De coronapandemie is voorbij, maar ziekteverwekkers zijn er altijd. Daarom vraagt de IGJ aandacht voor maatwerk in infectiepreventie binnen de ggz. De inspectie deed een steekproef bij negen ggz-instellingen waar mensen voor korte of langere tijd wonen.
De vraag is niet óf, maar wanneer er weer een grote uitbraak komt van een infectieziekte vergelijkbaar met COVID19, aldus de IGJ. Zo komt de inspectie regelmatig kleine uitbraken van schurft tegen. Maar goede preventie vraagt maatwerk. Voor patiënten die intensieve lichamelijke zorg krijgen zijn andere maatregelen nodig dan voor mensen die vrij zelfstandig wonen in een ggz-instelling, met of zonder eigen sanitair.
Advies
Scholing van medewerkers en het vergroten van het bewustzijn van risico’s zijn daarbij belangrijk. Deskundigen op het gebied van infectiepreventie kunnen advies geven over maatregelen gericht op de specifieke situatie per ggz-instelling. Twee ggz-instellingen die de inspectie heeft bezocht hadden een audit infectiepreventie laten uitvoeren. In andere instellingen was er geen audit gedaan maar was er wel contact met een deskundige infectiepreventie, bijvoorbeeld bij een uitbraak van schurft of in coronatijd.
Onderzoek
Voor het onderzoek koos de IGJ ervoor om locaties van zorgaanbieders te bezoeken waar cliënten voor korte of langere tijd verblijven. Hier is een risico op verspreiding van infectieziekten doordat cliënten dicht op elkaar leven en gebruik maken van dezelfde ruimten en materialen. Cliënten hebben vaak ook een verminderde weerstand. De inspectie bezocht locaties waar cliënten een kamer en sanitair delen maar ook locaties waar alle cliënten een eigen appartement met eigen sanitair hebben, en locaties waar cliënten aanspreekbaar zijn op hun gedrag en locaties waar dit minder goed mogelijk is. De IGJ keek of medewerkers van deze instellingen werken volgens de hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) en het Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI).
Op locaties waar cliënten zelfstandig wonen en geen fysieke zorg krijgen, moeten medewerkers en cliënten weten hoe belangrijk hygiëne is voor hun gezondheid, stelt de IGJ. Hoe gaan medewerkers bijvoorbeeld om met het opruimen van bloed of ontlasting? Wanneer trek je handschoenen aan? In welke situaties houd je je sieraden om of moet je ze afdoen? En wanneer is het nodig om een mondneusmasker te dragen? Om antwoord te kunnen geven op deze vragen helpt het om advies te vragen aan een deskundige infectiepreventie. Dit kan via de GGD, een Zorgnetwerk antimicrobiële resistentie of een zelfstandige deskundige infectiepreventie.
Handhygiëne
Handen wassen en gebruik van handalcohol is altijd belangrijk. Toch zag de IGJ dat voorzieningen om voor handhygiëne niet overal aanwezig waren. Soms had dit met het gedrag van de cliënten te maken. Ook werd handalcohol ingekocht die niet is toegelaten voor gebruik in de zorg. Verder zag de inspectie handalcohol die over de houdbaarheidsdatum was. Het handdesinfectiemiddel werkt dan mogelijk niet of niet goed genoeg.
Veel medewerkers leveren herstelondersteunende zorg. Hierdoor is er minder aandacht voor de noodzaak van persoonlijke hygiëne zoals het niet dragen van hand- en polssieraden. Toch zijn er situaties waarin het belangrijk is hierop te letten. Bijvoorbeeld wanneer wél ADL-zorg geleverd wordt zoals wassen of aantrekken van steunkousen. Of wanneer een cliënt medicatie krijgt toegediend of ondersteund moet worden bij opstaan of lopen.
PBM
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zoals mondneusmaskers, handschoenen, brillen en schorten, moeten medewerkers en cliënten beschermen tegen het verspreiden van infectieziekten. De inspectie zag dat op alle locaties dat veel PBM aanwezig waren. De kwaliteit daarvan verschilde. Niet alle PBM voldeden aan de norm, en de houdbaarheidsdatum was vaak voorbij. In de dagelijkse praktijk van de ggz zijn persoonlijke beschermingsmiddelen niet vaak nodig en worden ze weinig gebruikt, met uitzondering van de handschoenen. Hierdoor is het, zeker voor kleinere instellingen, lastig om een goede voorraad te hebben. Scholing in het juist gebruiken van de persoonlijke beschermingsmiddelen wordt vrijwel niet gegeven. Veel instellingen hebben wél protocollen of werkinstructies uit de coronatijd maar deze waren niet altijd gemakkelijk te vinden.
Desinfectie
Een andere belangrijke maatregel om verspreiding van infectieziekten tegen te gaan is reiniging. Bij het opruimen van lichaamsvloeistoffen, zoals bloed of ontlasting, is ook desinfectie nodig. De locaties die de inspectie bezocht verschilden vooral in de manier waarop de desinfectie was georganiseerd. Enkele zorgaanbieders hadden speciale teams beschikbaar die op afroep kwamen reinigen en desinfecteren. Als deze schoonmaakmedewerkers niet (snel) aanwezig konden zijn, desinfecteerden medewerkers zelf. Maar de inspectie zag op meerdere plekken dat de juiste middelen hiervoor ontbraken.
De bezochte ggz-instellingen hadden een beperkte opslag van steriele materialen die grotendeels op orde was. Medicatie werd vaak op naam via apothekers geleverd. Het beheer van de medicatie werd gedaan door de cliënt zelf of door medewerkers.
De meeste instellingen noteerden of logden de temperatuur van de medicijnkoelkast. Toch zag de inspectie ook dat dit proces bij enkele ggz instellingen niet goed geregeld was.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.