Bestaand onderzoek geeft vooral enkelvoudige verklaringen over oorzaak en gevolg
Het leven in de stad heeft invloed op de mentale gezondheid. Tot voor kort richtten studies binnen dit domein zich veelal op één specifiek aspect, zegt Reinout Wiers. Niet ideaal volgens de hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit van Amsterdam, want de relatie tussen verstedelijking en de psychische gesteldheid is complex en wordt gekenmerkt door een samenspel van veel factoren. Binnen het Centre for Urban Mental Health werken verschillende faculteiten samen om recht te doen aan de veelzijdigheid en complexiteit van dit onderwerp.
Stel: je woont in de stad aan een lawaaiige straat, waardoor je slecht slaapt. Dit heeft invloed op hoe je je overdag voelt. Misschien ga je daardoor wel minder presteren op je werk en krijg je een burn-out. Doordat je thuis zit, kan het zijn dat je eerder naar de drank grijpt wat je partner niet waardeert met een scheiding tot gevolg. Deze scheiding kan weer leiden tot schulden en somberheid, nog meer drankgebruik en misschien wel het verlies van werk. In bredere zin kan deze individuele samenloop van omstandigheden indirect de oorzaak zijn van een verwaarlozing van de leefomgeving.
Dit soort circulaire causaliteit - ofwel oorzaak-gevolgrelaties - is kenmerkend voor complexe systemen. Volgens Reinout Wiers kan een dergelijke samenloop van omstandigheden een reëel beeld geven van het leven in de stad en is het tegelijkertijd een goed voorbeeld van hoe verschillende factoren elkaar beïnvloeden.
De grote drie
“Wij weten dat er een verband is tussen de mate van verstedelijking van een land en veel voorkomende psychische klachten. Binnen het Centre for Urban Mental Health richten wij ons primair op ‘de grote drie’: angst, depressie en verslaving” licht Wiers toe. “Het bijzondere van deze interfacultaire samenwerking is dat wij niet zoeken naar een factor, bijvoorbeeld biologisch of sociaal, maar kijken naar alle aspecten en hoe zij op elkaar inspelen en veranderen over de tijd.”
Uit internationale data die de onderzoekers binnenkort in een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Lancet Psychiatrie zullen publiceren, blijkt dat verstedelijking een negatieve invloed heeft op het voorkomen van psychische problemen en aandoeningen. Het lijkt zelfs zo te zijn dat bij een verstedelijking van meer dan 50% in een land de bijbehorende mentale problematiek versneld stijgt. Zorgelijk, vindt Wiers, want op wereldniveau is dit percentage al bereikt. “De globale trend is dat naar schatting 70% van de mensen in 2050 in de stad woont. De mens wordt een ‘urban species’.“
Mental Wednesday
Samen met Claudi Bockting, hoogleraar Klinische Psychologie in de Psychiatrie aan de UvA, is hij oprichter van het Centre for Urban Mental Health, een samenwerking tussen de faculteiten Sociale- en Gedragswetenschappen, Geneeskunde, Natuur-, Wiskunde en Informatica en het Institute for Advanced Studies (IAS). De samenwerking is aangewezen en gefinancierd als research priority area binnen de UvA en kreeg groen licht in de zomer van 2019 voor vijf jaar met uitzicht op een verlenging van de financiering met nog eens vijf jaar. Wiers: “Deze multidisciplinaire onderzoeksgroep is een club van promovendi, post-docs en andere onderzoekers die intensief samenwerken, waarbij ze hun eigen expertises meenemen en zo de relatie tussen mentale gezondheid en urbanisatie bestuderen. Een keer per week spreken wij elkaar en presenteren wij onze resultaten op ‘Mental Wednesday’. Nu nog per Zoom, maar ik hoop na de zomer ook weer live.”
Rijker begrip
Er zijn - kijkend naar het verband tussen de mate van verstedelijking en de mate waarin mentale problemen voorkomen - factoren op verschillende niveaus die elkaar beïnvloeden. In het doorgronden van die diepere mechanismen ligt meteen de grootste toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband, legt Wiers verder uit. “We weten dat er in de stad meer psychische problematiek is. Maar komt dit door de stad zelf of doordat de stad een magneet is voor mensen met aanleg voor
-------------------------------------------------------------------
“Naar schatting woont 70% van de mensen in 2050 in de stad. De mens wordt een ‘urban species’.“
-------------------------------------------------------------------
psychische problemen? Denk bijvoorbeeld aan daklozen die als vanzelf naar de stad trekken. Of een ander voorbeeld: een wijk gaat achteruit en trekt daardoor ook weer mensen aan die problemen hebben. In de wetenschap noemen wij dit negatieve terugkoppelingen. Het zijn deze mechanismen waarin wij vooral geïnteresseerd zijn omdat dit interessante aangrijpingspunten kunnen zijn voor interventies en beleid.”
