Is het belang van evalueren van de behandeling wel voldoende doordrongen binnen de ggz? Naar aanleiding van een online ondersteuning werden alle ins en outs besproken tijdens een webinar van Akwa GGZ. Evalueren helpt niet alleen de cliënt om meer regie te pakken, het zet ook therapeuten hun roze bril af.
In de zorgstandaard Diagnostiek heeft het evalueren van behandeling een prominente plek. Dat is logisch. Het belang kan niet meer worden onderschat. Er is zoveel praktijkonderzoek en wetenschappelijke literatuur die onderbouwen dat patiënt, behandelaar én naaste regelmatig moeten kijken naar de voortgang en effectiviteit van een behandeling. Om dat nog beter in de praktijk te kunnen brengen, lanceerde Akwa GGZ in september de online Evaluatieondersteuning. Die werd op 22 januari nog eens onder de aandacht gebracht tijdens een webinar onder leiding van Gaetana Ferla. Daar spraken Amna Haji, ervaringsdeskundige en zorgontwikkelaar herstelondersteunende zorg bij Arkin, Vicky Mouthaan, verpleegkundig specialist ggz bij de Militaire GGZ, Maarten Merkx, gz-psycholoog en psychotherapeut bij HSK en Mentaal Beter, en Hanneke Niels-Kessels, klinisch psycholoog bij GGZ Oost Brabant over het hoe, wat en waarom van evalueren.
Alle therapeutische scholen
Eerst maar eens het waarom. “Het belang van evalueren staat vast voor alle aandoeningen, het werkt zowel bij angst, dwang of depressie als bij persoonlijkheidsstoornissen of EPA”, zegt Maarten Merkx. “En het past binnen alle therapeutische scholen, of het nou schematherapie, inzichtgevende therapie of dialectische gedragstherapie is.” Zo noemt hij als voorbeelden. Door regelmatig het verloop van de behandeling en het herstel te bespreken, is er beter zicht op voortgang en effectiviteit en kan er eerder worden bijgestuurd als dat nodig is. Evalueren verbetert niet alleen de kwaliteit van zorg, maar werkt ook veel efficiënter en zo kan het tevens een rol spelen bij het terugdringen van de wachtlijsten, aldus Merkx. Maar hoe geef je dit handen en voeten? De online Evaluatieondersteuning biedt hulp bij het bepalen van behandeldoelen, het afspraken maken over evalueren en het voeren van evaluatiegesprekken. En dat waren ook de thema’s van het webinar.
Behandeldoelen
Om te evalueren vertalen behandelaar en cliënt aan het begin van de behandeling de hulpvraag naar concrete behandeldoelen. Daar biedt de online tool handvaten voor. Want het opstellen van concrete doelen blijkt ingewikkeld, zowel voor de behandelaar als voor de cliënt, zo benadrukt Vicky Mouthaan. “Maar je moet het wel doen. Ze zijn cruciaal om focus te houden in de behandeling. Hoe? Dat kan door doelen op te knippen in kleinere stappen.” De behandeldoelen zijn ook afhankelijk van de fase van de behandeling, vult Amna Haji aan. Daarom kun je ze ook niet allemaal aan het begin formuleren, zegt Hanneke Niels-Kessels. “Daar moet je regelmatig naar kijken en telkens de doelen bijstellen.” Dat gebeurt steeds samen met de cliënt en een naaste, in dialoog via motiverende gespreksvoering. “Het is bijna een dans”, lacht Vicky Mouthaan.
Therapeutische alliantie
Dat vraagt van de behandelaar vooral nieuwsgierigheid, merkt Maarten Merkx op. “Je mag nooit vasthouden aan een vooropgezet idee over hoe een behandeling moet verlopen.” Amna Haji pleit daarom voor een open houding, respect en empathie. “Denk niet vanuit de diagnose, maar vanuit de persoon. Waar wordt die warm van? Ieder mens wordt wel ergens warm van. Ga daar naar op zoek.” Een belangrijk deel van evalueren is het beoordelen van de ‘therapeutische alliantie’ of de behandelrelatie, zo geven alle sprekers aan. Hoe ervaart de cliënt die? Dat vraag dus ook een stuk zelfreflectie. Zeker als blijkt dat de behandeldoelen niet zijn gehaald. Dat ligt meestal niet aan de cliënt. “Dus moet je je als behandelaar ook kunnen afvragen of je wel doet wat de bedoeling is”, zegt Maarten Merkx. “Loop je niet te hard van stapel in de behandeling? Maar ook: Ben je wel goed opgeleid voor de vraag? Of is de ggz wel de meest geschikte plek hiervoor? Misschien is iemand beter af in het sociaal domein of maatschappelijk werk. Of bij een poh-ggz. Je moet het durven zeggen als iets niet je pakkie-an is.” Als professionals niet naar zichzelf kunnen of willen kijken, is er het risico dat ze te lang doorgaan met een behandeling of interventie die niet effectief blijkt te zijn – bijvoorbeeld omdat ze er zelf goed in zijn, zo concludeert Vicky Mouthaan.
