogenschijnlijke tegenstelling raakt ze telkens in de war.
Een doorbraak
Anna heeft steeds de neiging haar partners’ schadelijke gedrag aan zichzelf te wijten. De therapeut helpt haar op empathische wijze dit in te zien. Voor haar vormt dit een ingang om zelf antwoorden te vinden op vragen die ze zich eigenlijk al heel lang stelt. Ze begint in te zien dat haar symptomen begrijpelijke reacties zijn op het destructieve gedrag van haar partner. Anna krijgt nu zicht op haar burn-out op werk. De oorzaak hiervan ligt grotendeels bij haar partner: hij zet haar thuis enorm onder druk en dwarsboomt haar ambities subtiel maar doelbewust, zodat ze veel stress ervaart.
Op basis van haar getuigenissen neemt de therapeut vervolgens een duidelijk moreel standpunt in. Hij zegt dat het niet normaal is hoe haar man haar behandelt en dat een gezonde relatie gelijkwaardig is. ‘Het is logisch dat je zoveel klachten hebt, dit klinkt als emotionele mishandeling’. Ze schrikt hier eerst hevig van, maar het is een doorbraak in de therapie. Misschien is ze niet labiel of gek. Misschien ligt het niet aan haar.
Authentieke zelf
Het ‘onschuldigen’ is essentieel bij slachtoffers van emotionele en psychische mishandeling. Ze zijn jarenlang gehersenspoeld door hele en halve leugens, verwarrende boodschappen, subtiele omdraaiingen, stiltebehandelingen en verkapte dreigementen. Anna’s man goochelt voortdurend met de realiteit en daardoor is ze sterk gaan twijfelen aan haar eigen waarneming. Haar therapeut spiegelt haar de realiteit. Nu kan ze zich pas onttrekken aan het web.
Anna gaat een intensieve periode in. Ze ziet eindelijk mogelijkheden om uit de problemen te komen, omdat de oorzaak van haar klachten nu duidelijk is. Ze realiseert zich dat ze niet gelukkig kan zijn met haar man en zegt dat ze misschien van hem moet scheiden, ook voor de kinderen. Ze zal nog veel voor haar kiezen krijgen. Maar, eenmaal veilig en op eigen benen, kan Anna werken aan haar herstel en haar authentieke zelf weer gaan ontdekken.
De case van Anna is gefingeerd, maar gebaseerd op de vele duizenden getuigenissen die het Verdwenen Zelf de afgelopen jaren hebben bereikt.
Tako Engelfriet is voorzitter van Stichting het Verdwenen Zelf. Iris Koops is oprichter van het Verdwenen Zelf en auteur van twee boeken over de impact van emotionele en psychische mishandeling. Bij de totstandkoming van dit artikel zijn psychologen en therapeuten uit het netwerk van het Verdwenen Zelf betrokken geweest. Voor meer informatie over emotionele en psychische mishandeling: zie ook een eerder artikel van het Verdwenen Zelf op GGZ Totaal.