‘Dromen in Beton’, een fictiefilm over de jeugdzorg
Nadat de 15-jarige Jessie uit huis wordt geplaatst, raakt ze verwikkeld in het jeugdzorgsysteem, waar ze, behalve rebelse lotgenoten ook behulpzame jeugdzorgmedewerkers, schoolmentoren, politie en pleegouders tegenkomt. Als ze uiteindelijk een nieuw thuis wil vinden, lukt het haar niet zomaar om opnieuw te vertrouwen in haar omgeving en nieuwe mensen binnen te laten.
Dat is, in kort bestek, het verhaal van de fictiefilm ‘Dromen in Beton’, waar Susanne de Heer (regie) en Merel Fekkes (productie), samen met een uitgebreide crew aan werken. Het verhaal is weliswaar fictief, maar wel gebaseerd op een brede research. Zo spraken de makers met kinderen, moeders en jeugdzorgmedewerkers, om zo het verhaal zo veel als mogelijk te integreren in de werkelijkheid van de jeugdzorg. Bovendien maakte hoofdrolspeler Emilia zelf mee hoe het is om uit huis te worden geplaatst en wordt dit geïntegreerd in het verhaal.
Dat de makers niet over één nacht ijs gaan, blijkt ook uit de verschillende versies van het scenario: elke versie wordt voorgelegd aan ervaringsdeskundigen, jeugdzorgmedewerkers en andere betrokkenen. Die mogen meedenken, aanvullen of met scènes komen.
Waarom kiest een beginnend filmmaker een dergelijk onderwerp? Regisseur Susanne de Heer: “Zelf ben ik vóór mijn 16de twaalf keer verhuisd. Dat voelde instabiel, maar wel veilig. Waar we ook in Nederland heen gingen; ik had altijd mijn gezin. Tijdens de zoveelste verhuizing kreeg ik een nieuwe vriendin, in wie ik op 16-jarige leeftijd veel gelijkenissen vond. Met dit verschil dat het bij haar thuis níet veilig was. Het was zo onveilig, dat ze van de ene op andere dag naar een blijf-van-mijn-lijfhuis moest. Een lange tijd begreep ik er niets van, wist ik niet waar ze heen was en wat er was gebeurd. Ik ben in gaan zien dat elk kind zo’n verhaal met zich mee kan dragen, zonder dat je het aan hen ziet. Dat oneerlijke gegeven - waarom ben ik veilig, en zij niet - intrigeert me. Hoeveel verantwoordelijkheid kun je verwachten van een kind op diens eigen prille leven? En wat is de invloed van familie, school of vrienden hierin?
“Het jeugdzorgsysteem is natuurlijk al veelvuldig in de media geweest,” zegt Susanne, “maar ik vind dat een goed beeld vanuit de beleving van de kinderen zelf nog ontbreekt.”
In de film staat de beleving van Jessie centraal. We maken de wereld mee door haar ogen. Het jeugdzorgsysteem is haar grootste tegenstander, een tegenstander die ze ontmoet in de vorm van levende karakters uit dit systeem.
“Ons streven is om het verhaal van Jessie, en daarmee het verhaal van andere kinderen die in aanraking zijn geweest met de jeugdzorg, zo accuraat en respectvol mogelijk te vertellen. Uiteindelijk hopen we met de film te bereiken dat er meer mét kinderen gepraat wordt dan óver hen. We willen bijvoorbeeld met de film langs scholen gaan en het gesprek op gang brengen, over wat je kan doen als een vriend of een klasgenoot iets meemaakt, bij wie je kan aankloppen als je zelf niet veilig bent en hoe kan je helpen?”
Crowdfunding
Het maken van een film kost geld, zelfs als niemand, zoals bij deze productie, een vergoeding krijgt. Iedereen (acteurs, cameraman en zelfs de catering) werkt gratis mee. Van de desondanks benodigde achtduizend euro is nu via crowdfunding de helft opgehaald.
Omdat ook GGZ Totaal het belangrijk vindt dat dergelijke films gemaakt kunnen worden, doen we graag een beroep op onze lezers om een bijdrage te leveren. Dat kan via de site Voordekunst.nl. Op die site kun je ook de drie minuten durende teaser voor de film zien en meer informatie vinden over het verhaal en de medewerkers.
De crowdfunding loopt tot 25 maart.