Verplichte aanlevering aan de NZa verschoven naar 1 januari 2023
Per 1 januari heeft het Zorgprestatiemodel in de ggz en de forensische zorg de DBC vervangen als vergoedingssystematiek. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Het systeem is in de basis een zorgverbetering, maar administratieve rompslomp en privacyvraagstukken voeren nu de boventoon.
Zijn het opstartproblemen? Het nieuwe vergoedingenstelsel moet juist minder administratie geven, de ggz transparanter maken en beter differentiëren. Het model is jarenlang voorbereid, maar de invoering gaat niet zonder slag of stoot. Hulpverleners lijken er content mee, maar er zijn ook ict-problemen en administratieve rompslomp. En er kwam deze zomer kritiek op de zorgvraagtypering, dat integraal onderdeel is van het Zorgprestatiemodel. Is de aanlevering van patiëntengegevens aan de NZa wel volgens privacyregels?, zo vroeg de groep Stop de Benchmark met ROM zich af. Het leidde in juli tot Kamervragen van de SP en D66. Hoewel er in eerste instantie twee keer geen bezwaar was, besloot de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) de zaak nog eens nader te onderzoeken. Daarom is de verplichte aanlevering aan de NZa verschoven van 1 oktober naar 1 januari 2023.
Storingen
Online platform Skipr, vakblad voor bestuurders in de zorg, heeft meerdere keren geschreven over de ict-problemen rond de invoering van het Zorgprestatiemodel. Er mist regie, zeggen betrokkenen. De implementatie van het nieuwe betalingssysteem verloopt in drie fasen. Per 1 januari moesten alle hulpverleners hun consulten kunnen registreren in de elektronische patiëntendossiers (EPD’s). Per 1 april zouden de declaraties volgens het nieuwe systeem naar de zorgverzekeraars kunnen gestuurd en per 1 juli zouden de gegevens in het kader van de zorgvraagtypering naar de NZa moeten gaan. De deadline van 1 april is maar deels gehaald. Iets meer dan achthonderd kleinere ggz-instellingen konden in maart declareren, maar grote organisaties – zoals Parnassia en Dimence – worstelen nog steeds met hun ict-leveranciers. Met de zorgverzekeraars zijn bevoorschottingsafspraken gemaakt, maar dat maakt de administratie ingewikkeld. Brancheorganisatie de Nederlandse ggz noemde het ‘zorgelijk en hinderlijk’, want organisaties beschikken zo nauwelijks over sturingsinformatie. En belangrijker: patiënten weten niet hoeveel eigen risico ze moeten betalen. Ook bij de instellingen die wel kunnen declareren, verloopt het proces verre van vlekkeloos, zo vertelt Marga Bijma. Zij is bestuurder van GGz Praktijk in Arnhem en namens V&VN nauw betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van het Zorgprestatiemodel. “Ongeveer dertig procent gaat goed. Maar vanwege technische problemen zijn er veel storingen in de communicatie met zorgverzekeraars. Facturen worden heen en weer gestuurd en we moeten veel nabellen of mailen. Dat kost ons denk ik wel dertig of veertig uur extra werk per week.”
Privacy
De deadline voor het aanleveren van gegevens aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in het kader van de zorgvraagtypering is onlangs verschoven van 1 oktober naar 1 januari. De reden is dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft aangegeven dat zij – naar eigen zeggen – ‘de onderbouwing van de gegevensaanlevering aan de NZa alsnog goed wil bekijken’. Over de precieze reden doet de AP op dit moment geen mededelingen, aldus een woordvoerder. Het zou te maken kunnen hebben met de kritische geluiden die eerder deze zomer naar boven kwamen over de vragenlijsten die ggz-aanbieders moeten aanleveren bij de zorgautoriteit. Integraal onderdeel van het Zorgprestatiemodel is de zorgvraagtypering, en die wordt gemeten aan de hand van Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS) vragenlijsten – HoNOS+ in dit geval, want ze zijn verrijkt voor de Nederlandse situatie met vragen over bijvoorbeeld ziekenhuisbehandeling. De kritische privacygroep Stop de benchmark met ROM kwam in het verweer tegen, zoals zij het noemen, de ‘datahonger’ van de NZa. Een van de leden, psychiater en juriste Cobie Groenendijk, stelt dat de aanlevering van HoNOS+ lijsten niet strookt met het medisch beroepsgeheim en een bedreiging vormt voor de vertrouwensrelatie tussen patiënt en behandelaar. Groenendijk raadt patiënten aan via een formulier bezwaar te maken, zodat hun dossier ‘op slot’ gaat. Naar aanleiding van haar uitspraken in dagblad Trouw kwamen er Kamervragen namens de SP en D66 voor ministers Ernst Kuipers en Conny Helder. Anders dan het ROM-benchmark initiatief van Alliantie kwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg (Akwa ggz) in 2019 is er nu voor de uitvraag van de NZa wel een wettelijke grondslag, antwoordde Kuipers. Bovendien zijn de data niet te herleiden tot individuele patiënten.
