Psychisch en emotioneel geweld blijft vaak onzichtbaar voor professionals
In een interview met Ilse Westerhoff vertelt Lot gedetailleerd over de onveilige situatie waarin haar dochter Ronja opgroeit, de impact op Ronja en de betrokkenheid van Veilig Thuis en Jeugdbescherming.
Over Ronja
Ronja is 14, ze zit nu in de 2e van de middelbare school. Zij is een meisje dat naar buiten toe heel open en makkelijk in het contact is. Ze praat makkelijk met mensen, dat vindt ze heel gezellig, ze houdt erg van reuring, hoe meer mensen hoe gezelliger. Ze vindt het leuk om spellen als weerwolven te initiëren en te spelen op een camping bijvoorbeeld. Ze neemt daar de lead in. Ze houdt erg van bewegen, trampolinespringen vindt ze erg leuk. Ze speelt waterpolo en saxofoon. Ze heeft veel energie in zich. Het is er wel eentje die graag ruig wil, dus knuffelen is bijna stoeien. Soms word ik gewoon gewurgd, dan zeg ik “Lieverd wil je me zachtjes knuffelen? Dank je.”. Maar er zit ook iets heel bepalends in haar manier van Zijn.
Ze heeft karakter. Ze heeft een wat dwingend karakter gekregen in de afgelopen paar jaar waarbij er ook venijnige communicatie kan plaatsvinden wat ik ook wel als agressief ervaar.
Veilig Thuis en Jeugdzorg
Ze stortte in 2018 bij mij in met allerlei klachten als duizeligheid, bleek zien in het gezicht, concentratieproblemen, hoofdpijn, misselijkheid. Ze was al een aantal maanden op deze manier aan het kwakkelen zonder koorts, maar ze zat duidelijk niet lekker in haar vel. Begin februari 2018 vertelde ze me huilend dat “papa altijd zo boos doet” en “ altijd het plaatje voor me dat papa zo boos doet waardoor ik me niet goed kan concentreren op school”. Toen kwamen Veilig Thuis (VT) en Jeugdzorg in beeld, want ik had op alle alarmknoppen gedrukt. Helaas was ik niet verbaasd, want Paul was tijdens de relatie naar mij frequent verbaal agressief, intimiderend, kleinerend, gezagsondermijnend in zijn communicatie. Ook smeet hij geregeld in zijn boosheid met kastdeuren of met speelgoed van de kinderen. Hij kon dreigend tegenover me komen staan. Naar de kinderen kon Paul heel boos worden om niks. Ronja deed begin februari 2018 uitspraken als: “Mama, sinds jij weg bent, is het veel erger geworden.” “Ik wil een cijferslot op mijn deur want als papa zo boos doet, mag hij mijn kamer niet in.” “Als ik bij papa ben dan wil ik in een kooi.”
Impact op Ronja
Wat nog in mijn geheugen gegrift staat, is dat zij heel bang kon zijn voor hem. Toen zij net 1 was, at zij slecht haar avondeten, vrij normaal gedrag voor een kind van 1, maar van hem moest en zou ze eten. Ze at niet, dus hij pakte haar op onder haar oksels en hij schudde haar heen en weer en hij schreeuwde “je moet eten!!”. Zo ging hij tegen haar tekeer, terwijl ze 1 jaar was. Als ik dan zei “hou eens op” schreeuwde hij “hou je kop!!”. Zo reageerde hij vervolgens op mij. Dus zo gauw ze uit zijn handen was, zei ik “kom maar lieverd, kom maar even knuffelen”. Ik voelde me machteloos in die situatie, want als ik reageerde werd hij echt woest. Agressief verbaal, met de kinderen erbij. Ik kon beter mijn mond houden, zoveel als mogelijk. Het maakte niet uit wat ik zei, ik triggerde hem per definitie. Dus ik kon beter even afwachten en daarna Ronja knuffelen en dan zeggen “Kom maar bij me lieverd”. Dat deed ik gewoon, want ik dacht over hem “zoek het uit!”, ik vond het zo’n klootzak op zulke momenten. We zaten nooit op één lijn, over niks.
