Het oordeel van de jury
Liefst vijfenveertig inzendingen kwamen er als reactie op onze verhalenwedstrijd. Een record: vorig jaar waren dat er nog ruim dertig. De kwaliteit was opvallend hoog, het lezen en beoordelen van de verhalen moest regelmatig worden onderbroken, omdat een verhaal ‘raakte’. Daar was het natuurlijk om te doen, maar vijfenveertig keer achter elkaar is best veel.
De inzendingen
Gelukkig had het overgrote deel van de inzenders inderdaad een verhaal ingestuurd, een belevenis, een impressie en geen mening of theorie. Het zal één van de redenen zijn geweest dat veel verhalen zo raakten: een gebeurtenis heeft nou eenmaal meer impact dan een opvatting.
Vier verhalen haalden de jury niet, omdat er duidelijk niet aan de voorwaarden van de wedstrijd was voldaan (te lang, meerdere verhalen, etc.).
Erg blij waren we met het feit dat alle verhalen, in tegenstelling tot vorig jaar, een titel hadden. Op de één of andere manier leest dat toch plezieriger.
Voor de liefhebbers van statistieken: drieëndertig inzenders waren vrouw, twaalf waren man. Dat is niet raar: in de ggz werken meer vrouwen dan mannen, vrouwen zoeken ook eerder hulp bij de ggz. En blijkbaar is hun voorkeur voor verhalenwedstrijden ook groter. De behandelaren lieten het, in vergelijking met vorig jaar, wat afweten: slechts acht inzenders hadden een achtergrond als therapeut of begeleider. Achtentwintig inzenders hadden als cliënt of ervaringsdeskundige met de ggz te maken (gehad), vijf waren ‘familie van’. Een politieman en een buurman completeerden het totaal.
Eén (winnende) inzender viel in meerdere categorieën: zij beschreef zichzelf aan beide zijden van de tafel. Dát is het doorbreken van stigma!
De jury en de shortlist
Om te beginnen een kort voorstelrondje van de juryleden, die het dit jaar zo zwaar hadden. Het zijn dezelfde mensen als vorig jaar. Drie vrouwen, die alle drie iets met schrijven én de ggz hebben.
Geertje Paaij, schrijfster van meerdere boeken, o.a. over de positie van naaste familie in de GGZ. Haar nieuwste boek ‘Als je brein je bedriegt’ gaat over het gevaar van sociale media in de GGZ. Daarnaast is zij werkzaam bij de politie en redactielid van Ypsilon.
Lea van Geesink, werkprojectleider bij Tobi Vroegh, uitgever ‘tussen psychiatrie en maatschappij’. Tobi Vroegh geeft boeken uit met een link naar de psychiatrie. Eerder was Lea o.a. deelraadslid in Amsterdam en voorzitter van de ondernemingsraad HVO-Querido.
Aefke ten Hagen, communicatieadviseur bij Lister. Zij schreef o.a. de roman ‘In naam van mijn vader’. In het najaar van 2019 komt haar eerste jeugdboek uit. ‘Mijn moeder kookt soep van tafelpoten’ gaat over de elfjarige Fiep die opgroeit met een moeder met een bipolaire stoornis.
Vier verhalen mochten de juryleden, onafhankelijk van elkaar, uitkiezen. Dat werd de shortlist, die in zijn geheel gepubliceerd zou worden. Daarmee liepen we een risico, want zonder overlappingen zou er weliswaar een shortlist van twaalf verhalen ontstaan, maar als alle juryleden dezelfde verhalen zouden kiezen, hadden we er slechts vier over. Zover kwam het gelukkig niet: slechts twee verhalen werden dubbel gekozen. We hadden dus een shortlist van tien verhalen. Het zijn (op alfabetische volgorde van de titel):
* ‘De buurman die nooit pianoles gaf’, van Krissie van den Broek
* ‘Ervaringsdeskundigheid en antipsychotica’ van Natasja Vermoten
* ‘Het gevaar van thuis’, van Kim
* ‘Je moet het maar durven, doodgaan’, van Lizanne
* ‘Keuringsrealiteit’, van David
* ‘Lavendel’, van Kees
* ‘Maakt niet uit’, van Eva Kiehne
* ‘Uw zóón’, Anoniem
* ‘Woensdagen zijn goede dagen’ van Ilse Groen
De uitslag en de beoordelingen
3 september zat de jury in Utrecht aan de koffie, samen met de redactie van GGZ Totaal. Wij, die redactie, moesten onze mening voor ons houden en dat deden we dan ook. Al was het niet altijd van harte. Onze bescheiden rol was het bestellen van koffie en het maken van aantekeningen.
Er werd gediscussieerd, beoordeeld, kritiek en complimenten gegeven. Compromissen gesloten. Er konden slechts drie winnaars overblijven en dat was geen sinecure. De jury keek vooral of een verhaal ‘raakte’, maar, zoals gezegd, dat deden heel véél verhalen. En dus werd er gekeken naar sterkere en zwakkere titels, taal-en stijlfouten en zaken als opbouw. Veelvuldig viel de uitdrukking ‘show, don ’t tell’.
Na anderhalf uur was de jury er uit en had zij ‘Maakt niet uit’, van Eva Kiehne als beste verhaal uitgekozen. “Een ontroerend verhaal”, vond de jury, “mooi geschreven, vooral vanwege de gedachtesprongen en metaforen.” Ook was er waardering voor de goed gekozen titel en de sterke slotzin, die als een soort toverformule werkte.
De tweede prijs ging naar ‘64’, waarvan de schrijfster graag anoniem wil blijven.
“Aan het eind was ik helemaal opgelucht dat het goed afliep, dit had ik niet verwacht”, zei een jurylid. “Het laat goed zien wat dwanggedachten met je kunnen doen, vond een ander. In dit geval pakt het positief uit.” “Ik vond het mooi geschreven, maar het raakte me niet echt”, was een puntje van kritiek.
De derde prijs ging naar Natasja Vermoten met ‘Ervaringsdeskundigheid en antipsychotica’.
Ondanks dat de jury de titel niet mooi vond, vond ze het verhaal dusdanig geschreven dat het op de derde plaats terecht kwam. “Mooi, zoals de ervaringsdeskundigheid in beeld komt.”, “Mooie start” en “Mooie ronde scéne” waren enkele van de kwalificaties.
Wij – de redactie – feliciteren de drie winnaars van harte met hun prijs, de andere zeven inzenders met hun plek op de shortlist. Alle andere schrijvers en schrijfsters ontzettend bedankt voor het meedoen. Het was een feest om te lezen. We hopen volgend jaar weer op jullie te mogen rekenen.
De lezers van GGZ Totaal veel plezier met het lezen van deze tien verhalen.