Gepseudonimiseerd?
Over dat laatste is deze zomer veel verwarring ontstaan, legt Marga Bijma - die ook deel uitmaakt van de werkgroep data-analyse van het Zorgprestatiemodel - uit. Er wordt gesproken over ‘geanonimiseerde’ of ‘gepseudonimiseerde’ gegevens, maar dat is helemaal niet aan de orde. “Instellingen leveren straks vragenlijsten en zorgvraagtyperingen aan bij de NZa, zonder enige persoonlijke gegevens als naam, adres of zelfs geslacht. Los daarvan gaan alleen de typering, naam en diagnose naar de zorgverzekeraar (dus niet naar de NZa). Als de NZa zou willen achterhalen welke zorgvraagtypering bij wie zou horen – als dat al mogelijk is – dan zou het de zorgverzekeraar moeten bellen. Zo’n telefoontje zou zwaar illegaal zijn, want volledig in strijd met de AVG. Als een instelling maar één patiënt van een bepaald zorgtype heeft, dan zou theoretisch te achterhalen zijn wie dat is. Vandaar dat kleine instellingen worden uitgesloten van het aanleveren aan de NZa. Dat geldt ook voor de vrijgevestigden.”
Gerustgesteld
Daarnaast is er verwarring over de manier waarop ggz-instellingen de data gaan aanleveren bij de NZa. Geruchten gingen dat de lijsten online worden ingevuld, en dus eenvoudig te hacken zijn. Maar de HoNOS+ vragenlijsten worden door de hoofdbehandelaar in het EPD ingevuld – dat kost ongeveer zes minuten, zegt Bijma – en gaan via een beveiligde tool naar de zorgautoriteit. Informatie over bijvoorbeeld drank- en drugsgebruik of seksualiteit van een patiënt komt niet op straat te liggen. Sterker nog: de dertien HoNOS vragen over de huidige situatie plus vijf over de historie zijn alleen in te vullen met 0 tot 4. “Als een behandelaar extra informatie zou willen geven, slaat het systeem van de NZa dicht”, aldus Marga Bijma. Daarmee hoopt ze dat ook patiënten gerustgesteld worden. “Nu zien we namelijk dat patiënten angstig zijn door alle commotie van de laatste maanden. Dan is er een drempel om aan te kloppen voor behandeling. Dat is toch het laatste wat we willen? Dan zouden ze onterecht ziek blijven.”
Eindelijk grip
De zorgverleners, toezichthouders en zorgverzekeraars die werken aan het Zorgprestatiemodel moeten nu tot 2023 wachten om aan de slag te gaan met de analyse van zorgvraagtypering, want instellingen kunnen en mogen tot 1 januari niks aanleveren. Het systeem staat dicht in afwachting van een oordeel van de AP. “Dat is jammer”, vindt Bijma, “want het Zorgprestatiemodel en de zorgvraagtypering vormen een eenheid. Het systeem is zo bedacht om er voor te zorgen dat het geld naar de juiste patiënten gaat. Dat vraagt transparantie van de hele sector. In de DBC-tijd wisten we helemaal niks over welke patiënten in welke setting werden behandeld. En of die plek wel de juiste was. En welk tarief daar dan tegenover staat. Bijvoorbeeld: de behandeling van de ene diagnose depressie kost nu 37.000 euro en die van de andere diagnose depressie maar 800 euro. We kunnen nu eindelijk grip krijgen.” Het is de bedoeling om twee jaar lang data te verzamelen, om zo een beeld te hebben over meer dan twee miljoen patiënten – zonder dat de zorgverzekeraars daar aan te pas komen. Daarna zullen tarieven worden aangepast aan de hand van zorgvraagtyperingen.
Wachtlijsten
Er is nog een prettig bijeffect, zegt Marga Bijma. Het nieuwe systeem helpt ggz-instellingen om beter inzicht te krijgen in hun eigen procedures en behandelduur. “Binnen GGz Praktijk weet ik straks hoeveel patiënten van een bepaald zorgtype per jaar behandeld worden en hoe lang dat dan duurt. Op basis daarvan kan ik onze capaciteit berekenen en zo veel beter plannen. Als iedereen in de ggz dit kan, dan gaan we de wachtlijsten serieus verkorten.”