Een serie over design & de ggz. Deel 1.
De lockdown toont hoe belangrijk de directe leefomgeving is voor de mens. Bijna het gehele sociale leven vindt nu plaats tussen vier muren. Daarmee merk je hoezeer bepaalde aspecten van het wonen over- of ondergewaardeerd worden. Er ontstaan irritaties omdat er behoefte is aan privacy. Niet voor niets loopt het storm bij bouwmarkten en aannemers omdat mensen hun directe leefomgeving graag willen veraangenamen. De dagelijkse leefomgeving heeft daarom alles te maken met onze geestelijke gezondheid en of deze daaraan bijdraagt of juist niet.
Dit artikel is onderdeel van een driedelige serie design & ggz, over de wederzijdse relatie tussen geestelijke gezondheid en design. Normaliter associëren mensen design vooral met ontwerpers, deze serie gaat over design in al zijn verscheidenheid, van grafisch design tot en met de opzet van een woonwijk. Deel 1: over architectuur en wat dit te maken heeft met ggz.
Meer oog voor de eindgebruiker
De leefomgeving is allesbepalend voor hoe de mens naar zichzelf en de ander kijkt. Woon je tussen het groen of kijk je dagelijks aan tegen torenhoge flatgebouwen? Wie zich verdiept in omgevingsfactoren van de mens die van invloed zijn op gezondheid, komt al snel uit bij omgevingspsychologie. Dit vakgebied benadrukt de rol van omgevingsfactoren in het leven van de mens. Niet alleen geven ze richting aan de patronen van het leven van elke dag, ook beïnvloeden ze onze kijk op de wereld en op wie we zijn. Wie in een nette villawijk opgroeit, heeft totaal andere opvattingen over de wereld dan wie op een boerderij opgroeit. De opzet van een stad, wijk of een huis heeft daarom alles te maken met identiteit en gemeenschapszin. Architectuur kan de relatie met de wereld, omgeving of de ander zowel verbeteren als ook in de weg zitten. Een bouwblok kan het contact met buurtbewoners vergemakkelijken of juist tegengaan.
Een grappig historisch voorbeeld vinden we in de Rotterdamse volksbuurt Spangen, waar architect Jacob Oud 100 jaar geleden hoge ramen in woonappartementen liet plaatsen met als doel dat bewoners zich meer naar binnen zouden richten dan naar buiten. Hij wilde architectuur en kunst bij elkaar brengen om zo bewoners tot zelfreflectie te stimuleren. Het tegenovergestelde gebeurde. Zodra bewoners de kans kregen bouwden ze kleine podiums onder de ramen zodat ze al hangend uit de raam met hun buren konden praten.
Het illustreert een clash tussen ontwerper en gebruiker waar pas vele jaren later verandering in komt. 100 Jaar geleden hielden architecten zich vrijwel niet bezig met de beleving van gebruikers. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw kwam er meer oog voor eindgebruikers van architectuur. Design werd daarmee meer relationeel en richtte zich meer op de interactie tussen ontwerp en eindgebruiker.
Architectuur en gezondheid
Wanneer we het hebben over de mens als eindgebruiker van architectuur, dan is gezondheid een van de belangrijke factoren. Lange tijd is hierbij uitgegaan van een definitie van gezondheid als afwezigheid van ziekte, ofwel het voorkomen van een slechte of schadelijke gezondheid. Velen zullen bijvoorbeeld een sterke afkeer ervaren wanneer ze een moeder met een baby op de arm zien roken. Maar nog niet eens zo lang geleden was dit beeld een geaccepteerd onderdeel van de samenleving. Ook roken in restaurants en vliegtuigen was volkomen normaal.
In twee á drie generaties tijd is er veel meer aandacht gekomen voor de invloed van de omgeving op gezondheid. Deze opvatting van gezondheid blijft echter steken in de focus op gezondheidsproblemen die een oplossing nodig hebben.
Van gezondheid naar welzijn
Veel minder vaak gaat het over gezondheid vanuit de positieve resultaten, namelijk hoe architectuur en omgeving een positieve gezondheid tot stand kunnen brengen. Binnen zorgopleidingen is bijvoorbeeld vaak wel aandacht voor pathologie, medicatie en behandelmethoden, maar het gaat bijna niet over gezondheid zelf en hoe dit eigenlijk tot stand komt. Ook binnen architectuuropleidingen gaat het minimaal over de beleving en impact die gebouwen hebben op de gezondheid van mensen.
Toch komt daar steeds meer verandering in nu er een bredere opvatting van gezondheid in opkomst is. We zien het terug bij de gezondheidsdefinitie die Machteld Huber in 2012 ontwikkelde, namelijk gezondheid als het vermogen je aan te kunnen passen aan fysieke, emotionele en sociale uitdagingen en daarin regie te voeren. Hiermee gaat het ook over gezondheid als veerkracht. Op die manier kunnen gezondheid en welzijn ook gezien worden als factoren die met elkaar interacteren. En juist hier liggen mogelijkheden voor architecten om woon- buur- en werkomgeving te ontwerpen die zowel de gezondheid als het welzijn van mensen verbetert.
