Er moet een einde komen aan zorgplafonds en patiëntenstops in de ggz. Dat zegt MIND naar aanleiding van een uitzending van AVROTROS Radar deze week. Zorgverzekeraars kopen onvoldoende geestelijke gezondheidszorg in, waardoor mensen niet meer terecht kunnen bij bepaalde behandelaars voor de therapie die zij nodig hebben. Er is nog wel plek in die instellingen, maar de verzekerden moeten wachten tot het volgende jaar voordat ze zich weer kunnen aanmelden. Om vervolgens op een wachtlijst te komen.
Als een omzetplafond is bereikt, dan kunnen behandelaars hun rekeningen niet meer declareren bij een zorgverzekeraar. Dat betekent dat zij geen nieuwe cliënten meer aannemen en in enkele gevallen zelfs gedwongen zijn een behandeling stop te zetten. Of ze moeten zelf betalen. Via zorgbemiddeling van de verzekeraar kunnen cliënten soms ergens anders worden geplaatst, maar vaak moeten ze wachten tot het volgende jaar. Dat is een waterbedeffect. Met een explosie van cliënten in januari is het omzetplafond weer eerder bereikt. Dan begint het proces van afwijzen en stopzetten weer van voor af aan.
Radar
Radar onderzocht de omzetplafonds in alle zorgsectoren. Bij ruim één op de vijf gevallen was dat binnen de ggz. Het komt ook veel voor bij ziekenhuiszorg en fysiotherapie. Van de ggz-cliënten die er mee te maken kregen, kon 69 procent niet ergens anders terecht, bij 33 procent is een behandeling gestopt en bij 6 procent werd er een stop aangekondigd. Van de ondervraagden geeft 69 procent aan dat de behandel- of patiëntenstop gevolgen heeft voor de gezondheid. Ze ervaren extra stress. Als ze ergens anders terechtkunnen, moeten de vertrouwensband weer helemaal opnieuw worden opgebouwd. Bovendien ervaart een kwart financiële gevolgen door het extra wachten.
In het onderzoek van Radar hebben 282 mensen meegemaakt dat zij of een naaste ‘gratis’ zorg kregen. Die werd niet betaald door cliënt en vanwege het plafond niet vergoed door de zorgverzekeraar. De behandeling werd dan (deels) van de factuur gehaald door de ggz-aanbieder. Een kwart van de ondervraagde zorgverleners zegt dat dit weleens gebeurt. Cliënten mogen niet de dupe worden, zeggen behandelaars. “Ik heb een zorgplicht”, zegt een behandelaar. Maar de zorgverzekeraar heeft die ook.
VWS
Radar vroeg VWS om een reactie. Het ministerie stelt dat omzetplafonds nodig zijn om schaarse personele capaciteit zo goed mogelijk te verdelen: “In de geestelijke gezondheidszorg is er namelijk sprake van een grotere vraag naar zorg dan dat er aanbod beschikbaar is. Het is aan zorgverzekeraars om ervoor te zorgen dat omzetplafonds er aan bijdragen dat de zorg terecht komt bij de cliënten die de zorg het hardst nodig hebben. Omzetplafonds als zodanig zouden niet in de weg moeten staan voor passende zorg voor de verzekerde. Een aanbieder is namelijk verplicht om de verzekerde naar de verzekeraar te verwijzen als er sprake is van een te lange wachtlijst bij de specifieke aanbieder. De verzekeraar is vervolgens vanuit zijn zorgplicht verplicht om de verzekerde te bemiddelen naar een plek binnen een acceptabele termijn.”
MIND
MIND directeur Dienke Bos reageert in de uitzending: “Het is ongehoord dat je als patiënt niet eens op de wachtlijst komt. Zorgverzekeraars moeten dan helpen en door zorgbemiddeling een andere plek zoeken. Maar dat gebeurt vaak niet.” MIND doet daarom een oproep aan verzekeraars en aanbieders om te stoppen met zorgplafonds en aan hun zorgplicht te voldoen. En aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de toezichthouder, om strenger de zorgplicht te handhaven.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.