Een onderzoek onder alle Noorse kinderen geboren tussen 1989 en 1998, in totaal 488.000, bekeek de medicatie die kinderen tussen hun 10-de en 23-ste jaar kregen. Daarbij werd een onderscheid gemaakt tussen kinderen geboren in januari of februari en kinderen geboren in november of december.
De onderzoekers vonden daarbij grote verschillen in het voorschrijven van ADHD-medicatie. Kinderen geboren in november-december hadden een 80% meer kans om ADHD-medicatie voorgeschreven te krijgen, in vergelijking met kinderen geboren in januari-februari. Deze uitkomsten golden voor kinderen die niet te vroeg zijn geboren.
Vergelijken met oudste klasgenoten
Volgens de onderzoekers wijst dit erop dat de jongste kinderen overmedicatie krijgen. Ze vermoeden dat de verhoogde ADHD-medicatie voor de jongste kinderen in het cohort te maken heeft met de manier waarop het onderwijssysteem is georganiseerd: Hoofdonderzoeker Christine Strand Bachmann: ”Simpel gezegd lijkt het erop dat we de meest onvolwassen kinderen medicijnen geven omdat we ze vergelijken met hun oudste klasgenoten, die een heel jaar ouder zijn. Maar dat mag niet de basis zijn voor het krijgen van een ADHD-diagnose. We mogen verwachten dat een kind dat in november wordt geboren, minder volwassen zal zijn dan een kind dat in februari in hetzelfde jaar wordt geboren. We hoeven niet te stoppen met het diagnosticeren van ADHD en het geven van medicijnen aan degenen die het nodig hebben. Maar wat we hier zien is iets anders.”
De studie is recent gepubliceerd in het Amerikaanse onderzoekstijdschrift Pediatrics.
Noorwegen vs Nederland
De gegevens voor het onderzoek zijn afkomstig uit het medische geboorteregister van Noorwegen, de Noorse receptendatabase en Statistics Norway. Hoewel de uitkomsten van de studie niet één op één zijn over te zetten op de Nederlandse situatie, zijn de resultaten wel interessant genoeg om te vermelden. Er zijn namelijk wel overeenkomsten tussen het Noorse en Nederlandse onderwijssysteem.
Een groot verschil is dat Noorse kinderen pas op hun zesde naar school gaan. Anders dan in Nederland, waar kinderen de dag na hun vierde verjaardag naar school gaan, gaan alle zesjarigen na de zomervakantie tegelijk naar school. Vroege en late leerlingen starten dus gelijk.
Dubbele last
Bachmann en haar mede-onderzoekers bestudeerden vooral kinderen die te vroeg werden geboren, vóór de 37e week van de zwangerschap. Het gebruik van ADHD-medicatie is bij deze kinderen hoger dan bij voldragen leeftijdgenoten. De neiging bij te vroeg geboren kinderen is volgens het onderzoek hetzelfde als bij voldragen kinderen: ADHD-medicatie komt het meest voor bij de jongsten in de klas. ”In die zin dragen de jongste te vroeg geboren kinderen een dubbele last. Het nadeel van laat in het jaar geboren worden komt bovenop de nadelen van de jongste te zijn”, zegt de onderzoeker, die ook kinderarts is in het St. Olavs Hospital in Trondheim.
Medicatie gaat langer door
De onderzoekers vonden nog een negatief effect bij te vroeg geboren kinderen. ADHD-voorschriften namen af met de leeftijd bij de voldragen kinderen, maar hetzelfde gebeurde niet voor de te vroeg geboren kinderen. Die bleven ADHD-medicatie op hetzelfde niveau krijgen tot in de vroege volwassenheid. Bachmann: ”Het lijkt erop dat kinderen die te vroeg zijn geboren extra vatbaar zijn voor de aanhoudende negatieve effecten van de jongste te zijn in de schoolomgeving. Misschien ervaren ze tekortschieten in de klas, in de sportschool en in sociale contexten, in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. En misschien nestelen de negatieve ervaringen zich op een andere manier in het lichaam en in grotere mate bij degenen die te vroeg zijn geboren”.
Geen ’seizoensinvloeden’
ADHD wordt gekenmerkt door concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit die verder gaat dan normaal is voor de leeftijd van het kind. Sommigen hebben zich afgevraagd of het hogere medicijngebruik misschien komt doordat kinderen die in de herfst worden geboren gewoon hyperactiever en impulsiever zijn en meer concentratieproblemen hebben. Bachmann merkt echter op dat onderzoek niet zo’n ”seizoensvariatie” heeft aangetoond. ”We hebben weinig reden om aan te nemen dat de opvoeding anders is in gezinnen met laat in het jaar geboren kinderen, of dat gezinnen met betere omstandigheden bewust plannen om vroeg in het jaar kinderen te krijgen. De bevindingen geven aan dat de schoolsituatie de oorzaak is van een teveel aan ADHD-diagnoses. Een oplossing zou kunnen zijn dat de kinderen in kwestie wachten om naar school te gaan tot het volgende jaar”.
Flexibele schoolstart
Volgens Bachmann wijzen studies uit Denemarken, dat flexibeler omgaat met het uitstellen van de schoolstarts, niet op een verhoogd gebruik van ADHD-medicatie onder de jongste leerlingen in de klas. Veertig procent van de Deense kinderen die in oktober-december zijn geboren, stellen hun schoolstart uit tot het daarop volgende jaar. ”In Denemarken zijn ouders en kleuterscholen betrokken bij het beoordelen van het ’klaar-zijn-voor-school’ van een kind. Ik denk dat we iets soortgelijks zouden kunnen doen voor onze jongste kinderen in Noorwegen. Premature baby’s die laat in het jaar worden geboren, zouden vooral baat kunnen hebben bij deze aanpak.”
Alleen voor sommigen
Bachmann pleit er niet voor dat alle ”herfstkinderen” de start van hun schoolcarrière uitstellen. Dat zou het probleem alleen maar verschuiven. “We denken dat dit relevant kan zijn voor de meest kwetsbare kinderen. Die moeten individueel beoordeeld worden, met aandacht voor de specifieke noden van het kind. Ook voor deze groep is een juiste opvolging en goede ondersteuningsmaatregelen belangrijk, zowel in het onderwijs als in het onderwijs. systeem en in de gezondheidszorg”. Sommigen zouden bang zijn dat het uitstellen van de schoolstart van een kind hen zou stigmatiseren. Volgens Bachmann is het moeilijk om dat volledig uit te sluiten, maar ze denkt nog steeds dat het minder problematisch is dan diagnoses te baseren op de verkeerde criteria. ”Dat kan net zo, zo niet meer, stigmatiserend zijn.”
Andere medicijnen
In het onderzoek is ook gekeken naar het gebruik van andere soorten medicatie, zoals bij depressie, angst, psychosen en slaappillen. Daar werd hetzelfde leeftijdseffect gevonden voor verschillende van deze medicijnen. Het is duidelijk dat meer kinderen die laat in het jaar geboren zijn dit soort medicatie krijgen, in vergelijking met de oudsten in de klas. Dit was het geval voor zowel voldragen als prematuren. baby’s. Maar later in de adolescentie, van 15 tot 23 jaar, verdween deze ongelijkheid. Kinderen die laat in het jaar in deze leeftijdsgroep werden geboren, gebruikten niet meer van deze medicijnen dan degenen die vroeg in hetzelfde jaar werden geboren. Dit gold ook voor de vroege leerlingen.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.