Welzijn als gevoel van geluk
Bij welzijn in relatie tot architectuur zijn er duidelijk meetbare aspecten, zoals luchtkwaliteit, maar ook sterk subjectieve aspecten zoals geur en comfort. Juist die subjectieve aspecten zijn niet echt goed te meten, maar zijn wel van waarde. Binnen de architectuur is te zien dat de nadruk steeds meer gaat liggen op die subjectieve aspecten. En daarmee komt mentaal welzijn in beeld, ofwel geestelijke gezondheid.
Maar wat is dat welzijn nu eigenlijk? Eigenlijk betekent dat niet veel anders dan je goed voelen en goed functioneren. Wanneer je positief bent over jezelf ervaar je dit vaak vanuit een gevoel van geluk, nieuwsgierigheid en betrokkenheid. Je hebt over het algemeen positieve relaties, controle over je leven en je ervaart een doel of betekenis in je leven. Architectuur die inspeelt op dit welzijn heeft bijvoorbeeld oog voor de openbare ruimte als ontmoetingsplek of voor aantrekkelijke wandelroutes met mooi zicht en veel groen.
Healing environment binnen de ggz
Deze opvatting van welzijn komt ook in de ggz terug. Bij de relatie tussen architectuur en ggz, zien we vaak het uitgangspunt healing environment terugkomen. Healing environment is niet hetzelfde als healthy environment. Die laatste richt zich op het voorkomen van ziekte, terwijl healing environment zich richt op de psychologische effecten van gezondheid, zoals bijvoorbeeld het reduceren van angst, het aangaan van contact en het ervaren van meer veiligheid. Dit sluit dus goed aan bij de bredere opvatting van gezondheid als veerkracht. Zo wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van duurzame en natuurlijke elementen zoals natuur, daglicht, frisse lucht en stilte. Te denken valt aan diverse HIC afdelingen die volgens deze principes zijn ontworpen.
Een ander voorbeeld is de R/ART kliniek van GGZ-instelling Parnassia in Poortugal. Deze kliniek is bestemd voor cliënten met een ernstig psychiatrische aandoening die uiteindelijk weer de gang naar de maatschappij leren maken. Er is een binnentuin en er zijn veel natuurlijke materialen toegepast. Daarnaast is eentonigheid in het gebouw zo veel mogelijk vermeden en kunnen cliënten intuïtief hun weg vinden in het gebouw.
Redesigning Psychiatrie
Echter bij het gros van de ggz instellingen in Nederland zien we nog weinig terug van healing environment. Niet verwonderlijk, want wanneer we kijken naar huidige instellingsterreinen, dan zijn dit nog veelal oude hoofdlocaties van vroege algemene psychiatrische ziekenhuizen. Ze liggen in een bosrijke en groene omgeving en op enige afstand van de bebouwde kern. Het ruimtegebruik op instellingsterreinen is daarom niet erg efficiënt en sluit ook niet goed aan bij de behoefte van de cliënt.
Maar ook hier neemt de ggz andere vormen aan, aangewakkerd door een netwerk van ontwerpers, filosofen, onderzoekers, zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen die de ggz willen veranderen en vernieuwen. Samen noemen zij zich Redesigning Psychiatry. Zij streven naar een transitie binnen de ggz die wordt gekenmerkt door het denken in interacties in plaats van vaststaande diagnoses. Hun doel is om in 2030 de ggz gerealiseerd te zien als een beweging die mensen helpt vermogens te ontwikkelen, patronen te doorbreken en transities te ondersteunen.
Innovatieve ggz
Met deze ontwikkeling sluit Redesigning Psychiatry zich aan bij een bredere trend waarin er steeds meer over de omgeving wordt gedacht in termen van verrijking en ontwikkelen van een geestelijk welzijn. Wie benieuwd is hoe dat eruit ziet in de praktijk, moet de ontwikkelingen op Landgoed Willibrord, eigendom van GGZ Noord-Holland Noord, de komende jaren zeker blijven volgen. Daar timmert Redesgning Psychiatry aan de weg van een nieuwe ggz die uitgaat van een ecologische benadering van psychische problemen waar het uiteindelijk draait om het herstellen en verstellen van verstoorde relaties.
Joanne van Rossum studeerde filosofie en werkt als SPV in de ambulante specialistische ggz voor volwassenzorg.
Dit artikel is eerder in GGZ Totaal gepubliceerd op 22 maart 2021 als onderdeel van een serie van drie. De andere twee artikelen: