Ik heb wel eens het idee dat ik een soort koopziek ben. Nou, okay, ik ben erg koopziek. Ik word ziek van mijn eigen ge-koop. Nee, dat is niet waar want ik vind het heerlijk om te kopen. Ik word hooguit een beetje akelig als ik mijn giro check dus dat doe ik zo weinig mogelijk. Mijn man liet mij goed achter, zoals dat heet, dus ik hoef me de eerstvolgende 380 jaar geen zorgen te maken.
Maar ik kan je vertellen dat hij mij helemaal niet zo goed achter liet. Van eenzaamheid vlieg ik te regelmatig tegen het plafond. Alle 21 jaar dat wij samen waren drukte hij mij op het hart dat hij mij heus zou overleven, dat ga je geloven op een gegeven moment, terwijl hij toch al die tijd 12 jaar ouder was dan ik. Hij voegde er nog aan toe dat zijn jongere vrouw mooi zijn ‘kar zou kunnen drukken’, later, als hij oud zou zijn.
Van de één op de andere dag had ik een pot vol as en een foto aan de muur in plaats van een man. Vanmorgen vroeg ik nog aan de foto wat ik nou toch moest. Hij bleef mij op z’n liefst glimlachend aankijken zonder ook nog maar één spier te vertrekken. ‘Aan jou heb ik ook geen zak meer’, verzuchtte ik.
Hij was mijn maat. Een boom van een vent die er altijd voor me was. Of ik nou hieperdepiep in de gloria was of diep down in mijn depressieve put zat, hij was altijd dezelfde rots in de branding. Betrouwbaar als een eeuwig goed lopend uurwerk. Ik kon de klok op hem gelijk zetten.
Koud terug van onze vakantie in Afrika kondigt de dokter in het ziekenhuis hem aan dat hij dood zal gaan binnen twee dagen. Stoïcijns nam hij die informatie tot zich, zoals hij als nieuwsjournalist naar het journaal keek. Hij bleef gewoon gelijk lopen. En ik zat erbij en keek er knal manisch naar, tot aan zijn laatste ademtocht twee dagen later. Ik had bergen energie door de adrenaline die door mijn aderen gierden. Het drong allemaal niet tot me door.
Vier dagen na het afscheidsfeest wat ik voor hem organiseerde vertrok ik, Halleluja, voor onbepaalde tijd naar Afrika. Met die actie ben ik zo’n beetje iedereen kwijt geraakt. Mijn hele schoonfamilie, mijn eigen familie, vrienden, vriendinnen. Na een jaar kwam ik terug. Ik kocht een huis, een hond en een auto. Voor het eerst in mijn leven stond ik er alleen voor.
’s Avonds is het het meest eenzaam. Ik shop me dan suf op het internet. Vanavond heb ik Bol.com weer eens afgestruind, tsjonge, wat daar allemaal te koop is! Deze keer bestelde ik drie boeken en een MP3 speler.
Als ik straks naar bed ga zeg ik zoals gewoonlijk ‘welterusten’ tegen de foto. ‘Ik kom snel naar je toe, heb je iets nodig, dan bestel ik het nog even, toch geld zat.’
Lees hier andere columns van Niki Stoker