Ik heb het zo vaak gehoord. Oooooh, wat ben jij lief. Ik groei dan want oooooh, ik word zó graag lief gevonden. Een heel enkele keer kom ik echte observanten tegen die zeggen dat ik té lief ben en over me heen laat lopen. Dat wuif ik doorgaans weg en zeg dan dat het heus heel erg mee valt. Vervolgens hebben deze mensen wel mijn interesse gewekt. Zou het waar zijn?
Vroeger had ik een vriendin die eens in de paar maanden spontaan voor de deur stond. Ik liet al mijn bezigheden vallen, zette koffie of knalde een fles wijn open. Een expressieve vrouw was het, ze verhief haar stem naar mate haar verhalen spannender werden. En spánnend dat al die verhalen van haar waren! En ik maar Echt waar? en Oooooh! en Shiiiiit! en Godver zeggen, al naar gelang de reacties die ze graag wilde horen.
Weer een andere vriendin kwam af en toe ook gezellig even langs. Zij was een stuk rustiger en braakte alleen maar al haar problemen in het leven over me uit. Ze was gestopt met roken en als ze uiteindelijk weg ging had ze mijn halve pakje sigaretten de lucht in gedampt. In beide gevallen voelde ik me zo raar als ik daarna weer alleen was en moest ik constateren dat er eigenlijk 0,0 naar mij geïnformeerd was.
Toen ik twee jaar geleden iedereen in één klap kwijtraakte was ik inmiddels zo ver dat ik inzag dat ik mensen moeiteloos over mijn grenzen liet banjeren en dat dat niet zo lekker aanvoelde. Bovendien had ik na driehonderd drieënzestig jaar therapie geleerd dat ook ik de moeite waard was. Nee, dat zou ik nu toch heel anders aanpakken!
Gisteren kwam een vriendin bij me eten. Ruim voor haar aankomst had ik de kip in wijn gestoofd met Kikkererwten die daarvoor een nacht hadden geweekt. De kaarsjes waren aan evenals een mooi dinner muziekje toen ze bijna een uur te laat op mijn bel drukte. Ze lag binnen een mum op mijn bank terwijl ik in mijn woonkeuken zat. Ze riep naar me dat ze nog maar drie sigaretten had, terwijl ze toch stoomt als een locomotief. En ja hoor, tijdens het eten kwam er weer kritiek op mijn handelen.
Ook heb ik een soort vriend. Hij kwam een weekendje gezellig logeren. Ik verheugde me daarop want alleen is best alleen. Ik heb hem het hele weekend vriendelijk van het lijf moeten houden en een groot deel van de tijd moeten uitleggen waarom. Er was geen ruimte voor de dingen waarover ik zo graag van gedachte wilde wisselen.
Ik zou een heel lief campertje willen kopen om heel lief de wereld te bereizen. Alleen ik en mijn kleine lieve hondje. Op de momenten dat mensen meer van me vragen dan ik geven kan heel lief zeggen: “Oh lief, het spijt me maar morgen vertrek ik weer naar mijn volgende tijdelijke bestemming.
Lees hier andere columns van Niki Stoker