Kunst moet ’reacties oproepen’, ’discussies losmaken’ en ja, soms ook ’schuren’. Daarbij moet je ongemakkelijkheden niet mijden. Oók niet in de openbare ruimte.
Vanuit de Haarlemse museum- en galeriewereld wordt tamelijk eensluidend gereageerd op het rumoer dat is ontstaan rond de jongste installatie van kunstenaar Piet Zwaanswijk in de gemeentelijke Kunstkamer bij de Raaks: geef niet zomaar toe aan bezwaren of uitingen van ongenoegen, is de boodschap.
,,Er zullen altijd vóór- en tegenstanders zijn, en dat moet ook’’, zegt directeur Tamara Sterman van kunstenaarsplatform 37PK. ,,Kunst is in mijn ogen een van de beste methodes om mensen tot nadenken te zetten over hoe het leven in elkaar steekt. Als het goed is niet zozeer door een stellingname, maar door een vraagstelling. Het is heel jammer als de discussie die wordt aangezwengeld vervolgens wordt geschuwd, en dat er in paniek wordt gereageerd met een: Weg ermee!’’
Nee, volgens Sterman hoef je geen extra voorzichtigheid te betrachten in de openbare ruimte waar mensen ongevraagd worden geconfronteerd met een kunstwerk. ,,We zijn elkaar al zo enorm aan het pamperen tegenwoordig. Kinderen met adhd of met een kleine geestelijke beperking worden in aparte klasjes gezet; alles wordt met voorzichtigheid omgeven. De wereld is wat het is. Ze is regelmatig nogal confronterend, ga daar maar mee om.’’
,,Moet alles dan maar achter een gordijntje?’’, vraagt directeur Hans Looijen van Het Dolhuys - ’Museum van de Geest’ - retorisch. ,,Je loopt in het leven van alledag voortdurend tegen dingen aan die confronterend kunnen zijn. Zullen we een lijstje maken? Zet de tv maar uit, mijd reclameposters en sluit je af voor internet als je daar allemaal van verschoond wil blijven.’’
Taboe
Er rust een taboe op psychische thema’s, op suïcide en psychoses, stelt de directeur van het museum dat gespecialiseerd is in de (geschiedenis van) psychiatrie. ,,Ik vind het fantastisch dat een kunstenaar voor zo’n maatschappelijk thema kiest.’’
Dat wethouder voor cultuur Jur Botter (D66) ervoor koos Piet Zwaanswijk te vragen of hij zijn ’Merry Fucking Christmas’ misschien zou willen weghalen, wordt door niet iedereen als erg gelukkig beoordeeld. ,,Het is een verzoek tot heroverweging en dat mag..’’, zegt directeur/curator Lennard Dost van Nieuwe Vide. ,,Maar het was sterker geweest als de wethouder pal achter de kunstenaar was gaan staan. Ik vroeg me even af: de gemeente wist toch wie Piet Zwaanswijk was toen ze hem uitnodigde om in de Kunstkamer te exposeren?’’
Directeur Ann Demeester van het Frans Hals Museum stelt in z’n algemeenheid, omdat ze het kunstwerk nog niet zelf heeft gezien en de omstandigheden van de Kunstkamer ook niet precies kent: ,,Zelf geloof ik niet in regulering van of voor kunst in de openbare ruimte door de overheid, met als enige beperking dat als het kunstwerk specifieke bevolkingsgroepen discrimineert, dit niet toelaatbaar is. Als een kunstwerk provoceert of extreme reacties oproept dan is het aan de curator, opdrachtgever, tentoonstellingsmaker en - als die er niet zijn - aan de kunstenaar om het gesprek met het publiek aan te gaan.’’
Directeur Marjan Scharloo (Teylers Museum) sluit zich aan bij de woorden van Kunstlijndirecteur Joke Breemouwer eerder deze week en zegt: ,,In dit geval zou het misschien handig zijn geweest als er verklarende uitleg van de kunstenaar bij was geplaatst over waarom hij heeft gekozen voor dit statement.’’ Daarbij stelt ze: ,,Kunst in de openbare ruimte vind ik enorm belangrijk. Soms gaat het schuren, maar dat is helemaal niet erg. Daar kunnen we met z’n allen heus wel tegen.’’
Bron: Haarlems Dagblad