Ongeveer een half miljoen jongeren van 16 tot en met 24 jaar zorgt voor een naaste met gezondheidsproblemen: in totaal gaat het om één op de vier jongeren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de Week van de Jonge Mantelzorger publiceert. Dit gaat vaak goed, maar niet altijd. Eén op de drie jonge mantelzorgers voelt zich matig of ernstig belast. Het geven van mantelzorg heeft consequenties voor het welzijn en de toekomst van die jongeren. Een maatschappelijke discussie over de wenselijkheid daarvan is nodig, vindt het SCP.
Kerncijfers jonge mantelzorgers 16-24 jaar
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren die mantelzorg verlenen vooral een eerste- of tweedegraads familielid (85%) ondersteunen. Een meerderheid van de jonge mantelzorgers (72%) combineert dat met het volgen van een opleiding. Een kwart van hen kan daardoor onvoldoende tijd besteden aan huiswerk, voorbereiding van lessen of opdrachten. Nog eens driekwart van de jongeren met een zorgtaak heeft een betaalde baan. Een op de tien van hen meldt dat zij door de zorgtaak minder geconcentreerd kunnen werken.
Achttien procent van de mantelzorg-verlenende jongeren geeft hulp aan een persoon met psychische of psychosociale problemen. Aanvullende analyses laten zien dat juist deze jongeren een groter risico op hoge belasting lopen.
Het onderzoek laat zien dat het met veel jongeren goed gaat, maar dat er wel meer oog voor hun situatie kan zijn. Het SCP beveelt aan om de zorg door jongeren aan naasten bespreekbaar te maken op school en op het werk, zodat beter bekend is wat er bij jongeren in de privésituatie speelt. Zo kunnen jongeren áls ze behoefte hebben aan ondersteuning, makkelijker de weg naar een luisterend oor of andere vormen van steun vinden. Maak daarbij duidelijk wat er onder mantelzorg verstaan wordt, want 80% van de jongeren die zorg verleent, vindt zichzelf geen mantelzorger. Praat met jongeren zelf over hoe zij ondersteund willen worden, adviseert het SCP.
Jongeren die mantelzorgen: hoort het erbij of niet?
De situatie waarin een deel van de jongeren zich bevindt, werpt volgens experts fundamentele vragen op. Er wordt door de overheid een beroep op burgers gedaan om zorgtaken op zich te nemen. Deze belasting komt ook bij jonge mantelzorgers terecht. Uit eerder onderzoek van het SCP (Bezorgd naar school, 2020) bleek dat scholieren met een ziek gezinslid meer psychosomatische klachten (zoals slaapproblemen, vermoeidheid) ervaren dan andere scholieren. Ook al vinden jongeren het vaak fijn om voor een zieke naaste te zorgen; het kan ook mentale druk opleveren. Jonge mantelzorgers kunnen minder ruimte hebben voor school en andere activiteiten die bij hun levensfase passen. Hiermee komen we als samenleving voor de volgende vragen te staan: laten we jongeren intensieve hulp bieden, met risico voor hun persoonlijke ontwikkeling en kosten op de lange termijn? Of beschermen we hen tegen te zware zorgsituaties, waardoor de druk op andere hulpverleners toe kan nemen? Deze vragen zijn kwesties die een maatschappelijke discussie verdienen. In het essay Meedoen aan de samenleving (2022) en het essay De Menselijke Staat (2022) reikte het SCP beleidsmakers daarvoor al een aantal handvatten.
Me-We project
Ook nam het SCP samen met Vilans deel aan het Europese Me-We onderzoek naar jonge mantelzorgers van 15 tot en met 17 jaar. Meer informatie over dit project is nu terug te vinden in een digitaal magazine , dat op basis van het onderzoek is samengesteld. Er is onder andere onderzoek gedaan naar wet- en regelgeving rond jonge mantelzorgers en er is een veerkrachtstraining ontwikkeld. De training bestaat uit een zevental wekelijkse groepssessies met andere jonge mantelzorgers. Een speciaal ontwikkelde app maakt onderdeel uit van de training. Uit onderzoek naar de effectiviteit bleek de training een positief effect te hebben op de korte termijn.
Bron: SCP