Vragenlijsten
De Evaluatieondersteuning geeft ook advies over passende vragenlijsten die helpen inzicht te krijgen. Dat is belangrijk, vinden alle sprekers. Maar zie die vragenlijsten niet als absoluut. Vicky Mouthaan: “Vragenlijsten meten niet alles. Soms zie je geen resultaat op wat je afneemt via de vragenlijsten, maar boekt iemand vooruitgang op een ander deel van zijn of haar leven.” Vragenlijsten geven inzicht in symptoomreductie – bijvoorbeeld het verminderen van angstklachten – maar niet in herstel en functioneren, legt Maarten Merkcx uit. “Kan iemand weer zelfstandig boodschappen doen of het huis opruimen? Dat staat niet in vragenlijsten. Dus je moet met elkaar bespreken hoe je dat evalueert.” Amna Haji breekt een lans om niet alleen de uitslagen van meetlijsten te gebruiken. “Vragenlijsten zijn te vaak leidend. Af en toe mag het wel wat minder traditioneel gaan binnen een behandeling. Als iemand met een tekening komt of een rap heeft geschreven, dan zegt dat vaak veel meer over een cliënt. Je moet dat soort dingen kunnen opnemen in het EPD!” Hanneke Niels-Kessels noemt nog een belangrijk pluspunt van vragenlijsten. “Als therapeuten hebben we de neiging om onszelf te overschatten in wat we bereiken bij een cliënt. Vragenlijsten maken ons bewust van de realiteit. Ze voorkomen dat we door een roze bril kijken!”
Frequentie
Tijdens het webinar – met zo’n 1400 live bezoekers, waarvan 95 procent professionals (over de ‘terugkijkers’ zijn geen gegevens bekend) – komen veel vragen naar voren over de frequentie van evalueren. Wat is een goed moment? En hoe vaak moet je het doen? Daarover zijn geen vaste regels. Dat is ook afhankelijk van aandoening en de aard van de behandeling. Na een vast aantal afspraken is dus moeilijk aan te houden als stelregel, maar Hanneke Niels-Kessels heeft wel een indicatie. “Als je wekelijks afspreekt, dan moet je binnen twaalf weken verandering kunnen zien die voorspellend is voor het behandelresultaat. Dus dat is een goed moment voor evaluatie. Maar er zijn ook onderzoeken die uitwijzen dat al binnen vier sessies resultaat is te zien.” Dit geldt zeker voor wat Maarten Merkx de ‘common mental disorders’ noemt (angst, depressie, dwang). Hij doet dan meestal elke vijf zittingen een uitgebreide evaluatie: bij persoonlijkheidsstoornissen is dat bijvoorbeeld elke tien weken. “Sowieso is één keer per half jaar te weinig”, vindt Amna Haji. “Dat is zeker zo als je los van de vragenlijsten evalueert en het bereiken van doelen stapje voor stapje bekijkt.” Er zijn overigens ook behandelaren die elke sessie een kort terugkijkmoment inbouwen. Hoe vaak en wanneer je evalueert is ook niet het issue, vinden de sprekers. Maarten Merkx: “Het belangrijkste is dat behandelaars het met aandacht doen en er de tijd voor nemen. Sta er goed bij stil. Dat verdient de cliënt.” Want cliënten vinden een evaluatiegesprek meestal heel spannend. ‘Wat voor gevolgen heeft zo’n gesprek voor mij en mijn behandeling? Stopt het straks?’, vragen ze zich af. Dat geldt nog extra als het gaat om het evalueren van de therapeutische relatie, constateert Hanneke Niels-Kessels. “Dan hebben ze vaak de neiging om een sociaal wenselijk antwoord te geven. Daar heb je natuurlijk niks aan. Je wilt een open en eerlijk gesprek. Dus moet je een beetje ondertiteling geven als je een evaluatie afspreekt.” Het helpt ook enorm als een naaste aansluit bij zulke gesprekken, zeggen alle sprekers. Die zijn een enorme bron van kennis. Cliënten vinden het moeilijk om hun eigen valkuilen te zien, behandelaars idem dito. Maar naasten hebben vaak de juiste helikopterview omdat ze wat verder af staan van de behandeling.
Implementeren
Op het eind van het webinar komt aan bod hoe je het voeren van goede evaluatiegesprekken het best implementeert binnen een team en binnen een organisatie. Organisaties moeten het voeren van evaluatiegesprekken goed faciliteren, vindt Hanneke Niels-Kessels. “Zij kunnen er voor zorgen dat vragenlijsten automatisch worden verstuurd, maar ook dat de evaluaties standaard binnen het MDO worden besproken. Dat is heel belangrijk.” Vicky Mouthaan vertelt dat zij met haar team de vaste afspraak heeft dat een collega die niks met de behandeling te maken heeft aansluit bij de evaluatie. “Die kijkt mee of doelen zijn bereikt en wat daarbij wel of niet werkt. Zo’n verse blik werkt goed, zeggen collega’s. Het helpt bijvoorbeeld tegen die roze bril waar we het over hadden.” Het is mooi dat een derde wijst op het frequent doen van evaluaties, zo besluit Hanneke Niels-Kessels. “Want dat is nodig. Wij als behandelaren zijn heel slecht in het veranderen van patronen!”
-
Kijk het webinar Evalueren in de behandeling terug bij Akwa GGZ.
Meer weten over de online Evaluatieondersteuning? Kijk op https://akwaggz.nl/evalueren/
Lees ook andere artikelen over behandeling
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.