Duidelijk moreel standpunt van belang bij behandeling slachtoffers
Bij psychiatrische en psychosociale problematiek speelt trauma vaak een rol. De rol die emotionele en psychische mishandeling speelt bij de vorming van trauma wordt vaak onderschat. Emotionele en psychische mishandeling vormt volgens onderzoek echter de kern van partnergeweld en kindermishandeling. De impact die het op cliënten heeft is groot en juist in deze tijd waarin mensen geïsoleerd zijn, is het extra belangrijk te letten op de signalen ervan.
Duiding is moeizaam
Emotionele en psychische mishandeling zijn verreweg de meest voorkomende vormen van mishandeling: in meer dan 80% van de partnergeweld en kindermishandeling zaken komt het voor, meer dan twee keer zoveel als fysiek geweld blijkt uit onderzoek. Behandelaren leggen de link met emotionele en psychische mishandeling en de daaruit voortkomende traumaklachten echter vaak niet. Dit leidt tot het behandelen van de symptomen, zonder bij de kern te komen.
Slachtoffers hiervan hebben vaak geen duidelijk idee over de specifieke oorzaak van hun klachten. Op het eerste gezicht kan een burn-out, verslaving, depressie, relatieprobleem of disfunctioneren de aanleiding zijn, maar blijft de oorzaak hiervan onduidelijk. Deze cliënten zijn onzeker, gesloten of juist verward. Ze hebben een diep gevoel van wantrouwen en/of een schrijnend tekort aan zelfvertrouwen. Allerlei lichamelijke, vaak onverklaarbare, klachten kunnen hen parten spelen. Cliënten hebben vaak moeite met zichzelf en het leven, of ze nu succesvol zijn of niet. Met zulke uiteenlopende klachten is duiding vaak moeizaam. Vaak krijgen ze allerlei (mis)diagnoses.
De impact is groot
Volgens onderzoek vanuit onder andere de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) heeft echter meer dan de helft van alle mensen met een zware depressie of forse angstklachten emotionele en psychische mishandeling meegemaakt. Emotionele en psychische mishandeling kan bovendien veranderingen in de hersenen, het zenuwstelsel, het maag-darm systeem en diverse andere delen van het lichaam veroorzaken, zo blijkt uit onderzoek van onder andere de American Psychological Association.
Migraine, slaapproblemen, maag- en darmziekten en chronische pijn zijn veel gehoorde klachten. Ook komt onder deze groep cliënten suïcide, alcohol- en drugsmisbruik, sociale fobieën, ernstige dissociatieve klachten en eetstoornissen vaak voor. Cliënten die emotionele en psychische mishandeling hebben meegemaakt hebben bovendien een tien keer hoger risico op schizofrene of psychotische klachten en diverse andere psychiatrische problemen. Onder andere uit onderzoek gepubliceerd in de Lancet blijkt dat de gevolgen van emotionele en psychische mishandeling zelfs ernstiger kunnen zijn dan die van seksueel en fysiek geweld.
Woorden doen pijn
Emotionele en psychische mishandeling is geen incident, zoals een eenmalige woedeaanval, maar een structureel en eenzijdig patroon waarbij de dader het slachtoffer aanvalt, doelbewust verwart en ondermijnt. Sneren en veroordelingen als ‘je betekent niets’, ‘je bent altijd zo labiel’ of ‘je bent egoïstisch en dom’ veroorzaken de meeste littekens bij cliënten. Woorden, zo blijkt uit onderzoek van onder andere de universiteit van Harvard, doen letterlijk pijn. Veel pijn. Daarnaast roepen veel daders door hun manipulatieve gedrag sterke emoties in hun slachtoffer op zoals woede, schaamte en angst. Waarop zij hier zelf verantwoordelijk voor worden gesteld (‘wat ben je toch emotioneel’).
Eén van de grootste problemen van emotionele en psychische mishandeling is dat het verhuld is. Hierdoor wordt het ook niet snel herkend en kan de mishandeling jaren doorgaan. De dader is of was een soort wolf in schaapskleren. Plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling hebben vaak kenmerken van narcisme (van trekken tot een stoornis). Ze hebben twee gezichten: naar buiten en oppervlakkig bezien succesvol, en een normaal lid van de samenleving, maar thuis juist zeer destructief. Dit laatste is vaak niet zichtbaar voor een buitenstaander en vaak ook niet voor het slachtoffer. Het negatieve gedrag is ingekapseld in ogenschijnlijk alledaags menselijk gedrag, waardoor het niet opvalt dat er iets zeer destructiefs gaande is. Waarom doen daders dit? Om macht te krijgen over het slachtoffer, diegene te controleren zodat hij of zij doet wat de dader wil. Onderzoekers noemen dit ook wel coercive control, ofwel ‘dwingende controle’.
‘Je bent niet gek’
Door de vaak jarenlange en subtiel steeds verder opgevoerde psychische strijd en emotionele druk gaan deze cliënten steeds meer denken dat alles aan henzelf ligt. Ze twijfelen steeds meer aan hun perceptie van de realiteit en hun schuld- en schaamtegevoelens nemen toe. De dagelijkse lading leugens, halve waarheden, subtiele verdraaiingen, bedekte verwijten en vaag geformuleerde bedreigingen eisen hun tol. Elke minieme ruimte die een slachtoffer vraagt voor een alledaagse wens, gevoel, gedachte of behoefte wordt door de dader gebruikt om een zaadje van twijfel te planten. Slachtoffers worden sluipenderwijs beroofd van hun eigenheid en zelfvertrouwen en verliezen steeds meer het contact met zichzelf: het verdwenen zelf.
