Trendrapport geeft blik op ontwikkelingen in de ggz
”Maken deze serieuze vraagstukken dit tot een zwaar rapport?”, vraagt Astrid Westerbeek, directeur-bestuurder van FWG zich af in het voorwoord van het trendrapport ’Op het tweede gezicht’. Ze denkt van niet: ”Uit de verschillende hoofdstukken komt een dynamische en veerkrachtige branche tevoorschijn, die met vernieuwingsdrang en zelfreflectie handelt. Een branche die daarbij de hand reikt naar andere partijen en als geen ander de boodschap van samenwerking overbrengt”
Daarmee toont Westerbeek zich een optimistisch mens, want het trendrapport dat Stichting FWG vandaag publiceert toont weliswaar een veelzijdige en inderdaad dynamische branche, maar de uitdagingen die beschreven worden zijn niet mals. Net als het Trimbos-onderzoek ’Ggz uit de knel’, dat in februari verscheen, zit de kracht van het trendrapport niet zozeer in nieuwe informatie, maar in het overzicht van de samenhang van alle uitdagingen die er spelen. Het is goed dat dergelijke overzichten gepubliceerd worden, tegelijkertijd stemt het somber: waar moet dit heen?
Op het gevaar af de samenhang in het rapport te verliezen hieronder kort samengevat de vijf kernthema’s (lees vooral ook het hele rapport).
Voor wie is de ggz?
Het meest knellende probleem is misschien wel de toenemende schaarste. De ggz krijgt het steeds drukker. Volgens de cijfers had 18 procent van de Nederlanders één of meer psychische aandoeningen, 43 procent krijgt in zijn leven minstens één psychische aandoening. De psychische klachten en stoornissen nemen toe, maar ook het zorggebruik, van 6 procent in de periode 2007-2009, naar 10 procent in de periode 2019-2022.
Je zou denken dat vooral de zorg voor ernstige en complexe problemen voorrang krijg: dat is niet waar. de groei binnen de ggz vond vooral plaats bij de basis-ggz en de poh-ggz. Bij lichtere vormen van problematiek dus.
De toenemende zorgvraag ging gepaard met een toenemend personeelstekort: in 2030 stonden er zo’n 9300 vacatures open. Daar komt bij dat het aantal zzp-ers toeneemt, waarvan een aantal geen acute zorg verleent en/of onregelmatige diensten draait. De belasting voor de medewerkers in loondienst neemt daardoor toe.
De toenemende zorgvraag in combinatie met het toenemende personeelstekort dwingt de sector tot keuzes, schrijven de onderzoekers, maar die keuzes worden niet, of in ieder geval niet van harte, gemaakt.
Verhoudingen op scherp tussen ggz, mens en maatschappij
Maatschappij en ggz zijn in wisselwerking met elkaar, schrijven de onderzoekers. ”Hoe zij zich tot elkaar verhouden, heeft effect op de definities, behoeften en zorgvragen in de branche. Op dit moment pleiten velen voor hervorming van de ggz op basis van nieuwe gedachten over psychische problemen.”
Daarmee ontstaat de behoefte aan een holistische manier van werken, waarin ervaringsdeskundigheid een centrale rol krijgt, waarbij de mens méér is dan alleen een diagnose. Het hardnekkige blijven bestaan van stigma’s over psychiatrische problemen blijft een obstakel.
Bijna in tegenspraak daarmee is de eis tot meer transparantie en verantwoording vanuit de maatschappij.
Samenwerken: een wens en een worsteling
De ggz gaat steeds vaker en intensiever samenwerken. Dat gebeurt om verschillende redenen: het komt de zorg voor de cliënt ten goede, en de overheid en de zorgverzekeraars sturen erop aan vanuit inhoudelijke en financiële motieven. Bovendien is het de enige manier om sommige zorg nog te organiseren. Voor succesvolle samenwerking zijn echter diverse hordes te nemen. Er is een verschillend taalgebruik tussen de domeinen, er zijn verschillende financieringsstromen en de taakafbakening tussen de domeinen is niet altijd duidelijk.
Veilig leven en werken in een veranderende wereld
Extremere weersomstandigheden, nieuwe ziektes en wereldwijde migratie: klimaatverandering raakt de zorg direct en indirect. Denk aan een hitteplan in de kliniek voor cliënten en medewerkers, voorbereid zijn
op crises, verduurzaming van de zorg en aandacht voor cliënten die huis en haard hebben moeten verlaten.
Technologie: op naar mensenwerk 2.0
Komende jaren breidt het aanbod van digitale zorg verder uit. De ggz zal vooral actiever op zoek gaan naar technologische innovaties voor mentale zelfzorg, om de tijd op de wachtlijst te overbruggen of professionele zorg in zijn geheel te voorkomen. De hoop is daarnaast dat technologie tijd van medewerkers kan vrijspelen. Technologie biedt kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee voor privacy en kwaliteit van werk. De vraag dringt zich op: hoe kan de ggz op een goede manier innoveren in een context van een groeiende zorgvraag, een krappere arbeidsmarkt en daarbij vooral haar unieke relationele kracht (mensenwerk) behouden?
In de nabeschouwing vragen de onderzoekers zich af of al die problemen die in de ggz ’landen’, daar ook moeten worden opgelost. Maatschappelijke problemen moeten bij de bron worden aangepakt, niet daar waar het probleem zich uit, is zo ongeveer de stelling.
De fundamentele discussies over de aard van psychiatrische problemen doet ’de kussens opschudden’, of, anders geformuleerd, creëert chaos. Nadenken over de aard van het probleem is nuttig, maar in tijden van schaarste ontbreekt de tijd ervoor. Tegelijkertijd is het juist die schaarste die de fundamentele discussie noodzakelijk én urgent maakt.
(Noodzakelijke) veranderingen gaan niet vanzelf. De onderzoekers: ”Zo wijzen experts er al geruime tijd op dat de ggz de zorg aan mensen met een ernstige psychiatrische aandoening moet uitbreiden. In de praktijk zien we deze focus echter niet altijd terug.” Vier mechanismes die dat veroorzaken: het begrenzen van groei voelt onnatuurlijk aan; het eigen organisatiebelang gaat altijd voor; het is voor ggz-organisaties onaantrekkelijk de meest kwetsbaren te helpen en de trend tot hyperspecialisatie werkt niet in het belang van de meest kwetsbaren (die doorgaans méér dan één probleem hebben).
Het FWG Trendrapport GGZ is vanaf vandaag, maandag 22 mei, kosteloos te downloaden via www.fwg.nl/trendrapportGGZ