Een feit: somatische ziekten komen meer voor bij psychiatrische patiënten dan in de algemene populatie. Verschillende oorzaken kunnen meespelen: de lichamelijke problemen kunnen op zichzelf staan, maar ze kunnen ook samenhangen met de psychiatrische problematiek of met de psychofarmaca die de patiënt gebruikt.
Geeske Boerboom (verpleegkundig specialist i.o. bij Karakter) bracht in kaart welke klinisch relevante somatische afwijkingen bij kinderen en jongeren voorkomen, en hoe vaak bij welke groepen. Dit in navolging op het onderzoek naar de meerwaarde van de somatische screening van drs. Jet Muskens (kinder- en jeugdpsychiater Karakter). Boerboom onderzocht in samenwerking met Muskens 157 kinderen/jongeren tussen de 6 – 18 jaar: 89 meisjes en 68 jongens. Allen patiënten bij het Intensief Behandel Centrum van Karakter in Nijmegen.
Naast lichamelijk onderzoek en anamneses verrichtte Boerboom neurologisch onderzoek, werd bloedonderzoek gedaan en gekeken naar dysmorfe kenmerken.
Relatie dysmorfe kenmerken en autisme
Uit het onderzoek kwam naar voren dat jongens vaker dan meisjes dysmorfe kenmerken vertonen. De relatie tussen de diagnose autisme en dysmorfe kenmerken blijkt significant: van de 21 kinderen en jongeren met dysmorfe kenmerken is bij 18 de diagnose autisme gesteld.
Kinderen en jongeren met een stemmingsstoornis blijken geen dysmorfe kenmerken te vertonen (significant).
Vitamine-D deficiëntie
Een andere opvallende bevinding was vitamine-D deficiëntie dat naar voren kwam uit het bloedonderzoek. 122 Patiënten deden hieraan mee en 48% bleek een verlaagde vitamine D waarde te hebben. Dit kwam vaker voor bij kinderen en jongeren met een angst- en stemmingsstoornis dan bij andere psychiatrische diagnosen.
Uit eerder onderzoek blijkt dat Vit D-deficiëntie al vaak geassocieerd werd met psychische problemen in kindertijd en adolescentie (Tolppanen Sayers, Fraser, Lewis, Zammit, & Lawlor, 2012) en specifiek met depressie en vermoeidheid (Koning, et al., 2015; Tolppanen, Sayers, et al., 2012). Tevens blijkt er bij kinderen met ADHD meer sprake te zijn van vitamine D-deficiëntie dan bij kinderen zonder ADHD (Sharif, Madani, Tabatabaei & Tabatabaee, 2015).
Conclusie en aanbevelingen
Geeske Boerboom constateert dat screenen veel klinisch relevante somatische afwijkingen oplevert. Zonder screening is er sprake van onderbehandeling. Een goed vervolgbeleid bij somatische screening is dan ook van essentieel belang.
Aanbevelingen
>Voer standaard somatische screening uit bij intake voor alle leeftijdscategorieën en bij alle vormen van psychiatrische problematiek.
>Onderzoek of psycho-educatie over een gezonde leefstijl bijdraagt aan vermindering van klinisch relevante somatische afwijkingen. Deze psycho-educatie zou gegeven moeten worden aan de kinderen, jongeren en hun ouders
>Doe vervolgonderzoek naar dysmorfe kenmerken en autisme.
Bron: Karakter