De ongemakkelijke combinatie van pijn, lijden en waardigheid
Nog net op de valreep bezocht ik de expositie Viva La Frida in het Drents Museum. Tot 29 maart 2022 zijn de kunstwerken van de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo (1907-1954) hier te bewonderen.
Frida Kahlo staat bekend om haar vele zelfportretten met daarin haar kenmerkende monobrauw, doorgetrokken wenkbrauwen die ze extra donker aanzette. Meer nog zijn Kahlo’s schilderijen bekend omdat ze een leven lang chronische en psychische pijn, depressiviteit en een zoektocht naar identiteit verbeelden.
De DSM ernaast
Wereldwijd trekt Frida Kahlo’s kunst grote aandacht. Haar openhartige en confronterende verbeelding van haar angsten heeft een universele aantrekkingskracht. Haar innerlijke strijd verwerkt ze expliciet in haar schilderingen door gebruik te maken van allerlei betekenisvolle symboliek.
Wie kijkt naar Kahlo’s schilderingen en tekeningen valt het op dat er vaak een tegenstelling zichtbaar wordt. Kahlo presenteert zich enerzijds als een tragisch slachtoffer, maar toont zich anderzijds ook als iemand die haar lijden bijna heroïsch draagt. Het eerste roept medelijden op, het andere bewondering. Kahlo die lijdt, is ook degene die haar lijden bijna voyeuristisch toont. Wie rondloopt in het Drents Museum ziet die spanning tussen zien en ongezien ook terug. De expositie bevat zowel haar flamboyante Mexicaanse jurken, als ook medische hulpmiddelen zoals haar korsetten en een beenprothese die eronder verborgen zaten.
Die expliciete tegenstelling in haar kunst is door de jaren heen voer voor speculaties geweest over mogelijke psychiatrische ziektebeelden waar Frieda aan zou hebben geleden. Sommigen speculeerden dat zij leed aan een bipolaire stoornis of aan een borderline persoonlijkheidsstoornis. Ook een narcistische persoonlijkheidsstoornis werd niet uitgesloten. Anderen opperden dat Kahlo een posttraumatische stressstoornis zou hebben gehad vanwege de traumatische gebeurtenissen die ze meemaakte in haar jeugd.
Lichamelijk lijden
Frida Kahlo wordt geboren op 6 juli 1907 in Coyoacán in Mexico. Een tijd waarin de samenleving onder hoogspanning staat; vlak na haar geboorte vindt dan ook de Mexicaanse Revolutie plaats, die zorgt voor veel bloedvergieten. Ook meer persoonlijk lijden treft haar. De zesjarige Frida krijgt polio, waardoor ze halfzijdig verlamd raakt. Dit veroorzaakt spieratrofie in haar rechterbeen, waardoor dit been dunner is dan het andere en haar voet misvormd raakte. Ze probeert deze handicap te verbergen door voornamelijk lange, kleurrijke jurken te dragen, maar dat voorkomt niet dat ze ‘Manke Frida’ wordt genoemd door klasgenootjes.
Op haar 18e jaar raakt ze betrokken bij een ernstig ongeval waarbij een tram de bus aanrijdt waar zij inzat. Ze raakt zwaargewond en overleeft dit ongeval ternauwernood. Op drie plaatsen is haar rug gebroken en haar onderlichaam raakt ernstig beschadigd. Van dit ernstige ongeluk zal ze nooit genezen; in totaal ondergaat ze in haar leven zo’n 35 operaties en moet ze zo’n 28 korsetten dragen. Het betekent een leven waarin ze moet leven met hevige chronische pijn. In de herstelperiode na het ongeluk begint ze met schilderen. Dit doet ze vanuit haar bed, waar haar moeder een schildersezel en spiegels aan het bed bevestigd heeft zodat ze zichzelf kan schilderen. Ze blijft schilderen tot haar dood in 1954.
Miskramen en huwelijkscrisis
Naast fysieke pijn, blijft Frieda ook emotionele pijn niet bespaard. Wanneer ze begin twintig is trouwt ze met Diego Rivera, een bekende kunstenaar die eenentwintig jaar ouder is dan zijzelf. Het is een intense liefdesrelatie waarin het koppel hoogtijdagen beleeft in de Mexicaanse moderne kunstwereld van die tijd.
