‘Voor mijn eigen levensgeluk’
Steeds meer onderzoek wijst uit: kunst en cultuur zijn goed voor de (mentale) gezondheid. Overal zijn initiatieven om kunst met zorg en welzijn te verbinden. Duizend bloemen bloeien. Tegelijk klinkt de roep om meer samenhang in beleid en structurele financiering. Nic Vos de Wael beschrijft de stand van zaken. Een stuk in vijf bedrijven.
Eerste bedrijf
(Een grote ruimte bij Enik Recovery College in Overvecht, Utrecht. Circa 25 personen zijn aanwezig. In een hoek van de ruimte is een speelvlak vrijgemaakt, er staat een piano.)
Twee personen begeleiden het Open Podium. Facilitators heet dat bij Enik. Ze nodigen iedereen uit om iets te laten zien of ten gehore te brengen. Als het stil blijft, bijt een van hen zelf het spits af met een mooi liedje. In het begin zijn de zenuwen nog even haar stem de baas, maar gaandeweg klinkt ze steeds zekerder.
Na deze opening wordt het podium de rest van de middag moeiteloos gevuld. Een meisje zingt een bewerking van een liedje van Maan en een eigengemaakt Engels lied over verlatingsangst. Ze is niet goed bij stem en verontschuldigt zich daarvoor, maar juist die fragiele stem maakt haar optreden extra indrukwekkend. Later komen een bluesliedje uit de film The Color Purple, rap, gitaarliedjes en Ik houd van mij van Harry Jekkers voorbij. De rapper zingt nog een eigen liedje en vertelt iets over muziek en harmonieleer. Iedereen luistert aandachtig en elke bijdrage wordt enthousiast begroet. Een vrouw wil niet echt optreden, maar gaat in de pauze wel even achter de piano zitten om te spelen. Ze vertelt hoe muziek haar geholpen heeft tijdens een opname. Elke avond na het eten ging ze spelen op een piano die daar in de ruimte stond.
De muziek en zang op het Open Podium worden afgewisseld met toneel van een groep die bij Enik de workshop Spelen met je eigen verhaal heeft gevolgd. Het is improvisatietoneel, de sketches ontstaan ter plekke. Het publiek bepaalt de setting en deelt de spelers rollen toe. Het thema zijn alle soorten coping mechanismen waarop mensen terugvallen in moeilijke situaties; helpende coping mechanismen en niet-helpende. Het levert een aantal hilarische scènes op. “Het is helend”, zegt iemand in het publiek, “als je zaken die soms zo zwaar zijn zo licht kunt benaderen. Met een knipoog en van een afstand naar jezelf kijken.”
Tweede bedrijf
(De locatie is niet direct herkenbaar. Is het een bibliotheek? Een studieruimte van een universiteit? Aan de muur hangt een wereldkaart, daarnaast kleinere kaarten van Europa en Nederland. Mensen lopen af en aan met dikke rapporten. Sommigen zitten achter een laptop driftig te tikken. Een enkeling staart voor zich uit en zit duidelijk diep na te denken.)
In 2019 roept de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op om meer te investeren in culturele interventies in de gezondheidszorg. Kunst kan bijdragen aan een meer holistische, mensgerichte zorg, vooral bij complexe problemen waarvoor nog geen medische oplossingen zijn, zo luidt de boodschap. De WHO baseert haar advies op een metastudie van 900 onderzoeken. De conclusies zijn helder. Kunst en cultuur hebben een positieve invloed op zowel geestelijke als mentale gezondheid. Ze helpen gezondheidsproblemen voorkomen, dragen bij aan ontwikkeling en een gezonde leefstijl, en ze hebben een positief effect op omgaan met ziekte en behandeling. Deze positieve effecten zijn zichtbaar bij zowel actieve als passieve cultuurbeleving. En ze gelden voor alle vormen van kunst: muziek, zang, dans, theater, schilderen, beeldhouwen, literatuur, …
Een overzichtsstudie in het kader van Culture Action Europe 2022 bouwt voort op het WHO-rapport. Deze studie geeft een overzicht van ruim 300 onderzoeken naar kunstprojecten in zorg en welzijn, waarin deelnemers actief betrokken zijn bij het creatieve proces. De resultaten:
- Een betere kwaliteit van leven
- Een beter algemeen en psychisch welzijn
- Verhoogde maatschappelijke betrokkenheid
- Een vermindering van persoonlijke ervaringen met depressie en angst
- Ontwikkeling van cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden
Specifiek voor drama (acteerlessen, improvisatie) zien onderzoekers positieve effecten op het gebied van samenwerking, communicatieve vaardigheden, sociale betrokkenheid, zelfexpressie en zelfvertrouwen. Daarnaast zorgen drama-activiteiten voor meer sociale inclusie en verbinding.
