Op 7 september heeft minister Schippers haar fiat gegeven aan de nieuwe regeling ‘Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut, basisberoep en specialismen’. Doel van deze regeling is een betere organisatie van de regelgeving van en het toezicht op de BIG-opleidingen tot gz-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog.
Volgens de nieuwe regeling komt er één structuur voor de regelgeving en het toezicht op de vier opleidingen. De Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt) krijgt een regelgevende en toezichthoudende taak voor alle vier de opleidingen. Tot op heden was de FGzPt alleen verantwoordelijk voor de specialistische opleidingen. Het toezicht op de opleidingen tot gz-psycholoog en psychotherapeut berustte bij de Kamer Gz-Psycholoog en de Kamer Psychotherapeut.
Harmonisatie van regelgeving
Een belangrijk doel van de nieuwe organisatie is om tot een betere afstemming te komen van de regels die gelden voor de verschillende opleidingen. Er komt één College, dat verantwoordelijk is voor de regelgeving van de specialistische opleidingen. Voor de basisopleidingen blijft de Minister verantwoordelijk, maar het College kan wel de Minister adviseren en aanvullende regels maken.
Ook het toezicht op de opleidingen komt in één hand. Er komt één zommissie, de Commissie Registratie en Toezicht (CRT), die zowel gaat over de artikel-3 opleidingen als over de specialistenopleidingen. Naast de registratie van specialisten wordt deze commissie onder andere verantwoordelijk voor de erkenning en visitatie van opleidingen.
Scheiding van regelgeving, toezicht en uitvoering
In de nieuwe structuur worden regelgeving, toezicht en uitvoering streng gescheiden. Voor de specialistenopleidingen was dit al het geval, maar voor de opleidingen tot gz-psycholoog en psychotherapeut nog niet. Doel van deze scheiding is onder andere om belangenverstrengeling te voorkomen.
Deze scheiding komt tot ook uitdrukking in de samenstelling van het College en de Registratiecommissie. Zo zijn de opleidingsinstellingen en hoofdopleiders niet meer vertegenwoordigd in het College en de CRT, en kennen beide organen een onafhankelijk voorzitter. De CRT bestaat daarnaast uitsluitend uit leden die worden voorgedragen door de beroepsverenigingen. In het College zijn daarnaast ook de brancheorganisaties, de universiteiten en een opleideling vertegenwoordigd.
De nieuwe regeling treedt op 1 oktober aanstaande in werking. Op die datum worden ook het nieuwe College en de Commissie Registratie en Toezicht geïnstalleerd.
Bron: NVGzP / Peter van Drunen