Johan Atsma recenseert het boek van Bart Bakker, Frits Bovenberg en Koen Westen
Het boek ‘Anders denken, doen en organiseren’ (’ADDO’) opent met een citaat van Machiavelli die daarin het treurig lot schets dat een vernieuwer kan treffen doordat “...opponenten iedere kans grijpen om de vernieuwer vurig aan te vallen en de anderen hem slechts halfslachtig verdedigen”.
Het citaat brengt uw recensent direct in de problemen. Ik vind het boek niet goed, terwijl het ideeëngoed erachter mijn enthousiasme wel kan opwekken. Bakker, eigenaar van de methode ADDO en zijn co-auteurs ambiëren met dit boek een “…. transitie in de zorg voor zowel gemeente als instellingen zo vorm te geven dat de mens daadwerkelijk en duurzaam centraal staat.”
In tijden van plannen, projecten, veranderingen van wetten en manieren van organiseren in de zorg die zoals de laatste tijd in de Haagse politiek wel meer gebleken is, een hoop gedoe kunnen opleveren in de vorm van wachtlijsten, mislukkingen en steeds meer bureaucratie en registratiedrang, belooft dat wat. Met name de subtitel “Missiegedreven innovatie vanuit het sociaal domein” roept bij mij nieuwsgierigheid op. Bakker met ervaring in het management en Bovenberg en Westen gepokt en gemazeld in de GGZ en het onderwijs zijn ervaringskundig genoeg om over de genoemde en gewenste transitie te kunnen meepraten. Aan het lezen dus, met een Machiavellistische bril op…
ADDO heet de voorgestelde programmatische veranderaanpak, Anders Denken, Doen en Organiseren. Zo simpel kan het zijn. Elke behoefte aan verandering vloeit vanzelfsprekend voort uit of leidt toe naar anders denken. Anders doen en organiseren is doorgaans het logische gevolg. Wat maakt ADDO dan anders? Er worden al jaren in allerlei gremia en op allerlei niveau’s pogingen gedaan tot anders denken, doen en organiseren en als het niet lukt sturen we er gewoon alsnog een commissie op af om de mislukking te bestuderen en een rapport te publiceren met aanbevelingen.
Machiavelli geeft het aan, als je wilt veranderen gaan de anderen moeilijk doen. Door dat als opening van je boek te gebruiken toon je pretentie en zelfvertrouwen. Kom maar op!
“Anders denken, anders doen en anders organiseren is een programmatische veranderaanpak om vorm te geven aan innovatieve experimenten en samenwerkingsinitiatieven in zorg, welzijn en wonen. (…) de aanpak (is) intussen op meer plaatsen gebruikt om op een andere manier (complexe) vragen zowel individueel als collectief-maatschappelijk op te pakken en oplossingen te vinden die betere resultaten geven dan de oude werkwijzen.”
In de Proeftuin Ruwaard in Oss wordt daar vorm aan gegeven. De Website www.proeftuinruwaard.nl zegt daar het volgende over: “In Ruwaard, een wijk in de gemeente Oss, bedenken wijkbewoners en organisaties samen oplossingen waarin mensen meer voor zichzelf en voor elkaar kunnen gaan doen. Uiteindelijk streven zij naar hun ideale toekomstbeeld: Ruwaard is een vitale wijk waar wijkbewoners tegen lagere kosten een betere (positieve) gezondheid ervaren.”
Ruwaard is een wijk in Oss waar de nodige problemen opgestapeld lagen en door de menselijke maat toe te passen en niet zozeer met inwoners (clienten, patienten) in gesprek te gaan maar de inwoners het woord te geven middels drie vragen: ‘Wat wil je? Wat kun je (zelf?) en wat heb je daarvoor nodig?’ heeft de gemeente Oss geprobeerd (…) op een andere manier (complexe) vragen zowel individueel als collectief-maatschappelijk op te pakken en oplossingen te vinden die betere resultaten geven dan de oude werkwijzen. Het is een door de praktijk gestuurde veranderaanpak, waarin organisaties in onderwijs, zorg, welzijn, werken en wonen samenwerken aan een betere leefbaarheid voor en gezondheid van inwoners (van een gebied of wijk) , tegen aanzienlijk lagere kosten.”
Die aanpak is ADDO genoemd. Het klinkt ambitieus en dat is het ook. Voor zover ik daar hoogte van kan krijgen is de ADDO aanpak in proeftuin Ruwaard een succes gebleken en dit boek is een poging om dat succes over te planten op andere plaatsen, wijken, gemeenschappen, zorgvragers om te komen tot “Een vitale wijk waar wijkbewoners tegen lagere maatschappelijke kosten een betere positieve gezondheid ervaren”.
De essentie van ADDO is dat je wijkbewoners, cliënten, zorgvragers zelf het woord geeft en van daaruit een meer gezonde maatschappij opbouwt. Makkelijker gezegd dan gedaan en het boek doet een poging om dat idee handen en voeten te geven. Helaas schiet het daar wat mij betreft in tekort. Er passeren nauwelijks concrete casus het voetlicht, waardoor de in het algemeen gebruikte managementtaal zich in abstracties verliest, wat het idee geen goed doet. Gaat het hier om een methode die je gebruikt bij individuen? Het zogenaamde keukentafelgesprek met betrokkenen? Maar dat is al eerder vertoond. Of gaat het om groepen met vergelijkbare kwetsbaarheden? Wie brengt hen dan bij elkaar? Ik krijg er geen beeld van.
Een heel interessante insteek is de overtuiging dat je vanuit verschillende hoeken, instellingen, geldstromen mensen bij elkaar moet brengen die zonder last- of ruggespraak met elkaar kunnen samenwerken onder de term ‘white label’. Er zijn ook leersessies waarbij de professionals elkaar steunen en verder helpen, een vorm van intervisie. Ook is er sprake van een ‘buitenboordmotor, iemand die van buitenaf zonder belang ondersteuning geeft aan het proces, bij de overheid noem je dat een consultant. Met name het idee dat instellingen en organisaties medewerkers leveren die vervolgens onder de vlag van ADDO zelfstandig met elkaar kunnen werken is krachtig en interessant. Maar veel van de andere aspecten zijn niet hemelbestormend, al eerder vertoond en zoals Machiavelli al voorspelde vernieuwingsideeën die de nodige tegenwind of gewoon windstilte ervaren.
ADDO als methode komt op mij over als een deur die in de wijk Ruwaard met succes open is gezet. Daar kun je wat van leren. Verder lijkt het boek zelf mij het resultaat van een duivels dilemma op dit gebied. Wil je meebewegen, de ander laten leiden, dan is het lastig om uit de valkuil te blijven om toch het stuur in eigen hand te houden en dat van veel abstracte managementtaal te voorzien.
Zoals de achterflap van dit boek stelt: ”Samenwerkende organisaties kunnen werken aan verbetering van de leefomgeving door te leren, te experimenteren en te denken in mogelijkheden in plaats van belemmeringen.”Dat lijkt me een prachtige insteek en die verdient zeker navolging. Of dit boek daartoe verleidt is voor mij een vraag.
Doe overigens geen poging om de website van Addo via google of Bing te gaan zoeken, je komt dan uit op een architectenbureau en diverse hotels, reisorganisaties en georganiseerde safari’s in Afrika. Als je meer wilt weten over ADDO toets dan het webadres Addo.nu in en je bent er direct.