Wat je wel en niet moet doen om de kans op definitief uitval te verkleinen
Als psycholoog met een burn-out op zak weet ik hoe het is om burn-out te raken. Het echte thuis zitten duurt wellicht maanden, het volledig herstellen duurt helaas nog langer. Voor de duur van het herstel kan het heel veel schelen, om dat laatste zetje wat voor een burn-out zorgt, te voorkomen. In onderstaand artikel leg ik daarom graag uit hoe je dit moment bij cliënten kunt herkennen en wat wel en niet helpend is om definitieve uitval te voorkomen.
Klachten zijn bij aanmelding vaak vergevorderd
De drempel om daadwerkelijk hulp te zoeken bij stressklachten ligt nog altijd hoog. De heersende opvatting is nog altijd dat je stressklachten zelf moet kunnen oplossen, dat ‘het druk hebben’ een teken van succes is en stressklachten daarbij horen. Hierdoor wordt hulp zoeken vaak uitgesteld en zijn de klachten bij aanmelding in veel gevallen al tamelijk ernstig, zelfs als iemand dat zelf niet met zoveel ernst aangeeft.
Des te belangrijker voor de hulpverlener om extra scherp te zijn en de juiste acties in te zetten.
Wat zijn signalen die wijzen op een groot risico op uitval?
We kennen allemaal waarschijnlijk wel de standaard lichamelijke klachten die samengaan met stressvolle perioden zoals hoofdpijn, spierpijn in schouders en nek en vermoeidheid. Deze klachten zijn vaak ook aanwezig bij mensen die op het kantelpunt zitten van een burn-out. Echter, het verschil is dat de klachten al voor langere tijd aanwezig zijn, denk aan minimaal een half jaar tot jaren.
Daarnaast is de frequentie en intensiteit waarin iemand deze klachten ervaart een stuk heviger. Iemand heeft een meerderheid van de dagen van de week hoofdpijn, rust niet meer voldoende uit in de weekenden en begint dus moe aan zijn werkweek. De klachten in de nek en schouders zijn haast continu aanwezig.
In mijn praktijk merk ik dat mensen zich vaak nog wel kunnen herinneren hoe energiek ze zich vroeger voelden, echter hebben ze dit gevoel al een hele lange tijd niet meer ervaren. Het voelt alsof stress het nieuwe normaal is geworden.
Hevige vermoeidheid staat op de voorgrond
De vermoeidheid is iets wat bij een naderende burn-out sterk op de voorgrond staat. Iemand probeert met al zijn laatste krachten nog steeds dezelfde prestaties te leveren op het werk. Het privéleven staat ook al langere tijd onder druk. De cliënt probeert de ballen in de privésfeer nog wel hoog te houden maar geeft aan eigenlijk geen energie meer te hebben voor het gezinsleven en andere sociale contacten.
Vage klachten
Naast de gebruikelijke lichamelijke klachten melden mensen vaak een rits aan vage klachten. Door de langdurige uitputting van het lichaam kunnen het zenuwstelsel, het hormoonstelsel en het immuunsysteem ontregeld zijn en kunnen verscheidene klachten opspelen. Klachten die ik met regelmaat terug hoor zijn:
tinnitus, terugkerende infecties, stuiptrekkingen in het lichaam (bijv. de benen), duizeligheid, steken/drukkend gevoel rondom de borststreek, hevig transpireren, slaapproblemen en problemen met de darm/maag.
Mentale en emotionele klachten werken verdere uitputting in de hand
Naast het fysieke stuk is er een duidelijk verminderd functioneren op het mentale/emotionele vlak. Cliënten voelen zich opgejaagd en het lukt hen niet meer tijdens rustmomenten te ontspannen. Zo hoor ik met regelmaat dat het hen niet meer lukt ontspannen tv te kijken. Het concentratievermogen en kortetermijngeheugen is beperkt. Het kost meer tijd om taken af te ronden, de aandacht bij een gesprek te houden of het overzicht van taken te houden.
Doordat taken meer tijd kosten moeten mensen harder werken om hetzelfde gedaan te krijgen in dezelfde werkuren. Hierdoor werken ze vaker over en nemen ze nog minder pauzes. Het lichaam raakt hierdoor verder ontregeld.
Het werkplezier neemt hierdoor verder af, het zelfvertrouwen daalt en de stemming is vaker somber.
Op welke manier grijp je in wanneer iemand nog niet is uitgevallen?
Wanneer iemand nog net voor het moment zit dat de emmer definitief overloopt is het de voornaamste taak om dit op een geleidelijke manier te voorkomen. Veel mensen die tegen een burn-out aan zitten zullen verlangen naar een vakantie om even ‘echt bij te tanken’ en daarna weer fris te kunnen starten.
