In 2013 is het aantal banen van werknemers in de zorg voor het eerst sinds lange tijd afgenomen vergeleken met het jaar ervoor. De daling was in bijna alle sectoren van de zorg zichtbaar. De enige uitzondering was de GGZ: daar nam het aantal banen van 86 000 in 2012 toe naar 94 000 in 2013.
In vrijwel alle beroepen in de gehele zorg liep het aantal banen terug. Alleen bij verpleegkundigen was sprake van een groei. Binnen de GGZ was de groei van het aantal verpleegkundige veel minder, de groei vond vooral plaats bij de ’overige, niet gespecificeerde’ beroepen.
In tegenstelling tot de daling van de werknemersbanen nam het aantal zelfstandigen in de zorg toe. het aantal zelfstandigen binnen de GGZ bleef constant op ongeveer 5000. Dit blijkt uit cijfers die het CBS deze maand publiceerde.
Krimp van banen in welzijnszorg groter dan in gezondheidszorg
Het aantal banen van werknemers in de zorg bedroeg ruim 1,42 miljoen in 2013, 37 duizend minder dan in 2012. Zowel in de gezondheidszorg (ziekenhuizen, GGZ, praktijken, en ondersteuning daarvoor) als in de welzijnszorg (ouderen- en gehandicaptenzorg, maatschappelijke diensten, jeugdzorg, kinderopvang) is het aantal banen afgenomen. De daling is het grootst in de welzijnszorg, waar 26 duizend minder banen waren; een afname van 3,2 procent. De gezondheidszorg telde 8 duizend banen minder, de beleid- en beheerorganisaties 3 duizend banen minder. Voorlopige cijfers laten zien dat deze daling zich in 2014 heeft doorgezet.
Daling van banen in de zorg hangt samen met uitgavenontwikkeling
De ontwikkeling van werknemersbanen weerspiegelt de ontwikkeling van de zorguitgaven in de laatste jaren. In de gezondheidszorg werd in 2013 de laagste groei in 15 jaar gemeten. Dit kwam onder andere doordat het geneesmiddelengebruik minder hard steeg èn de gemiddelde prijs van geneesmiddelen daalde. In de welzijnszorg bleven de uitgaven, na een aantal jaren van groei, in 2013 nagenoeg constant. De door beleid ingezette beperking van de zorgbudgetten en verlaging van de zorgtarieven bij de ouderen- en gehandicaptenzorg droegen hier aan bij.
Vooral minder banen in de ouderenzorg
Eind 2013 waren er nog wel meer banen in de zorg dan eind 2009, in totaal 63 duizend ofwel bijna 5 procent meer. Met een totaal van 439 duizend banen is de ouderenzorg met afstand de grootste werkgever binnen de zorg. Hoewel gedurende 2013 het aantal banen in de ouderenzorg terugliep met 11 duizend, zijn het er wel 38 duizend meer dan eind 2009. In dezelfde periode nam de bevolking met bijna 2 procent toe; het aantal 65-plussers zelfs met bijna 15 procent.
Daling van de werkgelegenheid in de laatste jaren is te vinden in deelsectoren als de kinderopvang. Dat kwam onder meer doordat steeds minder kinderen naar de opvang gaan, zoals blijkt uit een eerder gepubliceerd CBS-bericht. Ook kwamen er minder banen bij arbodiensten doordat bedrijven minder vaak een contract hebben met een gecertificeerde arbodienst.
Sterkste groei zelfstandigen in ouderenzorg
Voor een deel is de daling van het aantal werknemers opgevangen door een al jaren groeiend aantal zelfstandigen in de zorg. In aantallen is de groei vergeleken met 2009 beduidend minder omvangrijk dan bij werknemers, maar toch nog altijd goed voor 24 duizend, bijna 29 procent meer dan in 2009. In de ouderenzorg, waar traditioneel weinig zelfstandigen werken, heeft de laatste jaren een flinke groei plaatsgevonden. Het aantal zelfstandigen is er in vijf jaar tijd bijna verdubbeld tot circa 11 duizend. Een kwart van de toename bij zorgzelfstandigen (6 duizend) vond plaats bij de paramedische praktijken zoals ergotherapeuten, diëtisten, mondhygiënisten, fysiotherapeuten en verloskundigen.
In 2013 alleen nog groei verpleegkundigen
De ontwikkeling uitgesplitst naar geregistreerde beroepen laat, na jaren van groei, in 2013 bij de werknemers alleen nog een toename bij de verpleegkundigen zien. De groei van de omvangrijke groep van overige, niet-geregistreerde beroepen (zoals verzorgenden en assistenten) stagneerde al in 2012, maar het gaat nog altijd om ruim 1,1 miljoen banen in 2013. Bij zelfstandigen was in 2013 bij de niet-geregistreerde beroepen wel sprake van een toename.