Terwijl de wachtlijsten voor specialistische ggz soms oplopen tot langer dan een jaar, maken instellingen voor basis-ggz reclame met ultrakorte wachttijden. Minister Helder vindt dat geen probleem, blijkt uit antwoorden op Kamervragen van Joba van den Berg (CDA). Immers, het is de huisarts die bepaalt of doorverwijzing nodig is. Ook vindt de Minister het belangrijk dat mensen op tijd iets doen met de klachten die zij hebben omdat dergelijke klachten de opmaat kunnen zijn naar ernstigere psychische problematiek.
In ieder geval is zij niet van plan deze reclame-uitingen te verbieden.
De volledige vragen en antwoorden:
Vraag 1: Bent u bekend met reclame-uitingen van verschillende ggz-aanbieders, zoals de reclame van Mindler?
Antwoord: Ja.
Vraag 2: Hoe verhoudt de ggz-zorg die via deze reclameborden aangeboden wordt zich tot ggz-zorg die via de huisarts geboden worden?
Antwoord: De huisarts biedt generalistische zorg waaronder ook lichte psychische hulp binnen de kaders van de huisartsgeneeskundige zorg. Dit gebeurt vaak via de POH-ggz. Huisartsgeneeskundige zorg omvat ook zorg aan patiënten met psychische, psychosomatische of psychosociale problematiek. Het gaat in dit geval vooral om vraagverheldering waarbij er eventueel geneesmiddelen kunnen worden voorgeschreven en zo nodig wordt doorverwezen. De Poh-ggz biedt ondersteuning bij lichte psychische klachten, door onder andere het geven van psycho-educatie, en interventies gericht op verbetering in functioneren van de patiënt. Indien nodig verwijst de huisarts of Poh-ggz door naar de ggz.
Vraag 3: Vindt u dat dit soort advertenties leiden tot medicalisering van bepaalde klachten? Waarom wel of waarom niet?
Antwoord: Zoals ik in antwoord op vraag 2 is aangegeven, is het de huisarts die bepaalt of doorverwijzing nodig is. Het is belangrijk dat mensen op tijd iets doen met de klachten die zij hebben omdat dergelijke klachten de opmaat kunnen zijn naar ernstigere psychische problematiek. Het juiste antwoord ligt echter niet altijd in de zorg. De huisarts kan samen met de betrokkene bezien wat er echt nodig is en doorverwijzen, ook bijvoorbeeld naar voorzieningen in het sociale domein als dit beter aansluit. Daarmee kan onnodige medicalisering worden voorkomen.
Vraag 4: Helpt dit om de wachtlijsten in de ggz-zorg te doen afnemen? Waarom wel of waarom niet? Kan dit worden onderzocht als dit niet bekend is?
Antwoord: Mindler beperkt zich tot de basis ggz. Voor deze zorg is vooral de wachttijd tot een intake (te) lang, gemiddeld 8 weken (4 weken langer dan Treeknorm). Daarmee kan het aanbod van Mindler bijdragen aan het terugdringen van de wachtlijsten voor de basis ggz. Daarnaast zijn er ook andere voorbeelden in de praktijk waarvan ik verwacht dat ze kunnen bijdragen aan het terugdringen van wachtlijsten, waaronder het initiatief van GGZ Breburg. In hun werkwijze wordt er sneller en breder getriageerd en ook het sociale domein betrokken, naast de zorgverleners.
Vraag 5: Is de zorg die aangeboden wordt op de reclameborden winstgevend voor deze zorgaanbieders?
Antwoord: Ik heb er geen zicht op of dit specifieke behandelaanbod winstgevend is voor Mindler.
Vraag 6: Wat vindt u ervan dat Mindler zich ook rechtstreeks tot de Nederlandse zorgconsument wendt, zoals advertentiecampagnes met Nederlandse influencers, die worden betaald om over hun ervaringen met Mindler te delen op Instagram?
Vraag 7: Klopt het dat deze digitale ggz-aanbieders aan ’cherry picking’ doen en vooral de overwegend jonge, gezonde patiënten aannemen?
Vraag 8: Kunt u aangeven of er wettelijke mogelijkheden zij dit soort reclame-uitingen te verbieden? Zo niet, kunt u verder onderzoeken wat er wel mogelijk is?
Antwoord 6, 7 en 8: Het is een zorgaanbieder niet verboden om reclame-uitingen te doen over een product of dienst, mits deze uitingen niet misleidend zijn en géén afbreuk doen aan het bepaalde bij of krachtens de Wmg, de Zvw of de Wlz. De NZa houdt hier toezicht op. Wat onder misleiding verstaan kan worden, heeft de NZa nader ingevuld in de Regeling transparantie zorgaanbieders TH/NR-018.
Voor ggz is een verwijzing nodig door de huisarts. De huisarts – of POH-ggz – bepaalt wat iemand nodig heeft. Digitale basis-ggz kan voor sommige mensen een oplossing zijn. Ik kan mij voorstellen dat jongere patiënten zich aangesproken voelen door genoemde wijze van adverteren.
Vraag 9: Is er onderzoek gedaan naar de kwaliteit die dit soort aanbieders bieden? Zo nee, kan er onderzoek worden gedaan bij deze aanbieder naar de kwaliteit van deze online ggz-zorg?
Antwoord: De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd heeft in februari 2021 een eerste bezoek aan Mindler afgelegd en op basis daarvan verbetermaatregelen opgelegd Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd - Zoekresultaten (igj.nl). Deze verbetermaatregelen zijn deels getroffen. Dit jaar zal de IGJ opnieuw een
inspectiebezoek afleggen en in september 2022 hiervan verslag doen
Bron: Kamerbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.