Cliënten worden vaak achterdochtig, gespannen en hyperalert en zijn telkens beducht op tekenen van dubbelzinnige communicatie met achterliggende dreiging, ook bij mensen die geen destructief gedrag vertonen. Vaak zien behandelaren deze symptomen bij cliënten als onderdeel van een psychiatrische stoornis in plaats van een normale reactie op een zeer ongewone en destructieve situatie (die nog steeds plaats vindt of tot het verleden behoort, maar nog steeds doorwerkt). De woorden ‘je bent niet gek’ zijn een enorme opluchting voor mensen wiens problemen veroorzaakt zijn door jaren en jaren van emotionele en psychische mishandeling.
Niet expliciet strafbaar
Emotionele en psychische mishandeling is in Nederland een onbegrepen en onbekend fenomeen. Hoewel het in elke definitie van huiselijk geweld en kindermishandeling is opgenomen, is het, in tegenstelling tot fysiek en seksueel geweld, vrijwel nergens goed uitgewerkt. Het gebrek aan kennis gaat vrij ver. Er zijn in Nederland geen kenniscentra op dit gebied, geen specifieke protocollen of richtlijnen en nauwelijks relevante opleidingen of trainingen. Het ontbreekt aan evidence based interventies, preventiebeleid, voorlichtingscampagnes en wetenschappelijk onderzoek. Slachtoffers kunnen geen aangifte doen bij de politie en het OM vervolgt niet. Het is, opmerkelijk genoeg, niet eens expliciet strafbaar in Nederland, ondanks een recent, dringend advies hiertoe van de Raad van Europa. Daders mogen straffeloos hun kind of partner stelselmatig denigreren en onderuit halen, stiltebehandelingen geven, verbaal en fysiek intimideren, verregaand verwarren, bedreigen, pathologisch liegen, domineren, veelvuldig lastigvallen, sociaal isoleren, dwangmatig controleren, emotioneel chanteren en doorlopend manipuleren.
Ondanks deze treurige stand van zaken kunnen zorgverleners zeker wat doen. Maar dan moet een zorgverlener eerst de symptomen gaan herkennen. En hoe doe je dat? Allereerst zijn de eerdergenoemde aan trauma gerelateerde klachten en symptomen van belang, naast de informatie die de cliënt geeft over de thuissituatie. Maar er zijn ook andere signalen, zoals het naar behandeling worden gestuurd door de eigenlijke dader. Daarnaast komen veel cliënten ongewild in vechtscheidingen terecht of krijgen met verschillende hulpverleners van instanties te maken. Op onze site staan nog veel meer signalen waaraan je kunt herkennen dat er mogelijk sprake is van emotionele en psychische mishandeling (https://professionals.verdwenenzelf.org).
‘Het ligt niet aan jou’
In de behandeling en begeleiding van deze cliënten is het belangrijk om een duidelijk moreel standpunt in te nemen. Emotionele en psychische mishandeling is net als fysiek en seksueel geweld een misstand, een fundamenteel onrecht. Het benadrukken van het eigen aandeel van deze cliënten is vrijwel altijd contraproductief. Het suggereert immers dat de cliënt vroeg om mishandeling en de klachten die er uit voortkwamen. Bovendien zien slachtoffers zichzelf vaak al als bron van het probleem: zij zijn door de dader als het ware gehersenspoeld en leggen daardoor al alle schuld bij zichzelf. De dader legt de verantwoordelijkheid van zijn gedrag juist geheel buiten zichzelf.
Slachtoffers van mishandeling vragen om een actieve rol van een zorgverlener: erkenning geven en een standpunt innemen. En dat gaat in tegen veel van wat in opleidingen en beroepscodes centraal staat, waarbij wordt uitgegaan van de goedwillendheid van beide partijen. Elke vorm van behandeling of begeleiding waarin het slachtoffer samen met de (ex-)partner of ouder aan moet deelnemen, zoals relatie- of familietherapie of mediation, is gedoemd de problemen eerder te verergeren. Ze bieden de dader een podium voor manipulaties, terwijl het slachtoffer niet beschermd wordt. Cliënten hebben (terechte) angst voor de dader. Daarnaast is bekend dat daders met narcistische trekken of een stoornis meestal nauwelijks bereid zijn tot enig zelfinzicht. Individuele therapie of begeleiding is daarom te allen tijde te prefereren.
Vaak hebben cliënten al een lange voorgeschiedenis in de zorgverlening of de zelfhulp, meestal met weinig succes. Totdat ze een zorgverlener tegenkomen die verstand heeft van trauma en mishandeling. Een zorgverlener die via echt contact de cliënt in staat stelt weer verbinding met zichzelf te leggen en het herstel van verloren autonomie kan begeleiden. Het onschuldigen van het slachtoffer maakt dat hij of zij een ander weer durft te vertrouwen en uit de keten van schuldgevoel en schaamte komt. De cliënt kan dan eindelijk, vaak met de hulp van een behandelaar, het achterliggende trauma aangaan en weer herstellen.
Tako Engelfriet is projectleider bij Het Verdwenen Zelf. Gebi Rodenburg is psycholoog NIP en maakt samen met 22 andere behandelaren deel uit van het netwerk van Het Verdwenen Zelf.