Alles in me schreeuwt NEE tijdens het proces van wakker worden. Nou, zeg maar procesje want het duurt maar enkele luttele seconden dat je van slaap naar waak verschuift Hoe heerlijk is de slaap als je knal depressief bent. Als een baby lig je in zalige onwetendheid, veilig diep weggedoken onder het dekbed. De wereld is mooi of niet, het maakt geen zak uit. Ik denk niet, ik voel niet, ik ben niet.
Een aantal keren ben ik geopereerd. Het moment van onder narcose gaan vind ik ook altijd zo fijn. Tot 10 moeten tellen en dan bij 2 al helemaal van de wereld zijn. Een keer had ik een narcotiseur die tegen me zei: ‘Nou, daar ga je’, en weg gleed ik. Zalig. Volgens mij is het te vergelijken met dood gaan, alleen kom je dan niet meer bij … waarschijnlijk. Zeker niet zonder baarmoeder, aambeien of bijschildklier.
Tijdens de eerste seconde van het wakker worden is er nog het niets. Geen heden, geen verleden en geen toekomst. Tijdens de tweede seconde dringt zich de pijn van de depressie van binnen uit aan me op. Mijn maag krampt samen, ik heb het koud en warm tegelijkertijd en trek het dekbed over mijn hoofd om de geluiden van buitenaf niet naar binnen te laten komen. Hier begint het gevecht om te blijven slapen, voor altijd en nooit meer wakker te worden. Onbegonnen werk. De laatste dagen weet ik dit zo’n twee uur te rekken. Steeds weer even wegzakken en vervolgens weer het vreselijke wakker worden.
Het duurt lang voordat mijn denken weer werkt. Zo kan ik me na een paar uur herinneren dat ik gisteren toch een heel fijn bezoek aan mijn zus heb gebracht. Hoe goed ik me daarna weer voelde. Nam me voor vol goede moed de volgende dag vroeg op te staan. Dat wat voor die dag op het programma staat zie ik pas beneden in mijn agenda staan. Had om 10.00 uur een dansles staan. Dat is al de vijfde les die ik mis. Volgende cursus maar ’s avonds gaan doen.
Na vijf koppen koffie en veel sigaretten ga ik maar eens douchen of dat sla ik lekker over. Tegen tweeën ben ik er klaar voor. Natuurlijk heb ik nergens zin in dus overweeg een Ouzo. Soms neem ik hem maar meestal stel ik het drinken uit tot 17.00 uur. Eerst maar huisvrouw dan. Ik zeem een raam, was 1 bord en 1 lepel af. Dan moet ik nodig even rusten en staar een uur voor me uit. De nutteloosheid van mijn bestaan vult mijn besef.
Als ik ’s avonds voor de vierde keer die week een zakje roerbak in de wok gooi is er een vage opluchting in me te bespeuren. Over een uurtje zal ik volautomatisch vermaakt gaan worden door de televisie. Om 21.00 uur mag ik mijn pilletjes nemen waaronder mijn favoriete diazepam. Een uur later geeft mijn lichaam het verzet op en daalt er een zware rust over me neer. Niet veel later stap ik mijn bed in waar ik al snel mijn droomloze slaap inzak. Vlak daarvoor doe ik nog een schietgebedje: ‘Lieve God, of hoe ze ook heet, laat me vrolijk wakker worden’. ZZZZZZZZZZZZZZZZZ
Andere columns van Niki Stoker vind je hier