De jeugdzorg blijft een zorgenkind voor de elf gemeenten in IJsselland die samen de hulpverlening inkopen. Naar verwachting moeten er dit jaar nog eens enkele miljoenen bij.
Het bureau Transformatie Jeugdhulp, dat de veranderingen voor de elf gemeenten (Zwolle, Deventer, Steenwijkerland, Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst en Zwartewaterland) in de jeugdzorg vormgeeft, houdt er zelfs rekening mee dat uiteindelijk dit jaar evenveel geld aan de jeugdzorg in deze regio wordt uitgegeven als vorig jaar; een bedrag van 113,4 miljoen euro.
Bezuiniging?
Programma-coördinator Thomas Rosdorff bevestigt dat in dat geval de bezuinigingsopgave voor dit jaar niet is gehaald. Sinds de veranderingen in de jeugdzorg per januari 2015 leggen de gezamenlijke gemeenten bij om wachtlijsten zoveel mogelijk te voorkomen. Zo werd in 2015 106,9 miljoen euro uitgetrokken voor de specialistische jeugdzorg, maar was halverwege het jaar duidelijk dat er 6,5 miljoen euro bij moest om de ontstane wachtlijsten terug te dringen. Voor dit jaar werd een bedrag van 102,4 miljoen euro beschikbaar gesteld; 4,5 miljoen minder dan in 2015 als gevolg van een tweede budgetkorting van het Rijk. Dat totaalbudget bleek al in het voorjaar bij lange na niet toereikend. De gemeenten staken nog eens 2,4 miljoen euro extra in de gespecialiseerde jeugdzorg. Nu blijkt dat dit jaar opnieuw moet worden bijgepast, waarschijnlijk nog enkele miljoenen, om al te lange wachtlijsten in de jeugdzorg te voorkomen.
Te snel
Om kosten in de hand te houden sturen gemeenten aan op een verandering in de jeugdzorg, waarbij er meer preventief wordt gewerkt. Zo moet voorkomen worden dat een langdurige problematische hulpvraag ontstaat die dure specialistische zorg vergt. Jeugdzorg-organisaties bekritiseren het beleid waarin de bezuinigingsopgave sneller wordt uitgevoerd dan de verandering in de zorg vorm krijgt. Programma-manager Rosdorff van Transformatie Jeugdhulp - het bureau dat namens de elf gemeenten de jeugdzorg reguleert - bevestigt die tendens. Hij benadrukt dat de vernieuwing van de zorg veel tijd en energie kost. „We hebben hier met de grootste zorgvernieuwing van de afgelopen tien tot vijftien jaar te maken. De transformatie vindt wel degelijk plaats, maar levert nog niet het gewenste resultaat op. Wanneer dat wel gebeurt, is op dit moment moeilijk te zeggen.”
Bron: De Stentor