Henk Schutte
Eens was ik opgenomen op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Ik was snel uit mijn manische psychose, maar nog wel enige weken hypomaan. Als hypomane patiënt ben ik altijd erg geestig.. Het hinderlijke is echter dat de buitenwereld mijn niveau niet altijd kan halen. De grapjes zouden soms te opdringerig zijn. Mensen met angst- of agressieproblemen zitten niet echt te wachten op grapjes van een te drukke nar.
Dat bleek ook overduidelijk toen ik een keiharde rechtse hoek te pakken had voor een grapje dat in mijn ogen volstrekt onschuldig was. Ik liet mijn hoofd stoer schuin naar achter klappen zoals ik dat kende van de films met Clint Eastwood. Ik had als jongen altijd al zo’n soort rol willen spelen maar dan als koene held en niet als sukkel die een muilpeer krijgt en meteen knockdown gaat. In de dagen daarna kreeg mijn kaak alle kleuren van de regenboog. Rood-blauw-groen-geel, keurig netjes na elkaar zoals dat in de boeken staat bij het hoofdstuk bloeduitstortingen. Ik had twee weken pijn bij het eten. Vreemd genoeg was ik niet bang of boos maar eerder verbaasd (in hypomane toestand is het moeilijk te bevatten dat sommige mensen je geniale grapjes niet kunnen waarderen).
Ik heb daarna herhaaldelijk geprobeerd om contact te krijgen met de agressor. Dat lukte niet omdat hij heel slecht Nederlands sprak en mij ook sterk op afstand hield. Bij gebrek aan harde informatie plaatste ik hem in mijn fantasie ergens in voormalig Joegoslavië waar de meeste huurmoordenaars vandaan plegen te komen. Op de een of andere manier had ik weinig moeite om hem met een Kalasjnikov voor te stellen. Ik moet daar onmiddellijk aan toevoegen dat mijn fantasie tijdens hypomane tijden niet zuinig uit de hoek komt. Misschien was dit wel zijn eerste “misdaad” en had ik hem daartoe aangezet met mijn onuitstaanbare en voor hem onverstaanbare grappen. Hoe het ook zij, ik nader het centrale punt van het verhaal.
Toen de pijn weer was geweken viel mij iets op. Ik had al twee jaar last gehad van een knakkende kaak. Hij knakte zo hard dat anderen het konden horen. Dat bleek nu helemaal over te zijn! Je zou kunnen zeggen dat ik in één klap genezen was. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Na anderhalf jaar begon het geknak weer langzaam maar zeker terug te komen. Ik stelde aan mijn huisarts voor dat ze me een ferme rechtse hoek zou toedienen maar ze weigerde.
’t Is wat, met die jonge vrouwelijke artsen, er zit geen pit in.