Wetenschappers analyseerden het DNA van meer dan 300.000 mensen met en zonder schizofrenie. Het SYNGO-consortium, gecoördineerd door CNCR-VU, voerde de analyses van synaptische genen uit. Dat schrijft de Vrije Universiteit van Amsterdam, dat daarbij verwijst naar een gisteren in Nature gepubliceerd artikel.
Deze grootste genetische studie ooit naar schizofrenie heeft vele genen geïdentificeerd die een belangrijke rol zouden kunnen spelen in de psychiatrische stoornis. Een team van honderden onderzoekers uit 45 landen analyseerde DNA van 76.755 mensen mét schizofrenie en 243.649 zonder schizofrenie, om de genen en biologische processen die aan de aandoening ten grondslag liggen, beter te begrijpen. Wetenschappers van de VU, Amsterdam UMC en uit Utrecht en Groningen hebben aan dit onderzoek meegewerkt.
De studie werd gecoördineerd door het Psychiatric Genomics Consortium en vond een veel groter aantal genetische verbanden met schizofrenie dan ooit tevoren: in 287 verschillende regio’s van het menselijk genoom. Risico op schizofrenie werd gedetecteerd in genen die voornamelijk tot expressie komen in neuronen, maar niet in ander weefsel of celtypes. Deze studie biedt een enorme verbetering in het definiëren van de genetische basis van schizofrenie en markeert een belangrijke stap voorwaarts in ons begrip van de oorsprong van schizofrenie. De bevindingen stellen onderzoekers in staat om zich te concentreren op specifieke hersenprocessen in de voortdurende zoektocht naar nieuwe therapieën voor deze geestesziekte.
Het SYNGO-consortium, gecoördineerd door VU-neurowetenschappers Frank Koopmans, Loek van der Kallen, Guus Smit en Matthijs Verhage, was verantwoordelijk voor de functionele annotatie van synaptische genen onder de genetische bevindingen. SYNGO ontdekte 15 nieuwe links naar pre- en post-synaptische genen. Deze nieuwe links openen nieuwe richtingen voor onderzoek om te begrijpen hoe synaptische tekorten bijdragen aan het risico op schizofrenie.
1 op 300 mensen
Schizofrenie is een ernstige psychiatrische stoornis die begint in de late adolescentie of vroege volwassenheid. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) treft schizofrenie ongeveer 1 op de 300 mensen, op enig moment in hun leven. Deze nieuwe studie vergroot niet alleen het aantal verbanden tussen genetische variatie in de populatie en de ziekte enorm, maar ook het aantal verbanden met specifieke genen. Dat is een noodzakelijke stap in de moeilijke klus om de oorzaken van deze aandoening te begrijpen en nieuwe behandelingen te bepalen.
“Het SYNGO-consortium is erg trots om bij te dragen aan deze wereldwijde samenwerking van ongekende omvang en om zijn domeinexpertise op synapsbiologie toe te passen voor het begrip van schizofrenie”, zegt Matthijs Verhage, hoogleraar Functional Genomics bij het CNCR (VU/Amsterdam UMC). “De bijdrage van SYNGO aan deze analyses maakt de weg vrij voor nieuw onderzoek naar synaptische disfunctie in schizofrenie”, zegt Guus Smit, directeur van het CNCR.
Hoewel er grote aantallen genetische varianten betrokken zijn bij schizofrenie, toont dit onderzoek aan dat ze geconcentreerd zijn in genen die tot expressie komen in neuronen en hun contactplaatsen, de synapsen. Dit betekent dat deze belangrijkste plaatsen zijn als startpunt voor vervolgonderzoek. De bevindingen suggereren ook dat een abnormale functie van neuronen bij schizofrenie veel hersengebieden aantast, wat de diversiteit aan symptomen zou kunnen verklaren, zoals hallucinaties, wanen en problemen met helder denken.
Bron: VU
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.