Elke psychiater in Nederland krijgt gemiddeld elk jaar van minstens één patiënt een verzoek voor euthanasie. Veel van hen vinden het lastig om hierover met hun patiënt te praten en het euthanasieverzoek te beoordelen. UMCG-psychiater Radboud Marijnissen wil dit veranderen en start daarom samen met collega’s een landelijk netwerk voor professionals in de ggz.
‘Het is zo fijn dat euthanasie mogelijk is’ vertelt Heleen op de site van het UMCG, ‘maar de weg die je moet afleggen om er te komen is echt ondraaglijk.’ Heleens dochter Dorien had sinds haar 16e psychische klachten. ’Ze moest steeds opnieuw bewijzen dat ze alle behandelingen al geprobeerd had en niet meer verder kon.’ Met haar behandelaar kon ze niet goed over haar aanhoudende doodswens praten. Uiteindelijk meldde Dorien zich aan bij het Expertisecentrum Euthanasie (EE). Daar werd zij wel gehoord en kreeg ze toestemming om een euthanasietraject in te gaan. Een arts van het expertisecentrum verleende Dorien op haar 32e euthanasie.
Heleen denkt als ervaringsdeskundige mee in het nieuwe netwerk dat kennis en expertise over euthanasie bij psychiatrische patiënten wil delen. ‘Ik ben blij dat ik iets kan bijdragen aan het verbeteren van deze zorg, dat doe ik voor Dorien.’ ’Ons traject naar de euthanasie toe was uiteindelijk een heel mooie weg. Ik gun dat iedereen die is uitbehandeld en de nabestaanden. We hebben dit met ons gezin als een hecht team in liefde en verbondenheid gedaan.’
De nood is hoog
Het aantal verzoeken om euthanasie stijgt al jaren, gemiddeld met zo’n 10 procent per jaar. Het afgelopen jaar dienden meer dan 4100 mensen een verzoek in bij Expertisecentrum Euthanasie. De aanhoudende stijging aan euthanasieverzoeken leidde in 2020 al tot Kamervragen. Door de stijgende hulpvraag kampt Expertisecentrum Euthanasie met een groeiend tekort aan personeel. Vooral het tekort aan psychiaters leidt tot een relatief lange wachttijd bij euthanasietrajecten met psychiatrische problemen als basis. Psychiaters geven zelf aan dat zij zich niet zeker voelen bij het behandelen van een ingewikkeld euthanasieverzoek.
--------------------------
Heb je gedachten over zelfdoding of maak je je zorgen over iemand? Je kunt altijd gratis bellen naar 0800-0113 of chatten via www.113.nl
--------------------------
Complex
Het bespreken en beoordelen van een euthanasieverzoek is complex, weet psychiater Radboud Marijnissen. ‘Het beoordelen van een doodswens en suïcidaliteit behoort tot de kern van ons vak. Maar als een doodswens blijft aanhouden, is het onderscheid met chronische suïcidaliteit die vanuit de psychiatrische aandoening ontstaat, vaak lastig. Bij een euthanasieverzoek op psychische grondslag is het ook ingewikkeld om medische uitzichtloosheid vast te stellen, omdat patiënten bijna altijd meerdere diagnoses hebben. Daarnaast is euthanasie voor psychiaters lastig omdat patiënten vaak niet sterven aan hun psychiatrische aandoening. Dat is bij kanker bijvoorbeeld anders en vanuit de samenleving wordt er daarom ook anders naar gekeken.’
Palliatieve zorg
Radboud vindt het belangrijk dat elke patiënt zich goed gehoord voelt door zijn behandelaar en over een doodswens of euthanasieverzoek kan praten. ‘Patiënten zijn vaak erg gefocust op het euthanasieverzoek; het is steeds weer indrukwekkend om te zien wat voor een enorm lijden door de psychische aandoening veroorzaakt wordt. Patiënten kunnen soms bijna in een tunnelvisie terecht komen. Het kan dan helpen om doodswensen en euthanasieverzoeken te bespreken als onderdeel van de hele palliatieve zorg. De keuze om te sterven kan dan voor de patiënt uiteindelijk de uitkomst zijn.’
Netwerk voor delen van kennis
Voor het opzetten van het landelijk netwerk heeft Radboud een grote subsidie (300.000 euro) gekregen van het ministerie van VWS. In het netwerk zullen verschillende GGZ-professionals, wetenschappelijk onderzoekers en ervaringsdeskundigen kennis delen voor betere euthanasiezorg. Het netwerk organiseert bijeenkomsten, scholing en onderzoek, zodat zorgverleners zich meer bekwaam voelen om met hun patiënten te praten over doodswensen en euthanasieverzoeken zelf te beoordelen. ‘We verwachten dat als patiënten beter met hun eigen behandelaar over deze onderwerpen kunnen praten en behandelaren de doodswens als onderdeel van de palliatieve zorg zien, de zorg landelijk verbetert. Dit leidt tot afname van de enorm lange wachtlijsten bij Expertisecentrum Euthanasie. Goede samenwerking met Expertisecentrum Euthanasie is belangrijk en zal een bijdrage aan passende euthanasiezorg blijven bieden. Er zijn ook psychiaters die om persoonlijke of professionele redenen het beoordelen van een euthanasieverzoek of het verlenen van euthanasie niet willen of kunnen doen. Dat moeten we respecteren en is oké, als het maar niet is door gebrek aan kennis.’
Ben je een GGZ-professional en wil je je aanmelden bij het netwerk? Neem dan contact op met Radboud Marijnissen.
Euthanasie op psychische grondslag
Sinds 2002 kunnen patiënten met een psychische aandoening die uitzichtloos en ondraaglijk lijden een verzoek tot euthanasie indienen. Bij euthanasie helpt een arts een patiënt met sterven. Dit kan alleen in bijzondere gevallen en daar zijn strenge wettelijke eisen voor. Zo moet de arts overtuigd zijn dat de vraag van de patiënt vrijwillig en doordacht is, dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt en samen met de patiënt besluiten dat er geen redelijke andere oplossing is voor de situatie van de patiënt. Daarnaast moet de arts ten minste één onafhankelijke arts raadplegen voor een second opinion over de situatie. Zie hier de zes zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet.
Bron: UMCG
Lees hier eerdere artikelen over euthanasie in de ggz
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.