Toen Ronja door elkaar geschud werd huilde ze. Ik vond het verschrikkelijk. Dat is echt één van de situaties die ik niet ben vergeten. Ik dacht geregeld: ‘hoe ga ik in godsnaam ooit hier weg terwijl mijn kind hier dan ook nog zit de helft van de tijd? Hoe kan ik haar in godsnaam nog beschermen tegen dit?’ Dus het heeft bij mij echt even geduurd voordat ik die stap heb durven nemen. Ik was zo bezorgd om Ronja, voor mezelf wist ik ‘ik moet hier weg, dit is niet oké’, verre van oké. Want zo ga je niet met mij om, met niemand ga je zo om. ‘Hoe haal je het in je hoofd?!’
Gevoelens
Paul is een horecaman, hij kan heel goed gastvrij spelen. Hij weet heel goed hoe hij iemand met voedsel in de watten kan leggen. Als je je enkel hebt gebroken kan hij wel begrip hebben, maar als je je kut voelt, dan is het ingewikkeld. Reflecteren of zich verplaatsen in een ander dat is best wel moeilijk.
Ik heb wel eens gezegd “als jij je nou boos voelt worden, tel dan eens tot 10 of loop een blokje om”. “Nee!” Hij heeft letterlijk gezegd dat je kwetsbaar tonen zwak is. En als ik wilde levelen met anderen dan moest ik dat maar met mijn vrienden doen, zo heeft hij wel eens gezegd. Dat was best wel alleen voor me. Eigenlijk al sinds Ronja er was – in het begin was er nog wel een soort van samen – werd het steeds grimmiger. Eigenlijk leefde ik parallel ouderschap tijdens mijn relatie, al heel lang. Ik was ook heel goed in mijn eigen plan trekken, ik vond het wel prima dat hij lekker op zijn werk was, dan had ik geen last van hem. Ik wist ook op dat moment dat ik dat dacht ‘eigenlijk is dat geen basis voor een relatie’ maar ik had een zorg en een angst, want wat als ik wegga? En wat gebeurt er dan met Ronja?
Het heeft te maken met zijn agressieve, niet beschikbare gedrag. Als Ronja ’s nachts huilde, was ik altijd degene die uit bed ging. Die 1 of 2 keer dat hij het heeft gedaan, reageerde hij boos tegen Ronja, en ging ze nog meer huilen, werd ze bang. Hij ging tegen haar schreeuwen - terwijl ze troost nodig had - om haar stil te krijgen, want ze moest wel luisteren. Luisteren!
Betrokkenheid hulpverlening
De aanleiding voor het betrekken van hulpverlening was ik. Ik heb op alle alarmknoppen gedrukt, begin februari 2018, omdat ik het heel zorgelijk vond voor Ronja, omdat ze volledig bij me instortte.
En tja, ik was niet verbaasd.
Ik had al eerder bedacht ‘als ik óóit zorgelijke signalen krijg van Ronja, dan druk ik direct op alle alarmknoppen, want met Paul in gesprek gaan heeft geen zin, dan doe ik het via professionele hulp, op die manier’. Ik heb daarom VT gebeld. Ik heb aangegeven wat mijn dochter aangaf en ik heb gezegd “Ik hou haar bij mij, ze gaat niet naar vader. Ik weet dat ik hiermee het ouderschapsplan overrule, maar ik kan niet mezelf recht in de spiegel aankijken als ik haar nu terugstuur naar de plek waar zij een boze vader aantreft. Eerst moet er een veiligheidsplan komen”. VT zei “Je moet naar het wijkteam”. Dus ik heb meteen met het wijkteam contact opgenomen.
Het was een heftige tijd, want ik dacht “het gaat gewoon niet goed met je”, dus ik heb Ronja anderhalve week toen bij mij gehouden. Ik heb ook de politie geïnformeerd om aan te geven dat ik haar niet gijzelde en wilde dat er een veiligheidsplan zou komen. Ook informeerde ik de huisarts en school. De politie gaf me groot gelijk, want ik zei “Ik wil dat mijn kind veilig is, óók bij haar vader. Ik wil dat ze weer naar haar vader gaat, maar er moet éérst een veiligheidsplan komen.” Ze gaven me allemaal gelijk op dat moment. Ik vond het een hele spannende tijd. En Ronja wilde ook weer naar haar vader toe op een gegeven moment en dat ik dacht ‘Ja, dat snap ik’.
