Nederlands tien grootste ggz-instellingen zagen hun gezamenlijke omzet het afgelopen jaar toenemen tot €2,5 miljard. Hiermee realiseerden ze een gemiddelde omzetstijging van 3,2%. Dankzij deze positieve resultaten wisten de instellingen ook hun schuldpositie aanzienlijk te verbeteren: terwijl er sprake was van beddenafbouw en tarievendruk, wisten bijna alle aanbieders groei te realiseren en kwamen ze allemaal uit de rode cijfers.
Dat schrijft Consultancy.nl naar aanleiding van een benchmarkonderzoek van Adstrat Consulting. Het strategieadviesbureau baseert zich daarbij op de jaarverslagen van Parnassia, Arkin, Pro Persona, GGz Centraal, Dimence, Lentis, GGz Eindhoven, GGNet, Breburg en InGeest. De jaarrekeningen van Altrecht en Rivierduinen werden niet meegenomen omdat die nog niet waren gedeponeerd.
Arkin, Dimence, GGNet en Parnassia waren vorig jaar de snelst groeiende ggz-instellingen. Met een budget van €825 miljoen bleef Parnassia – gevestigd in Noord-Holland, Haaglanden en Rijnmond – ook de grootste Nederlandse ggz-instelling. Pro Persona en Lentis zijn de enige twee organisaties in de top tien waar de opbrengsten vorig jaar juist lager uitkwamen. De gemiddelde omzetstijging van 3,2% tot €2,5 miljard uit zich ook in een aanzienlijke verbetering van de financiële resultaten. Zo groeide – ondanks een gemiddelde kostenstijging van 2,5% – de bedrijfswinst van de tien instellingen met niet minder dan 37%, waarmee de bedrijfswinst steeg van 1,8% naar 2,4%. Het nettoresultaat na rentelasten steeg van 0,3% naar 1,3%. Dit resultaat wordt wel licht hoger voorgesteld door vrijval van voorzieningen uit vorige jaren: zonder voorzieningen bedroeg in 2017 het nettoresultaat 0,8 procent.
Meer opbrengst met minder personeel
De verbeterde bedrijfwinsten werden mede mogelijk gemaakt door een beheersing van de personeelskosten: onder de grote ggz-aanbieders bleef de personeelskostenquote onveranderd terwijl de algemene kosten licht afnamen. Ondertussen stegen de opbrengsten per medewerker met 3,4% naar een gemiddelde van €94.100. Volgens Adstrat wijst deze toename op een verdere verbetering van de inzet van medewerkers onder de grote ggz-aanbieders in termen van formatiemix, productiviteit en overhead. De toename ging gepaard met een 0,8% daling van het aantal voltijdbanen bij de tien ggz-instellingen naar een kleine 26.000. Zo daalde bij Parnassia – waar de bedrijfswinst daalde tot €20,8 miljoen – het aantal banen met 93 naar 8.260.
In lijn met de ontwikkelingen die in de gehele ggz-sector te zien zijn, is hiermee de werkgelegenheid bij de grotere aanbieders verder onder druk komen te staan. Hier staat tegenover dat de medewerkers van de tien instellingen gemiddeld wel meer geld verdienden dan in het jaar ervoor. De gemiddelde personeelsuitgaven per voltijdbaan namen met 3,9% toe tot €71.300 per werknemer. Dit terwijl er een sectorbrede cao-verhoging van 1,6% plaatsvond. De onderzoekers speculeren dat de hogere stijging in de personeelsuitgaven bij de tien onderzochte instellingen het gevolg is van een geleidelijk zwaarder wordende formatiemix “door de keuze om zich meer te richten op meer complexe zorg en de uitbesteding van ondersteunende, lager betaalde activiteiten”.
Schuldafname
De positieve resultaten uiten zich ook in een aanzienlijke verbetering van de schuldpositie van de instellingen. Zo nam de gezamenlijke nettoschuld met 21% af tot €376 miljoen. “Daarmee lijkt de top tien ggz-organisaties de bedrijfsvoering gestaag op orde te krijgen”, aldus de onderzoekers van Adstrat, die toevoegen dat zo’n 90% van de leningen langlopend was. Dimence, GGz Centraal, GGz Eindhoven en Lentis hadden in verhouding tot het resultaat de hoogste schuld, waarbij met name de hoge schuldpositie van GGz Eindhoven uit de toon viel. Anderzijds hadden Arkin, GGNet, InGeest en Parnassia juist te maken met relatief weinig schuld. InGeest was netto zelfs praktisch schuldvrij.
De verlichting van de netto schuldlast van de top tien verbeterde door zowel meer aflossingen als meer liquide middelen. Gemiddeld hadden de tien instellingen €31 miljoen op de bank staan, wat overeenkomt met een financiële buffer voor zo’n anderhalve maand. Bij Parnassia stond met €150 miljoen zelfs bijna vijf keer het gemiddelde op de bankrekening.
De liquiditeitspositie van de tien instellingen wordt door Adstrat aangemerkt als “onverminderd goed”, zo steeg de current ratio licht van 1,4 naar 1,5 en daalde het werkkapitaal van 3,2% naar 2,8% van de opbrengsten. Dit betekent dat de instellingen beter dan voorheen konden voldoen aan hun kortlopende verplichtingen. Bovendien verbeterde het weerstandsvermogen – oftewel het eigen vermogen ten opzichte van de opbrengsten – licht naar de gangbare norm van 25%. Ook de solvabiliteit nam licht toe, van 35% naar 38%. Als belangrijke onderliggende reden voor de verbeterde vermogensstructuur wijzen de onderzoekers op de afname van de investeringen in vaste activa, die erop wijzen dat de grotere aanbieders hun vastgoed per saldo verder hebben afgebouwd.
Gestage verbetering
Al met al komt in de benchmark volgens Adstrat een positief beeld naar voren van de tien grootste ggz-instellingen, waarbij wordt gewezen op de gestage verbeteringen die zijn gerealiseerd. “Ondanks de beddenafbouw en tarievendruk groeiden vorig jaar praktisch alle ggz-aanbieders en kwamen alle instellingen uit de rode cijfers. De benchmark onderstreept dat de top tien de bedrijfsvoering weer op orde krijgt en door de bank genomen financieel gezond wordt”, aldus Gérard Brockhoff, partner en strategieadviseur bij Adstrat. “De meeste financiële indicatoren zijn weer positief. Dat is belangrijk gezien de verwachte negatieve effecten van ontwikkelingen in de ggz-sector waaronder de vermaatschappelijking en ambulantisering. Daarmee blijft de optimalisatie van de bedrijfsvoering de komende jaren hoog op de agenda staan.”
Bron: Consultancy.nl
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op het gratis maandelijkse e-magazine dan iets voor jou! Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines