Achttien verhalen over euthanasie, wat letterlijk (uit het Oudgrieks) ‘goede dood, zachte dood’ betekent, van veertien huisartsen en vier medisch specialisten. Judith de Roos recenseert Mijn eerste euthanasie, verhalen van artsen door Wendy Tollenaar.
Wendy Tollenaar begeleidt in het dagelijks leven uitvaarten en mensen met rouw en verlies. In dit boek laat zij artsen aan het woord over hun eerste euthanasie. Ze onderzoekt hun herinneringen en de invloed die het op ze heeft gehad als arts. Zijn ze er een andere arts door geworden? Heeft het hun persoonlijke kijk op het leven en sterven veranderd? En hebben ze de dood nu eigenlijk veroorzaakt of juist verzacht?
Plattegrond
Tollenaar wil met haar boek artsen in het licht zetten, zodat we ons bewust zijn van hun intense werk, hun dilemma’s en morele kwesties omtrent stervensbegeleiding. Dat is nodig. Hoewel de regels rondom euthanasie in Nederland helder en duidelijk zijn, zegt dat nog niets over hoe het daadwerkelijk verloopt. Bert Keizer schrijft in het voorwoord: “We hebben natuurlijk wel een protocol voor euthanasie, maar een protocol is als een plattegrond van een stad. Alle straten staan erin maar de hond die ineens de straat op rent, die vind je daar niet.”
Zachte dood
Het boek bevat achttien verhalen over euthanasie, wat letterlijk (uit het Oudgrieks) ‘goede dood, zachte dood’ betekent, van veertien huisartsen en vier medisch specialisten. De aangrijpende verhalen, die steeds vanuit de ik-vorm geschreven zijn, nemen de lezer mee in het proces dat de patiënt, arts en vaak de familie gezamenlijk doorlopen.
Hardlopen
Tollenaar weet zowel informatief als empathisch te schrijven, dit maakt het een fijn maar ook aangrijpend boek om te lezen. Ik leer dat veel artsen hun euthanasie vaak aan het einde van de middag plannen zodat er niet nog een druk spreekuur na hoeft te komen. Het blijkt voor de meeste toch echt een ingrijpende handeling te zijn die veel van ze vraagt: ‘er zit een mens achter die naald’. Vaker dan één of twee per jaar willen de meeste het liever niet doen. Nadien hardlopen om het hoofd leeg te maken blijkt een veel voorkomende activiteit van de gesproken artsen. De meeste vinden het fijn om de euthanasie samen met een collega te doen, hoewel dit niet altijd lukt.
Ongemakkelijk
Technisch blijkt het een heel duidelijk verhaal te zijn, met spuiten met cijfers erop waardoor de volgorde niet te missen is. Eerst verdoving, slaapmiddel en dan spierverslapper. Maar toch geeft de apotheek een reserveset mee. Dit geeft sommige artsen juist stress: ‘kan het dan toch misgaan?’ Ik leer ook dat de artsen moeten blijven totdat er een lijkschouwer aanwezig is. Dit worden soms een beetje ongemakkelijke momenten in de tuin of keuken, omdat ze de familie graag met de overledene willen laten.
Tijdig
Het wordt me ook duidelijk dat euthanasie tijdig aangekaart moet worden. Wanneer mensen al stervende zijn, ben je te laat, want het opstarten van een euthanasietraject kost tijd. Er moet een SCEN-arts komen, overleggen met de apotheker en de medicatie moet besteld en de arts moet ruimte maken in zijn of haar agenda. Gelukkig blijken er dan binnen de palliatieve zorg andere mogelijkheden die het lijden op zo’n moment kleiner kunnen maken.
Overwegingen
De meeste artsen vinden dat euthanasie bij het vak hoort, wat een lastig punt blijkt is wanneer mensen euthanasie willen terwijl ze fysiek en mentaal nog veel kunnen. De angst om dat straks niet meer te kunnen blijkt dan de overweging te zijn van de patiënt.
Er is ook een verhaal van een gelovige arts die zelf geen euthanasie verleent. Hij voelt zich schuldig als hij daar zijn collega’s voor vraagt, maar beschrijft heel mooi zijn overwegingen.
Huisartsen blijken er soms moeite mee te hebben dat wanneer mensen al lang onder behandeling zijn bij een oncoloog, ze als huisarts worden gevraagd om de euthanasie te verlenen, terwijl de oncoloog de patiënt al jaren begeleidt en een band heeft opgebouwd.
Slaap lekker
Het meest aangrijpend geschreven verhaal is de euthanasie van een jonge moeder, waarbij de kinderen aanwezig zijn. Tollenaar beschrijft precies wat er nog gezegd wordt tegen en door de kinderen die tijdens de euthanasie tegen haar aan liggen. “Slaap lekker mama.” Dat de familie de arts na de euthanasie om de hals valt, voelde voor de arts raar. “Zo bedankt worden voor zoiets verdrietigs.”
Emotionele impact
Het boek is goed opgebouwd, waarbij Tollenaar een mooie balans weet te vinden tussen persoonlijke anekdotes, professionele details en ethische kwesties. Ook de emotionele impact van de artsen weet ze mooi te omschrijven, respectvol.
Zijn er dan geen aanmerkingen op dit boek? Hooguit het feit dat achttien verhalen best veel zijn en het lettertype erg zwierig is.
Een aanrader dus. Voor professionals, omdat het herkenning zal geven, en voor leken juist omdat alle kanten van dit thema zorgvuldig belicht worden.
Wendy Tollenaar – Mijn eerste euthanasie, verhalen van artsen
Uitgeverij De Graaff
256 pagina’s
prijs: € 25,99
ISBN 978-94-93127-34-0
Lees ook andere recensies van Judith de Roos en Johan Atsma
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.