Johan Atsma recenseert het boek van Alex Rutten
Ik moest even zoeken maar het stond nog ergens in mijn boekenkast: ‘Wie is van hout’ van Jan Foudraine. Ik kocht het in 1976, vijf jaar nadat het voor het eerst werd uitgegeven. Als jeugdhulpverlener in opleiding was ik geïnteresseerd geraakt in de ontwikkelingen in de psychiatrie, de antipsychiatrie zong rond in hulpverlenersland en ‘Wie is van hout’ paste daar naadloos in. Het had ook de nodige opschudding veroorzaakt. Ik kan me nog herinneren dat ik onder de indruk was, hier schreef een man zeer overtuigend dat het allemaal anders moest. Het was het eerste boek van Foudraine en het werd een groot succes. Er volgden snel op elkaar vele herdrukken. Nu, 50 jaar later, verschijnt er een speciale jubileum-editie tegelijk met deze biografie van Alex Rutten.
De biografie begint in Leiden waar Foudraine op 17-jarige leeftijd in 1946 een studie geneeskunde begint na in de oorlog de HBS te hebben doorlopen. Over Foudraine’s kinder- en jeugdjaren wordt nauwelijks gerept, we duiken al snel in zijn studentenleven. Het lidmaatschap van het corps en de daaruit volgende toneelcarrière in het Leids Studenten Tooneel die gaandeweg heel serieuze vormen aanneemt, Foudraine blijkt een talentvol acteur, nemen een belangrijke plaats in. Hij toont zich een zeer gedreven student en daarnaast toneelspeler en hij vindt daarin zijn vorm. “Langzaam overwint hij de minderwaardigheidsgevoelens uit zijn jeugd.”
Uiteindelijk geeft Foudraine prioriteit aan zijn studie maar hij wil tegelijkertijd “(…) toneelspelen als een beroeps.” Hij is volgens anderen ‘zeer consciëntieus’ in zijn wil om het beste te bereiken”. Of daarin ook bewijsdrang een rol speelt, wordt hier niet duidelijk. De coassistentschappen die volgen geven hem de gelegenheid om voor het eerst stage te lopen in een psychiatrische kliniek. Foudraine start in Endegeest, het Leids Psychiatrisch ziekenhuis dat in die tijd sterk biologisch en natuurwetenschappelijk is georiënteerd. Daar ontwikkelt hij al belangstelling voor alternatieve benaderingen, kiest voor een vervolgstudie als zenuwarts en belandt in de Jelgersmakliniek. Die overstap schept voor Foudraine de gelegenheid om met volle overtuiging met psychotherapeutische behandelingen bezig te zijn.
Ondertussen gaat zijn interesse in toneel onverminderd voort. “Hij moet zich op het podium én in de kliniek ontvankelijk maken voor de angsten en wereldvisies van een ander, zich zien te verplaatsen in ‘de peilloze diepte van de psyche’.” Hij investeert veel tijd en energie in specifieke individuele cliënten en ontwikkelt al doende een heldere visie: “hij wil geen elektroshocks toepassen en spaarzaam omgaan met het voorschrijven van medicatie. In plaats daarvan pleit hij voor een langdurige, intensieve psychotherapie bij schizofrenen met oog voor de belangrijke rol die de omgeving speelt, zoals de relatie tussen patiënten en personeel.”
Hij werkt aan zijn eerste wetenschappelijke artikel en is klaar om zijn vleugels verder uit te spreiden. Hij solliciteert als psychotherapeut bij het gerenommeerde en vooruitstrevende instituut Chestnut Lodge in de Verenigde Staten en wordt aangenomen. Ervaringen daar opgedaan worden gebruikt voor het schrijven van ‘Wie is van hout’, dat verschijnt in 1971. Het zorgt voor veel beroering, is een doorslaand succes en voor Foudraine in toenemende mate een last om te dragen. Inmiddels is hij teruggekeerd in Nederland. “Ik heb nu besloten om mij volledig terug te trekken en geen enkele voordracht meer te houden. Ik laat mij niet een gevangene van mijn boek maken.”
Al zoekende naar zingeving besluit hij zich te verdiepen in oosterse filosofie. Hij verblijft een tijd in een ashram in Poona, India, ontmoet daar Bhagwan Sri Rajneesh en tooit zich al spoedig in een oranje gewaad. Foudraine is geraakt, vindt zijn plek en een visie die hem eigen wordt en zal blijven. Al die tijd blijft hij ook actief als gedreven psychotherapeut met een eigen praktijk. De drang om een ander te overtuigen is niet te onderdrukken en zorgt voor vervreemding van zijn vrienden. Er volgen nog vele boeken, waaronder het succesvolle ‘Oorspronkelijk gezicht, Een gang naar huis”. Dit mystieke deel van het leven van Foudraine wordt uitgebreid en betrekkelijk nuchter beschreven.
‘Jan Foudraine’ van Alex Rutten is vooral een biografie van een carrière, waarin een belangrijk deel wordt ingenomen door de rol van Foudraine in de Bhagwan beweging in Nederland en India. Een verklaring voor de weg die Foudraine gaat, de keuzes die hij in zijn leven maakt en de overtuiging die hij bij voortduring wil uitdragen, komt maar weinig aan bod. Foudraine’s leven schreeuwt er bijna om er eens goed voor te gaan zitten en samen met hem in gesprek te gaan middels zijn vele geschriften over hoe zijn jeugd, zijn omgeving en zijn keuzes hem hebben gemaakt tot wie hij is geworden. Dit boek geeft voldoende informatie om daar eens stevig mee aan de slag te gaan. Welke acteur wil zich in hem verdiepen?
Alex Rutten: Jan Foudraine, psychotherapeut, onderzoeker, schrijver
Uitgeverij Ambo/Anthos; 333 pagina’s inclusief noten en een overzicht publicaties van Jan Foudraine; Prijs €26,99; ISBN 978 90 263 4984 3
* * * - -