Ze heeft een grote kinderwens, maar door het ernstige ongeluk kan haar lichaam nooit een voldragen zwangerschap aan. Ze maakt twee miskramen en een abortus mee. De eerste miskraam is te zien op het schilderij ‘Henry Ford Hospital’ (1932) Het is een bloederig tafereel dat bol staat van de symboliek. Ze geeft uitdrukking aan iets wat in die tijd onbespreekbaar was. Onzichtbaar lijden wordt hiermee zichtbaar uitgedrukt, niet alleen voor Frida, maar voor talloze vrouwen in haar tijd. Hiermee krijgt de pijn van Kahlo een universele betekenis.
Daarnaast zijn er ook in het huwelijk van Frida en Diego forse problemen wanneer Diego ontrouw blijkt. Zelf zou ze eens gezegd hebben: “Ik had twee zware ongelukken in mijn leven; één waarin een tram mij aanreed, de andere was mijn man. Mijn man was de ergste”. Ze lijdt er veel onder, maar herpakt zich en stort zichzelf ook in verschillende buitenechtelijke relaties. Groter is echter de pijn wanneer blijkt dat Diego het bed deelt met haar zus Christina. Ze besluit daarna van hem te scheiden. Het jaar erop hertrouwt ze weer met hem. Kort na haar scheiding maakt Frida het ‘Zelfportret met doornenhalsband’ (1940), ook te zien in het Drents Museum. Opnieuw is hier het kenmerkende contrast te zien: een Frida die zichtbaar lijdt onder de gebroken relatie met Diego en een Frida die zichzelf lijkt af te beelden als een bijna moedige, strijdlustige martelaar.
Gefragmenteerd zelf
Al rondlopend in het museum krijg ik niet direct de indruk dat Frida leed aan een bipolaire stoornis. Dat ze wellicht leed aan een persoonlijkheidsstoornis, lijkt me wel heel aannemelijk. Onderscheidend in haar kunst is de fragmentatie die ze op verschillende manieren uitbeeldt. Zo deelt ze haar lichaam vaak op in twee delen: haar hoofd en de rest van haar lichaam. Haar gezicht vond Kahlo het mooiste, daarom ook bestaat het grootste deel van haar oeuvre uit zelfportretten. Haar defecte lichaam bedekte ze met lange jurken.
Kenmerkend voor een persoonlijkheidsstoornis is dat iemand vaak een coherent zelfgevoel mist. Wanneer een gevoel van heelheid wordt gemist, dan voelt dat gefragmenteerd of zelfs leeg. Vaak wordt dan gezocht naar een ‘extern’ subject om toch weer een eenheid in het zelf te ervaren.
Ook in Frida’s leven was die fragmentatie op verschillende manieren voelbaar. In Salomon Grimbergs boek Frida Kahlo - Song of herself wordt beschreven hoe Frida zich omringde met spiegels die ze door haar hele huis had hangen. Ze waren te vinden op tafels, vloer, muren, deuren en zelfs in haar tuin. Zo had ze steeds een spiegelbeeld voorhanden dat haar verloren zelfgevoel weer terugbracht.
Zuil van pijn en waardigheid
Ik merk dat de beelden van Frida Kahlo mij raken: de ongemakkelijke combinatie van pijn, lijden en waardigheid. Het schilderij ‘De Gebroken Zuil’ (1944) toont dit bij uitstek. Het is waarschijnlijk gemaakt tegen de achtergrond van alcoholproblemen die Frida had en zelfmoordpogingen, een periode waarin depressie en wanhoop dichtbij waren. Tegelijk staat de Frida op het schilderij nog overeind, het leven heeft haar niet geknakt. Ze is het toonbeeld van iemand die lijdt en er niet van wegkijkt, maar het in de ogen kijkt. Ofwel, een gebroken zuil, maar nog steeds een zuil.
Joanne van Rossum studeerde filosofie en werkt als SPV in de ambulante specialistische ggz voor volwassenzorg.