Binnen 5 dagen zaten we met het sociale wijkteam om de tafel, en dat had ermee te maken dat ik het omgangsschema niet nakwam. Niet eens met de veiligheid van Ronja! Kort daarop volgde een tweede gesprek met het sociale wijkteam en een consult met ook GI (Gecertificeerde Instelling).
In een apart gesprek met de sociaal professional, ongeveer een week nadat het sociale wijkteam en ook GI met ons als ouders hadden gesproken, heeft Ronja ook genoemd naar de sociaal professional dat papa zo boos wordt en dat papa ook heel snel boos wordt, en wel tien keer op een dag en om niks, en dat zij dan ook boos wordt en dan bang. Er is van alles uitgekomen waardoor er alarmbellen hadden kunnen afgaan bij de professionals. Maar nee, wij moesten naar een soort van bemiddelingstraject van het sociale Wijkteam en GI. Toen heb ik al gezegd “Dat heeft geen zin, maar prima, jongens, dan gaan we dat doen, komen we er vanzelf achter dat het niet werkt.” Nou ja, en het is eigenlijk van kwaad tot erger geworden. De gezinsbemiddelaar had bedacht een soort experiment te willen proberen omtrent het omgangsschema. Toen dacht ik ‘hier zitten we helemaal niet voor’, dus ik heb het vertrouwen uiteindelijk middels een klachtgesprek met het AKJ in haar opgezegd. Zij veroorzaakte toename van strijd mijn kant op en een grotere onveiligheid voor Ronja. Ze was partijdig voor Ronja’s vader, zoals ik ervoer, en ze hield zich niet aan de opdracht van het sociale wijkteam en GI om te kijken of wij er als ouders samen uit konden komen.
Liegen
Wat ik aan Ronja zie is dat ze veel liegt en heb het daar geregeld met haar over. Ze weet dat ik dat het allerergste vind, want ‘hoe kan ik je dan vertrouwen’. Maar dit is haar coping mechanisme, dus ik worstel ook met hoe blijf ik mild versus dit is de grens versus ‘je kunt alles bij me kwijt’ versus waar geef ik haar de ruimte. Het is heel erg zoeken soms naar ‘hoe ga ik om met een kind dat zó klem zit, dat totaal gesloten is als een oester, geen contact maakt met zichzelf? Heel vaak ‘weet ik niet’ zegt als ik met haar wil reflecteren’. “Nee mama, ik wil het er nu niet over hebben”.
Beeld hulpverleners
Het beeld dat de hulpverleners hebben van Ronja? De Jeugdbeschermers hebben geen idee, want ze spreken Ronja niet of nauwelijks, afgelopen jaar 2 x 10 minuten. En als ze dan vragen “Hoe gaat het?” antwoordt Ronja “Ja goed”, en dat is dan het gesprek. Als er wordt doorgevraagd bij Ronja reageert ze met “Ik weet het niet”, “het gaat goed” of “boeien”, dat zijn de antwoorden die je krijgt. Eigenlijk staat er niets in de verslagen. En de verslagen die er zijn van de hondencoach die Ronja individueel begeleidt, die worden niet meegenomen naar de rechter. Dat vind ik ook zo boeiend.
Er zijn allemaal mensen die betrokken zijn en die spreken ze dan niet. Ik heb ook gezegd “Wanneer gaan jullie met die mensen in gesprek? Er zijn echt mensen die dingen aan Ronja zien en als je mij niet gelooft, dat kan, maar dit is wel wat ik zie bij mij thuis. Ga met mensen in gesprek.”
