Geconfronteerd met de scheiding van mijn ouders knipte ik als dertienjarige mijn haren kort, verfde het groen en geel, zette een tatoeage en ging veiligheidsspelden dragen.
De puberteit ligt inmiddels ver achter me, maar de aandrang een nieuwe tatoeage te zetten is plots weer erg vers. Dat kan verband houden met mijn wederhelfts mededeling dat hij verliefd is, op een ander. De gedachte aan een scheiding ligt voor de hand.
Niet gek worden lijkt me op het ogenblik een betere optie dan me voordoen als geperforeerde punk. Dus verhoog ik in overleg met mijn GGZ-psychiater de dosering van mijn anti-psychotica. De rigoureuze bijwerking dat het libido daalt en zelfs het reactievermogen achteruitgaat, neem ik maar voor lief.
Zwaar onder invloed van deze pillen stem ik vervolgens met alle voorstellen van manlief in. Hopelijk wend ik daarmee op z’n minst onze scheiding af. Want stel dat mijn zesjarige zoon hetzelfde reageert als ik destijds op die van mijn ouders.
Natuurlijk probeer ik de wederpartij met redelijke argumenteren te overtuigen dat scheiden niet de beste remedie is. Maar hij laat zich regeren door zijn veertigershormonen. Daarvan zijn de bijwerkingen kennelijk dat het libido toeneemt, maar het oordeelsvermogen inzakt. Slikte hij mijn medicijnen maar.
Ik heb, in tegenstelling tot hem, altijd een ongekend ontzag gehad voor alles in pilvorm. Vaker dan eens hebben pillen de gekte weten terug te dringen tot een voor mij acceptabel niveau. Dus nu de signalen van een relatiecrisis zich aandienen, bufferen ze me de harde werkelijkheid door. Manlief verliefd op een ander; gekker moet het niet worden.
Het nadeel is wel dat alle andere bijwerkingen van het medicijn zich aan me opdringen. Kortademig bijvoorbeeld, dat zal de verklaring zijn van mijn hyperventilatie! Een vaag zicht, dat ligt niet aan mijn brilrijpe leeftijd, maar evenmin dus aan het feit dat ik onophoudelijk tranen pleng. Zo heb ik ook mijn twijfels over de exacte definitie van de term overmatig speekselproductie. Daar wordt vast geen schuimbekken mee bedoeld en dat is precies wat ik doe zodra ik het over ‘die ander’ heb.
Al snel ben ik volleerd in het onderdrukken van deze bijwerkingen. Zelfs de symptomen die niet vermeld staan, trotseer ik. (Ongetwijfeld omdat ik een placebo slik.) Daarna gaat alles in een stroomversnelling.
Na de psychiater volgt een tocht naar de relatietherapeut. We hebben er geforceerde conversaties. Een paar therapiesessies later kiest de vader van mijn zoon voor een leven met de nieuwe vrouw. Voor ik het weet ben ik gescheiden en verhuisd.
Mijn behoefte aan een tatoeage neemt gestaag af. En nadat ik mijn pilgebruik afbouw, tel ik mijn zegeningen; ademen via een papieren boterhammenzak komt steeds minder vaak voor. De restverschijnselen, zoals een beetje kippigheid (een bril is onbespreekbaar) zijn draaglijk. En de dolle hond-afwijking heeft me niet in een inrichting gekregen. Of mijn dagelijkse omgeving moet het dolhuis zijn. Eén waarin scheiden tot norm verheven wordt.
P.s.: en mijn haren, die liet ik de hele tijd ongemoeid!
Dit is één van de acht verhalen die de jury uit alle inzendingen van onze verhalenwedstrijd koos.
Hier vind je de andere zeven inzendingen die de shortlist haalden en het jury-verslag.