In het bestaande onderzoek zijn volgens de hoogleraar vooral enkelvoudige verklaringen gegeven voor de relatie tussen mentale gezondheid en het leven in de stad. “Binnen het Centre for Urban Mental Health pleiten wij voor een wetenschappelijke benadering die recht doet aan de veelheid van dynamische interacties en terugkoppelingsprocessen om een rijker begrip te krijgen van wat er speelt in de psychologie van het stadse leven.”
Complex systeem
Kenmerkend voor de wetenschappelijke benadering die de onderzoekers van het Centre for Urban Mental Health voorstaan, is de inzet van modellen uit de complexiteitswetenschap. Wiers: “Achterstand in de buurt, lage sociaaleconomische status en criminaliteit zijn voorbeelden van factoren die een negatieve invloed hebben op de geestelijke gezondheid. In onze wetenschappelijke benadering stellen wij dat deze factoren onderdeel zijn van een complex systeem met interacties en terugkoppelingsmechanismen. Een systeem dat de wiskundig onderlegde onderzoekers binnen de groep met modellen in kaart brengen.”
Een groot voordeel is dat door op deze manier de wisselwerking tussen stedelijke omgeving en geestelijke gezondheid te onderzoeken er ook gerichter gewerkt kan worden aan maatschappelijke oplossingen. “Daar komen de disciplines samen”, vervolgt de hoogleraar aan de UvA. “De modellen zijn het aangrijpingspunt voor de sociale experimenten die wij gaan uitvoeren om te testen of model en werkelijkheid overeenkomen.”
De bedoeling is om interventies in de toekomst meer te kunnen toesnijden op gepersonaliseerde relevante voorspellers, vervolgt Wiers. “In Amsterdam zijn wij bijvoorbeeld samen met de gemeente een onderzoeksproject op scholen begonnen, waarin wij kijken hoe wij via de kinderen op verschillende niveaus hun familie kunnen helpen met voorkomende problematiek. Daarnaast onderzoeken we bijvoorbeeld de invloed van sociale cohesie in de buurt op het ontstaan van psychische aandoeningen, wat ook kan leiden tot preventieve interventies.”
Wisselwerking
Wat kan de hoogleraar zeggen over het type mensen dat al dan niet vatbaar is voor stress veroorzaakt door het leven in de stad? En: biedt het onderzoek handvatten om ook in de stad mentaal gezond te blijven? Het zijn vragen waarop Wiers nu nog niet het volledige antwoord heeft. “Wij staan aan het begin van ons onderzoek”, zegt hij. “Er zijn verschillende studies gestart, waarin wij de wisselwerking tussen urbane problematiek en verschillende groepen mensen - waaronder kinderen en volwassenen van verschillende etnische afkomst en ouderen– onderzoeken. In de diverse onderzoeken gaan wij niet alleen na wat eventuele negatieve factoren zijn, maar kijken wij ook naar de veerkracht van mensen. Hoe komt het dat de ene persoon minder kwetsbaar lijkt te zijn dan de ander? Wat kunnen wij daarvan leren?”
Ook als het gaat om tips voor een betere inrichting van de stad, houdt de senior onderzoeker voorlopig nog een slag om de arm. “Wij hebben nu nog geen duidelijk, uitgekristalliseerd verhaal”, klinkt het voorzichtig. “Maar goed, zonder op de muziek vooruit te lopen, durf ik wel te stellen dat meer groen in de stad - maar dan wel in een bepaalde manier vorm gegeven - positief uitpakt voor het geestelijk welzijn.”
Meta-analyse
In 2023 als de eerste vijf jaar voor het Centre for Urban Mental Health voorbij zijn, hoopt Wiers meer te weten. “We hebben nu pas een eerste schets in handen en zijn bezig met een zeer grote meta-analyse van het onderzoeksveld. Het streven is dat over twee jaar de eerste modellen voor de drie mentale problemen die wij onderzoeken - angst, depressie en verslaving - zijn gemaakt en de eerste interventies van start zijn gegaan.”
De vijf jaar daarop wil de onderzoeksgroep de aanwezige kennis verder verdiepen, interventies en beleidsinterventies uitrollen en onderzoeken en daarmee de modellen uitgebreider testen in de praktijk. Wiers: “We streven er dus naar om nieuwe aangrijpingspunten te vinden om de mentale gezondheid te verbeteren voor mensen in een stedelijke omgeving. Dit alles rekening houdend met het complexe en dynamische systeem van geestelijk welzijn in de grote stad. Het is de bedoeling om die kennis zowel lokaal als internationaal te ontwikkelen en te toetsen. Voor dat laatste zijn wij nu bezig met het vormen van een internationaal grote-stedennetwerk.”