Ik vind dat het niet goed gaat met Ronja, maar wat ik wel merk is dat er ingangen bij Ronja zijn als ik vertel wat het met mij doet. Dan heb ik wel contact met haar. Dan kan er reflectie ontstaan. Dus niet “Dit en dit valt me aan je op”, dan reageert ze met “Ja mam, ik wil het er nu niet over hebben.” Terwijl als ik zeg “Dit doet me verdriet, dit is wat ik ervaar”, dan komt er wel een gesprek. Ze heeft mijn kwetsbaarheid nodig en dat het er mag zijn, want haar vader reageert 180 graden het tegenovergestelde. Een groter contrast tussen twee ouders kun je niet hebben. Dat vind ik best wel heel heftig voor haar, maar dat is haar realiteit.
Wat ging er goed?
We hebben VT medewerksters gesproken - in 2020 deden ze onderzoek – en één van de dames sprak Ronja 10-20 minuten. Zij was eigenlijk direct gealarmeerd bij wat ze zag en hoorde. ‘Wow’, dacht ik, ‘de eerste’, maar helaas zijn die meer uitzondering dan regel. (Toen was er al 2 jaar hulp betrokken en ik had opnieuw op de alarmknoppen gedrukt bij het sociaal wijkteam omdat ze dreigden de boel af te sluiten. “Nee niks afsluiten”, zei ik, “we moeten een onderzoek krijgen.”)
De medewerkster van VT vond Ronja heel onrustig en ze had geen antwoord op reflectieve vragen, viel op.
Raadsonderzoekers en begeleidingstraject
De raadsonderzoekers waren heel slecht. We werden doorgezet via de rechter naar gezinsvoogden voor een ondertoezichtstelling op mijn verzoek en omdat de RvdK zag dat wij er als ouders totaal niet uitkwamen samen, wat ze duidden als een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor Ronja. Wij gaan opnieuw een traject parallel solo ouderschap in. Natuurlijk weigert Paul óók de tweede keer deel te nemen hieraan, dus dit wordt nog een interessante.
Hoe het nu met Ronja gaat
Ik vind dat het steeds slechter met haar gaat. Ze heeft concentratieproblemen, kan zich moeilijk focussen. Ze is gesloten als een oester. Ze zegt dat ze heel zelfstandig is – dat zegt haar vader ook – maar dat is ze niet, dus ik moet haar nog best wel aansturen in dingen.
Als ik het met haar wil hebben over haar gedrag, is het “Weet ik niet, ik wil het er niet over hebben.” Dat zijn haar antwoorden. Het is veel te bedreigend om het erover te hebben. Ik heb zo met haar te doen en ze is zo sterk en stoer zogenaamd, maar ze is het zo niet. Maar dat is hoe ze zich gedraagt. Ze heeft ook een beetje faalangst, merk ik.
Tenslotte: wat nodig is van de hulpverlening
Wat Ronja nodig heeft is: erkenning, actief informatie over haar inwinnen bij andere betrokken professionals door de gezinsvoogden om meer zicht te krijgen op Ronja. Eigenlijk wat ze nodig heeft, is dat ze gezien wordt, écht gezien wordt in wie ze is en wat zij nodig heeft. En daar hoeft ze misschien niet eens voor in gesprek, want ze heeft helemaal geen zin in die gesprekjes. Ik zou bijna zeggen, kom haar maar eens observeren als ze met een spel bezig is.
Over het interview
Dit is een beknopte versie van het interview met Lot, de moeder van Ronja. Als je benieuwd bent naar het hele verhaal over Ronja: het volledige interview zal te lezen zijn in een boek waarin zowel ouders als kinderen openhartig delen hoe de onveilige ervaringen van kinderen verborgen blijven voor de buitenwereld, inclusief voor betrokken professionals. Als je wilt weten wanneer het boek uitkomt, stuur Ilse dan alvast een berichtje (e-mail: ilse@ilsehealing.nl), zij houdt je dan op de hoogte. Meer interviews over de impact van psychisch en emotioneel geweld op kinderen volgen!
Over Ilse
Ilse Westerhoff heeft een praktijk voor coaching en therapie: Holistische coaching en therapie - Ilse Healing en is familie-ervaringsdeskundige narcistische mishandeling. Ze zet zich op allerlei manieren in voor mensen die te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld, complexe scheiding en ouderverstoting.