Een op de vijf vrijgevestigde psychologen met een eigen praktijk sluit geen contract meer af met zorgverzekeraars omdat de contracteisen onhaalbaar en onwerkbaar zijn. Dat blijkt uit het onderzoek dat het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) deze zomer uitvoerde onder bijna 500 vrijgevestigde psychologen. Allen psychologen die wel voldoen aan de wettelijke eisen en beroepskwalificaties met vaak jarenlange ervaring in een eigen praktijk. Cliënten kunnen een psycholoog zonder contract wel kiezen, maar krijgen de kosten van de behandeling dan niet volledig vergoed. Hierdoor hebben cliënten veel minder keuzevrijheid.
Minder contracten met vrijgevestigden
Vrijgevestigde zorgaanbieders sluiten voor zorg aan 18+-ers, vergeleken met instellingen, minder contracten af met verzekeraars. Dit omdat het contracteringsproces eenrichtingsverkeer is waarbij de inkoper de regels en voorwaarden oplegt zonder mogelijkheid tot onderhandelen of overleg over de beste zorg voor een redelijke prijs. Daarnaast hanteren verzekeraars veel verschillende voorwaarden en criteria voor kwaliteit die soms tegenstrijdig zijn en afwijken van de kwaliteitseisen van de beroepsverenigingen. Dit levert grote administratieve lasten op zonder dat kwaliteit zichtbaar verbetert. Wie niet kan voldoen aan alle regeltjes wordt gekort, soms wel met 20% van het door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgestelde maximumtarief. Dit tarief is gebaseerd op de reële kostprijs in de zorg. Andere zorgaanbieders krijgen niet eens gelegenheid om een contract af te sluiten omdat de verzekeraar vindt al genoeg zorg ingekocht te hebben in de regio.
Meer cliënten op wachtlijsten door omzetplafonds
De meeste verzekeraars stellen een omzetplafond in, dit is het maximum wat een zorgaanbieder bij hen mag declareren. Deze is soms bewust laag of wordt verlaagd in de loop van het jaar. Een kwart van de vrijgevestigden geeft aan al halverwege 2015 aan hun omzetplafonds zitten. Nieuwe cliënten met een doorverwijzing van hun huisarts kunnen niet meer bij hen terecht. Zij moeten wachten tot het volgende jaar of op zoek gaan naar een andere zorgaanbieder.
Wat doen we met de uitkomsten van deze enquête?
Met de nu ontstane situatie komt de toegang tot de zorg onder druk te staan. Er is minder keuzevrijheid in aanbieders waar de zorg volledig wordt vergoed, meer onduidelijkheid over polisvoorwaarden, en langere wachtlijsten door omzetplafonds. Ook het onnodig doorverwijzen naar de gespecialiseerde ggz omdat de basis ggz niet goed aansluit bij de zorgvraag verhoogt de kosten en leidt tot wachtlijsten. Het NIP legt de resultaten van het onderzoek bij de zorgverzekeraars en gemeenten om de zorginkoop komende jaren te verbeteren. Ook gaat het NIP het gesprek aan met de politiek, en regelgevende instanties om het zorgstelsel te verbeteren.
Transparantie over kwaliteit
Meer dan 90% van de ondervraagde vrijgevestigden evalueren regelmatig met hun cliënten of de behandeling de gewenste vooruitgang oplevert. De beroepsgroep werkt daarmee hard aan de transparantie en verbetering van effectiviteit van de zorg. Zorgaanbieders moeten voldoen aan de eisen van de wetgever en beroepsverenigingen op het gebied van opleiding, behandelmethoden, transparantie en ethiek. Verzekeraars kunnen dus het best sturen op kwaliteit door hier bij aan te sluiten en een reële prijs te bieden voor kwaliteit.
Meer over de NIP enquête
Naar aanleiding van ingrijpende veranderingen in het zorgstelsel voert het NIP jaarlijks een enquête uit onder haar leden. De zorgaanbieders zijn werkzaam in het jeugd- en/of het volwassendomein en zijn lid van één van de psychologenverenigingen van de federatie P3NL. In totaal hebben 498 zorgaanbieders de enquête ingevuld waardoor statistisch relevante uitspraken kunnen worden gedaan. Het onderzoek geeft hiermee een representatief beeld van ervaringen van vrijgevestigden werkzaam in de jeugd-ggz (Jeugdwet) en volwassenen-ggz (Zorgverzekeringswet). Door dit onderzoek jaarlijks te herhalen, kunnen zowel aanloopproblemen met de stelselherziening als structurele knelpunten onderscheiden worden.
Bron: Persbericht NIP