In Nederland doen het Landelijk Kenniscentrum Cultuurparticipatie en Amateurkunst (LKCA) en het Institute for Positive Health samen onderzoek naar actieve cultuurparticipatie in relatie tot positieve gezondheid. Kunstbeoefening blijkt een positief effect te hebben op alle zes dimensies van positieve gezondheid. De effecten op mentale gezondheid zijn het meest onderzocht, maar ook de effecten op meedoen en kwaliteit van leven zijn veelvuldig onderzocht en bewezen.
Derde bedrijf
(Een cursusruimte van Enik Recovery College in Overvecht. Andrea, Ása, Marcel en Wilmie zitten rond een tafel. Ze hebben zojuist een bijdrage geleverd aan het Open Podium en spreken nu over hun ervaringen met toneel en de workshop ‘Spelen met je eigen verhaal’.)
Marcel: “Wat toneel voor mij betekent? Dat ik weer een doel in mijn leven heb. Ik ben aan de heroïne geweest en heb in een afkickkliniek gezeten. Ik heb verschillende zelfhulpgroepen gevolgd, maar dat werkte voor mij niet. Toneel wel. Overal waar toneel is doe ik mee. Wat het precies doet voor mijn herstel vind ik moeilijk uit te leggen. Het geeft me in ieder geval een kick. Het heeft me geactiveerd en op een subtiele manier leert het me ook iets over mezelf.”
Wilmie is een van de facilitators van de workshop. “Wat we op het Open Podium hebben laten zien is een ‘light versie’ van wat er in de workshop gebeurt. In de workshop gaan we meer de diepte in. Er wordt veel gelachen, maar ook wel eens gehuild. Hier mag alles zijn. Het verschilt van dag tot dag hoe mensen komen. Als je een slechte dag hebt is het al genoeg dat je er bent. Je hoeft geen leuk gezicht op te zetten, je hoeft je jas niet uit te doen. Het gebeurt niet vaak dat iemand aan de kant blijft zitten, maar het feit dat dat mag, helpt al. We maken ook duidelijk dat als je iets op toneel laat zien er niet verwacht wordt dat je na afloop daarover verder moet vertellen of dat anderen daarnaar vragen. Het heeft een eigen plek op toneel en daar is het veilig.”
Andrea heeft de workshop eerder gevolgd. “Ons thema was: je eigen weg. Wat is jouw pad? Iedere deelnemer bracht zijn eigen verhaal in. Ik verstop mezelf gauw, zet een lach op als ik me slecht voel. Dat heb ik onderzocht met spel, beweging en muziek. Tegelijk maakten we een gezamenlijk stuk waarin alle verhalen samenkwamen.”
Wilmie biedt in de workshop bewust eenvoudige werkvormen aan. “Je moet het klein maken. Als je zegt: speel maar iets over je jeugd, dan vloeit het alle kanten uit.”
Een voorbeeld van zo’n eenvoudige oefening is Walking Lines. Vier personen staan op en rij. Het enige wat ze in eerste instantie mogen doen is stilstaan, naar voren of naar achteren lopen, en naar links of rechts kijken. Later wordt daar een eigen beweging en muziek aan toegevoegd.
Wilmie: “Dat is genoeg.”
Andrea: “Dan breek je, er komen zulke persoonlijke dingen boven.”
Voor Ása is toneel vooral een plek waar zij haar emoties de ruimte kan geven. “Gek doen, mezelf laten zien vind ik heerlijk. Ik ben niet zo goed in emotieregulatie, wel goed om mijn emoties te uiten. Ik vind het bijvoorbeeld niet erg als mensen me in de trein zien huilen.
Het mooie van spelen met een groep is dat je mensen van dichtbij ziet. En je steunt elkaar. Ik heb nieuwe dingen over mezelf geleerd. Dingen die je wel kunt vertellen, maar die je intenser ervaart als je ze speelt. Het is een verschil tussen openheid en kwetsbaarheid. Je kunt open zijn en alles vertellen, maar dat het toch zakelijk en emotieloos blijft. Op toneel leer ik om kwetsbaar te zijn. Er zijn oefeningen waarbij je niet mag praten en dan word ik – vrijwillig - gedwongen om mijn kwetsbaarheden te laten zien.”
Vierde bedrijf
(Een zakelijk ingerichte ruimte. In het midden staat een vergadertafel. De mensen daaromheen kunnen kunstenaars, onderzoekers, beleidsmakers of programmamanagers zijn. Er vinden gewichtige gesprekken plaats. Zo nu en dan staat iemand op, loopt weg of gaat op een andere plek zitten.)
Doet Nederland genoeg om cultuurparticipatie ten behoeve van zorg en welzijn te bevorderen? Op het eerste gezicht is er veel aandacht voor in het beleid van de overheid. Het programma Samen Cultuur Maken, gefinancierd door het Ministerie van OCW, heeft als doel om cultuur, zorg en welzijn met elkaar te verbinden. Vanuit het programma krijgen tal van projecten subsidie die kunstbeoefening toegankelijk maken voor doelgroepen waarvoor dit niet vanzelfsprekend is. Ook initiatieven in en rondom de ggz profiteren hiervan. Een aparte geldstroom is er voor cultuur en jongeren, bijvoorbeeld kinderen die slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire.