De reden waarom ik dit in de meeste gevallen niet zou adviseren is tweeledig. Ten eerste is het lichaam, wanneer iemand tegen een burn-out aanzit, zo uitgeput dat een vakantie dit niet zal doen herstellen. Het gevolg is dat iemand een enorme verlichting zal voelen om even vrij te zijn, maar er al snel achter komt dat echt ontspannen niet lukt. Het lichaam is nog erg onrustig waardoor even helemaal niets doen er niet in zit en voor extra frustratie zorgt.
Ten tweede kan het voor extra spanning zorgen, doordat de persoon van zichzelf verwacht na de vakantie weer volledig te kunnen te presteren. Terugkeer van vakantie zonder nog voldoende uitgerust te zijn en wel weer het werk volledig te willen hervatten kan dan uiteindelijk voor de laatste klap zorgen die je juist wilt voorkomen.
Creëer noodzaak
Wat ik wel zou aanraden is om in zowel de privésfeer als de werkomgeving de taken te minderen waar mogelijk. Om tot deze stap te komen is het allereerst van belang om de noodzaak bij de persoon zelf te vergroten.
Stresshormonen nemen naarmate een burn-out dichterbij komt steeds meer toe. Mensen voelen zich vaak gejaagd, kunnen moeilijk keuzes maken en hebben geen overzicht meer. Door deze gejaagdheid en het gebrek aan overzicht hebben de meeste mensen vooral de neiging om nog harder te gaan werken en hopelijk zo weer overzicht en rust te krijgen. Wanneer je als hulpverlener voorstelt even te minderen, zal de kans groot zijn dat iemand aangeeft dat dit onmogelijk is en het echt belangrijk is dat hij/zij doorgaat.
Op dit moment is het zaak dat je als hulpverlener de cliënt laat inzien hoe noodzakelijk het is om te minderen in taken. Neem de cliënt mee in de klachten die je detecteert, leg uit hoe erg de consequenties zijn van het ‘toch nog even doorgaan’. En dat er een moment komt waarop ‘nog even doorgaan’ zorgt voor de druppel die de emmer zal doen laten overlopen. Leg iemand uit dat hij/zij nu nog de kans heeft om in te grijpen en de gevolgen kan beperken.
Wanneer je bovenstaande duidelijk communiceert zullen mensen sneller geneigd zijn te luisteren en je advies op te volgen.
Taken minderen
Mensen die een burn-out ontwikkelen hebben vaak een hoog verantwoordelijkheidsgevoel waardoor ze taken op zich nemen die niet per definitie onder hun taakomschrijving hoort. Het is belangrijk dat je samen met de cliënt kijkt met welke taken je zowel op het werk als in het privéleven kan minderen. Neem iemand hier bij de hand en zorg dat je het niet te ingewikkeld maakt zodat de cliënt het overzicht niet verliest en hierdoor nog gestresster wordt.
Creëer meer rust en beweging
Kijk samen met de cliënt hoe hij/zij meer pauzes kan inlassen of eventueel eerder kan stoppen met werken. Naast rustmomenten helpt matig intensieve beweging om de hoeveelheid stresshormonen te verminderen. Het is hierbij van belang dat de beweging matig intensief is, omdat bij intensief sporten de stresshormonen juist toenemen. Voorbeelden van matig intensief sporten zijn rustig joggen en fietsen. Een trucje voor de cliënt om te weten dat het sporten niet te intensief is, is wanneer hij/zij tijdens het sporten nog in staat is om te kunnen praten maar niet meer te kunnen zingen. Is iemand erg a-sportief dan is wandelen ook een goede optie.
Duik nog niet te snel de diepte in
Zoals eerder benoemd loopt het hoofd over wanneer iemand tegen een burn-out aan zit. Begin een traject als hulpverlener daarom niet direct met te moeilijke vragen of emotioneel beladen onderwerpen. Zorg dat je iemand eerst een aantal sessies meer stabiliseert door rust te creëren. Wanneer iemand weer wat meer ruimte en overzicht ervaart kun je samen kijken naar de factoren die zorgen voor overbelasting.
Zodra de factoren die zorgen voor overbelasting helder zijn, kan de rest van het traject hier op worden ingezet. Mogelijk sluit de werkplek niet aan de bij de cliënt, zijn er onbewuste patronen die iemand uitputten of is er een privésituatie die te veel energie kost.
Wanneer de energie nemende factoren verminderen kun je iemand weer langzaam laten opbouwen in taken, maar vooral een nieuw, gezond en duurzame manier van werken en leven bieden waarmee een terugkeer van klachten wordt voorkomen.
Iris van der Steen is psycholoog en heeft een praktijk waar zij millennials helpt met klachten als burn-out, stress, perfectionisme, onzekerheid en relatieproblemen. Drie jaar geleden had zij zelf een burn-out, waarvan ze ondertussen is hersteld. Binnen haar praktijk gebruikt zij zowel haar eigen ervaring met burn-out als haar wetenschappelijke kennis.
Bezoek haar website op: www.millennialpsycholoog.nl