De functie praktijkondersteuner huisartsenzorg (POH) maakt sinds 1999 deel uit van de huisartsenpraktijk in Nederland. Inmiddels is in de meeste praktijken een POH werkzaam. Meestal betreft dit een POH Somatiek (POH-S) en vaak ook een POH Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ). Het overgrote deel van de praktijken geeft bovendien aan de POH-functies te willen behouden of uitbreiden. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel.
Van alle huisartsenpraktijken geeft 45% aan de POH-S te willen uitbreiden, 49% de POH-GGZ en 53% de POH-Ouderen. Een kleiner deel, zo’n 35%, wil de POH-Jeugd uitbreiden.
Ongeveer een vijfde deel van het werk (in uren) in de huisartsenpraktijk
Van alle POH’s heeft de POH-S met 11,6% het grootste aandeel in de totale capaciteit in uren in de huisartsenpraktijk. De POH-GGZ verzorgt 5,6% van het totaal aantal uren in de praktijk, gevolgd door de POH-Ouderen (1,6%) en de POH-Jeugd (0,6%). Daarmee vormen de POH-functies na de huisartsen en doktersassistenten de grootste functiegroep in huisartsen(dag)zorg.
Direct contact met de patiënt
De POH-GGZ (80%) en POH-S (71%) besteden een hoger percentage van hun tijd aan direct-patiëntgebonden taken dan de huisarts (62%) en de doktersassistent (68%), schrijft het Nivel. Aan indirect-patiëntgebonden taken is de POH-S daarnaast 19% van zijn tijd kwijt en de POH-GGZ 15%. Voor niet-patiëntgebonden taken liggen deze percentages respectievelijk op 9% en 5%. De huisarts en doktersassistent besteden beiden 21% aan indirect-patiëntgebonden taken, voor niet-patiëntgebonden taken liggen deze percentages op 17% en 11%.
POH-S: vervolgafspraken, leefstijlvoorlichting en herhaalcontroles
De POH-S maakt in veel praktijken zelf de vervolgafspraken volgend op het consult. Daarnaast zorgt de POH-S voor voorlichting met betrekking tot leefgewoonten aan patiënten met specifieke aandoeningen en voert hij of zij de controles uit bij patiënten met een chronische ziekte, denk aan hypertensiecontrole, controle op hart- en vaatziekten, diabetescontrole en astma/COPD-controle.
De POH-functie is anno 2021 een belangrijke functie in de huisartsenpraktijk. Dit blijkt niet alleen uit het feit dat zij zo’n 20% van de capaciteit in uren in een huisartsenpraktijk voor hun rekening nemen, maar ook uit de intentie van praktijken om hun capaciteit in uren en hun takenpakket uit te breiden. Art van Schaaijkpostdoc onderzoeker Arbeids- en Organisatievraagstukken in de Gezondheidszorg.
Over het onderzoek
In 2021 heeft het Nivel een praktijkenquête uitgezet onder alle huisartsenpraktijken in Nederland. De enquête is ingevuld door 931 huisartsenpraktijken (respons 24%). De totale respons vormt een goede afspiegeling van de huisartsenpraktijken in Nederland, zowel qua praktijkvorm (solo, duo, groep) als qua regio.
Het hele onderzoek is hier te downloaden
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.