In de zomermaanden publiceren we grotendeels artikelen, die eerder zijn gepubliceerd, maar door de corona-crisis in het gedrang kwamen. Terwijl we normaal in de zomer stilliggen, maken we nu dus een inhaalslag. Dat levert de paradox op, dat deze ‘zomermagazines’ verschijnen dankzij de corona, maar dat corona zelf nauwelijks aan de orde komt.
Dat zal in de komende manden wel veranderen, want, zoals een lezer opmerkte: “Heel goed dat we met zijn allen gaan proberen ons leven van vóór de coronalockdown weer zoveel mogelijk op te pakken. Echter, als ik alle berichten uit de media in mijn ’glazen bol’ stop, dan wijzen ’alle tekenen des tijds’ maar één kant op: we gaan ongetwijfeld weer méér met ziekte en dood geconfronteerd worden dan ons lief is. We hebben weer allemaal met zijn allen existentialistische bijstand nodig (…)”
Ik vrees dat deze lezer gelijk heeft.
Maar vooralsnog nog even de corona-vrije afleveringen. ‘Emotionele en psychische mishandeling: ongekend, onbekend en onbegrepen’. De titel zegt voldoende: Tako Engelfriet en Gebi Rodenburg beschrijven in dit artikel de gevolgen van emotionele en psychische mishandeling, leggen uit waarom het zo lastig te herkennen is en geven handreikingen aan behandelaren.
Vorige week overleed schrijver Maarten Biesheuvel op 81-jarige leeftijd. Biesheuvel was, behalve een bijzondere auteur, ook één van de eerste schrijvers in Nederland die open en veelvuldig schreef over zijn ‘krankzinnigheid’ en zijn opnames in ‘het gekkenhuis’, zoals hij het noemde.
“Ons hedendaags obsessief najagen van geluk, de terreur van geluk, zorgt er niet alleen voor dat mensen worden uitgesloten, het is een heilloze en onmogelijke weg”, citeert Johan Atsma de Belgische psychiater Dirk de Wachter. In zijn recensie van ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ schrijft Atsma: “Een informele schrijfstijl en onder een provocerende titel een makkelijk leesbaar pamflet waarin hij zonder al te veel poespas een levensvisie te berde brengt die mij uiteindelijk wel aanspreekt maar niet geheel bevredigd. Ik had op meer diepgang gehoopt.”
Nog een week en dan is de deadline onze verhalenwedstrijd. Ben je hulpverlener, (ex-)cliënt, familielid, politieagent, psychiater, ggz-agoog, ervaringsdeskundige? Of op een andere manier betrokken bij de GGZ: schrijf ons je ervaring. Je hebt nog tot 17 augustus. Lees wel eerst even de voorwaarden.
Dat de Wvggz nog moet uitkristalliseren, blijkt uit het verhaal van Bert Visser (pseudoniem). Eind 2019 werd zijn zoon opgenomen, wat begin 2020 uitmondde in een gedwongen opname. Uit het relaas in ‘Op papier wordt je erbij betrokken, maar uiteindelijk gingen we met lege handen naar huis’ blijkt niet alleen onwennigheid met de nieuwe wet, er blijkt ook uit hoe belangrijk het is dat familie bij opnames betrokken wordt. Naast Bert Visser komt ook Aad ter Horst aan het woord, jurist bij de Landelijke Stichting Familie Vertrouwenspersonen. Hij is om meerdere redenen blij met de nieuwe wet. De last van de administratie ziet hij ook, maar hij vindt het wel wrang dat, nadat er twee jaar over de wet is gepraat, de protesten over de administratieve lasten pas in november naar buiten kwamen. “Dat had veel en veel eerder gemoeten. Ik vind dat heel kwalijk.”
Schuldgevoel, dat is waarmee Sanne Hofma worstelt. In ‘Mea Culpa’ haalt ze schrijver Thomas Verbogt aan: “Als ik een man een hond zie schoppen, voel ik me schuldig dat ik deel uitmaak van een wereld waarin dat gebeurt”. Het is een fenomeen waar je graag van af zou willen. Maar helaas. “Kameraad Schuldgevoel in de steek laten is niet zo makkelijk”, schrijft ze. “Wel strevenswaardig.”
Willem Gotink
Hoofdredacteur GGZ Totaal