Het ministerie van VWS investeert in cultuurparticipatie het kader van preventie en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Er is een goed gevulde geldpot (de ‘brede SPUK-regeling’), waaruit gemeenten projecten ten behoeve van sport en beweging, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis kunnen bekostigen.
Mede dankzij dit overheidsbeleid zijn er tal van initiatieven die kunst, cultuur en (mentale) gezondheid bij elkaar brengen. Zo wordt nu, in navolging van de formule ‘welzijn op recept’, in veel gemeenten ook ‘kunst op recept’ aangeboden, vooral voor mensen met psychosociale problemen. Professionals in de eerstelijnszorg of welzijnswerkers verwijzen mensen door naar een culturele interventie. Dit kan een serie schilderlessen of muziek maken zijn, maar ook een bezoek aan museum of theater. Deze interventies zijn speciaal voor de doelgroep ontwikkeld en worden begeleid door professionele kunstenaars of kunstvakdocenten.
In de psychiatrie is van oudsher belangstelling voor de relatie tussen psychische aandoeningen en kunst. Muziek, beeldende kunst, dans en theater kunnen helpen om ‘de waanzin in het hoofd’ te uiten en betekenis te geven. Het levert vaak prachtige kunstwerken op en het kan helend werken. De ggz biedt creatieve therapieën aan, al gebeurt dat – onder meer vanwege bekostigingsregels – nog op vrij beperkte schaal. Daarbuiten zijn er tal van initiatieven: outsider art; schrijfgroepen; theatervoorstellingen over psychisch lijden, stigma, herstel. Alleen het aanbod van Enik is al enorm veelzijdig: Zingend Verder, Muziek die je raakt, Magical Movement Dance Class, Solovoorstelling. Het laatste is een groep waarin je je eigen herstelverhaal leert te vertellen door middel van (een combinatie van) muziek, theater, dans, video en/of schrijven.
Kortom: duizend bloemen bloeien. Toch vindt niet iedereen dat genoeg. Nederland loopt bijvoorbeeld achter bij Engeland waar kunst en zorg in beleid veel sterker met elkaar verbonden zijn. In februari werd in Groningen een Whitepaper Arts in Health gepresenteerd, het resultaat van een samenwerking tussen een aantal universiteiten en kenniscentra met inbreng van wetenschappers, zorgprofessionals, kunstenaars, financiers, bestuurders en beleidsmakers. De whitepaper pleit voor een veel verdere integratie van kunst, zorg en welzijn. Daarvoor zijn meer duurzaamheid in beleid en een structurelere financiering nodig. We weten nog niet of deze oproep gehoor zal vinden bij de nieuwe regering.
Vijfde bedrijf
(Terug in de cursusruimte bij Enik Rcovery College)
De vraag ligt op tafel waarom toneel zo goed werkt voor herstel. Er is geen pasklaar antwoord, maar woorden als gelijkwaardigheid, vrijheid, veiligheid en plezier gaan over tafel.
Marcel tekent met zijn wijsvinger een denkbeeldige driehoek op tafel: “Gedachten, handelen, emoties. In het gewone leven zijn we vooral gericht op onze gedachten, in de hulpverlening ook. Toneel raakt aan het handelen en de emoties. Dat is een ingang die voor mij veel beter werkt.”
Andrea: “Ik wil dingen overbrengen en bespreekbaar maken die anders te zwaar zijn. Zelfs suïcide en opnames zijn onderwerpen waar je humor in kunt brengen. Maar je deelt alleen datgene waar je aan toe bent om te delen.”
Wilmie: “Het kan pas licht worden als het zwaar mag zijn.”
Andrea: “In het verleden heb ik wel dramatherapie gehad. In mijn ervaring was dat oppervlakkiger, het raakte minder mijn gevoel. Misschien liet ik het minder toe, maar het speelt ook mee dat je daar altijd in een cliënt-hulpverlener relatie zat. Hier is gelijkwaardigheid.”
Wilmie: “Als facilitator breng je ook je eigen verhaal in. In het begin moest ik daarin nog zoeken: meegaan met de groep en tegelijk begeleiden. Ik heb zelf geen ervaring in de psychiatrie, maar ik heb natuurlijk wel dingen waarmee ik worstel in het leven. Ik ben in de workshop zelf ook wel eens in tranen uitgebarsten. Dat maakt het mooier, het is een van de redenen dat het werkt.”
Ása: “Van trauma’s en depressies raak je afgemat. Hier krijg ik weer energie. Toneel is ook plezier maken, lachen. Ik wil dit blijven doen voor mijn eigen levensgeluk.”
(Fade-out licht en geluid.)
-
Meer informatie:
- Het LKCA heeft een uitgebreid kennisdossier Cultuur en Gezondheid met wetenschappelijke publicaties, praktijkvoorbeelden en handige tips.
- Het Trimbos-instituut publiceert een dezer dagen een eigen kennisdossier Cultuur en Mentale Gezondheid.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.