Ontsnapt aan een beginnende psychose
Het is februari 2010. Ik word opeens warrig en angstig, begrijp niet wat er gebeurt. Ben al een tijdje onrustig. Denk dat ik wegval. Voel mij heel onwerkelijk. Ga op de grond liggen.
Zeg tegen mijn vriendin bel 112. Mevrouw van de 112, stelt wat controlevragen,
zij adviseert mij maandag naar de huisarts te gaan. En als het echt niet gaat naar de weekend huisartsenpost. Ambulance is nu niet nodig.
Ik zak wat in mijn angst, het valt wel mee, ga wel in mijn bed liggen. Beetje thee drinken.
Ga ik nu dood, zou dit het zijn, heb ik het wel goed gedaan?
Ik krijg schuldgevoel. Schaamde mij voor wat is misgegaan. Ik word nog onrustiger.
Probeer te slapen. Soms lukt dat. Het lijkt op tien koffie op hebben, zo gejaagd en angstig voel ik mij.
Ik probeer er bij te blijven, het valt wel mee... rustig ademen. Weer wat slapen, heel gejaagd wakker schrikken, tocht door de woonkamer gemaakt, ik zie overal gezichten. Op de muur zie ik een silhouet van een jongetje en profil, of is het een stukje restant van afgebladderde verf? Ik zie een getekende hand op een schoteltje ik leg mijn hand erop.
Ja, ik maak contact. Ik voel de warmte stromen. Merkwaardig dat het zomaar kan, zou er toch meer zijn?
Doe het licht aan en ga als een bezetene a4-tjes vol schrijven met ideeën en tips. Krijg kramp in mijn hand, maar ik moet doorschrijven.
Straks ben ik het kwijt, en weet ik niet meer wat ik dacht, het is belangrijk, het geeft mij inzicht, ik wil het weten, ook voor later, wat er in mijn hoofd omgaat. Het zijn grote inzichten, die ik niet eerder begrepen heb. Zo is het.
Het vloeit mijn pen uit. Wat een sensatie. Ik moet het kwijt. Doorschrijven, met grote letters en lange halen. Het stopt niet.
Ik word moe, maar ben ook opgewonden dat ik zo maar inzichten krijg.
Buiten wordt het al licht. Ik praat hardop in mijzelf.
Fietsers rijden voorbij, maar ze doen net alsof zij mij niet zien, ze horen bij het complot, ze blijven mij checken.
Brommers doen zeer aan mijn gehoor, het geluid trilt door mijn lichaam. Net als een boor die monotoon en langzaam in je hoofd draait.
Waarom doen ze dat eigenlijk? Hou daar mee op.
Die fietser keek mij net iets te lang aan, ik zag het, hij wendde gauw betrapt zijn hoofd af, of ik dat niet door heb: Individuele fietsers die mij als groep, in de gaten houden.
Wat rijden de auto’s langzaam. Dan kunnen ze je beter observeren, maar dat heb ik dan toch makkelijk in de gaten. Ze kunnen beter sneller rijden en dan maar minder observeren.
Voor de deur staat een busje met geblindeerde ramen, geen letters op de zijkant.
Ik weet het nu zeker, ik word afgeluisterd.
Mijn wachtwoord van mijn e-mail doet het niet meer, mijn e-mail is gekraakt, dit is het begin.
Ze zitten achter mij aan, maar waarom? Ik heb toch niks gedaan?
Help, wie kan mij helpen?
Ze zitten achter mij aan... dan had ik het maar niet moeten doen...
Voel mij enorm schuldig.
Ik bel mijn vader, leg kort uit dat ik afgeluisterd word, ze moeten mij hebben van de regering, mijn e-mail doet het niet meer. We gaan alle advocaten inschakelen, die nodig zijn, maar ga eerst even naar de huisarts is zijn geruststelling. Ik bel mijn oom, mijn e-mail is gehackt, mag ik op jouw computer mijn wachtwoord resetten? Kom maar langs.
Bel met Mentrum, de GGZ-dienstverlener in Amsterdam, ik word over een uur terug gebeld. Later krijg een begripvolle mevrouw aan de lijn. Ze klinkt bezorgd.
Hoort mij uitgebreid aan, maar kan nu niks voor mij doen.
Ik heb mijn wachtwoord gereset, ben bij mijn oom, die het begrijpt. Het zakt al wat, ik ben in beeld, het komt goed.