De ggz heeft in 2022 en 2023 waarschijnlijk te weinig geld gekregen. Dus de vergoedingen voor de ggz-aanbieders moeten opnieuw worden berekend. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaald.
Het CBb is de hoogste rechterlijke instantie. De zaak voor het CBb is aangespannen door onder meer de Nederlandse ggz, de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en stichting De Forensische Zorgspecialisten. Zij vonden dat de NZa bij het berekenen van vergoedingen te weinig rekening hield met de indirecte tijd. Dat is de tijd die medewerkers in de zorg kwijt zijn aan bijvoorbeeld overleggen over cliënten en aan hun administratie. Het CBb gaat daarin mee, zo bleek uit de uitspraak donderdag.
Situatie in 2017
De NZa berekende vergoedingen voor indirecte tijd volgens de situatie in 2017. De eisers stellen dat de kosten daarna fors zijn toegenomen. Daarin kregen ze gelijk van de rechter. De NZa had moeten uitrekenen of de vergoedingen nog wel voldoende waren om de kosten te dekken. Het is nog niet duidelijk hoeveel geld de overheid extra moet uitkeren na herberekening.
Het CBb had in december een soortgelijke uitspraak gedaan over huisartsen. Hun vergoedingen waren berekend op basis van 2015, maar het was niet zeker of de tarieven genoeg waren om de kosten te dekken. In februari had het gerechtshof in Den Haag opdracht gegeven om de vergoedingen voor aanbieders van gehandicaptenzorg aan te passen. Die laatste uitspraak kost volgens de NZa 175 miljoen euro.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.